'Vervolgstap van oneigenlijk druk plaatsen op de banken'
Het Openbaar Ministerie (OM) in Nederland heeft de Hakrinbank, Finabank en De Surinaamsche Bank afgelopen maandag laten weten, dat zij nu als verdachten worden aangemerkt in het onderzoek naar de in april vorig jaar in Nederland aangehouden geldzending. Zo melden de drie handelsbanken en de Centrale Bank van Suriname (CBvS) vrijdagmiddag 25 oktober 2019 in een gezamenlijke verklaring, aldus de Ware Tijd.
'Het advocatenteam dat de Centrale Bank en de handelsbanken bijstaat, ziet dit als een vervolgstap van oneigenlijk druk plaatsen op de banken. Deze druk is gericht op het afstand doen van de gelden aan het Nederlands Openbaar Ministerie. Het advocatenteam zal stevig verweer blijven voeren', luidt de verklaring.
De banken vinden het 'opmerkelijk', dat het Openbaar Ministerie deze stap doet twee weken voordat het klaagschrift dat ze over deze kwestie bij de Nederlandse rechter indiende in behandeling wordt genomen. De behandeling staat voor 5 november op de rol.
De Telegraaf:
Ruim achttien maanden wordt de geldzending van 19.5 miljoen euro door het Nederlands Openbaar Ministerie in beslag gehouden. Sindsdien hebben de Centrale Bank en de handelsbanken getracht de zaak in overleg op te lossen. De banken hebben volledig meegewerkt om informatie te verstrekken aan het OM.
Het Nederlands OM wilde, dat de banken de 19,5 miljoen euro aan de Nederlandse staat zouden afstaan in ruil voor een oplossing. De banken hebben dat geweigerd en een klaagschriftprocedure bij de Nederlandse rechter ingesteld.
De geldzending is onder het beheer van de Centrale Bank uitgevoerd op basis van haar wettelijke taken.
'Het Nederlands Openbaar Ministerie grijpt zo bezien in tegen handelingen die tot de soevereiniteit van Suriname behoren en wordt de handeling van het Openbaar Ministerie gekwalificeerd als één die ten doel heeft om imagoschade toe te brengen aan het Surinaams belang. Daarnaast zal de Centrale Bank de stabiliteit van het financiële systeem in Suriname blijven waarborgen zoals zij dat steeds gedaan heeft', staat in de verklaring.
Uit andere bron wordt vernomen - aldus de Ware Tijd -, dat ook de cambio's die geld hadden in de zending als verdachten worden aangemerkt.
Parlementsgebouw Suriname in de as
Brandweer machteloos door gebrekkig materiaal
Het gebouw van het Surinaamse parlement en twee ministeries in het centrum van Paramaribo zijn gisteravond door brand volledig verwoest. De brandweer kon weinig uitrichten. Voorzover bekend zijn er geen slachtoffers.
De kantoren van het parlementsgebouw, het ministerie van buitenlandse zaken en het oude ministerie van algemene zaken vormden een hele hoek bij het Onafhankelijkheidsplein. De gebouwen moeten als verloren worden beschouwd, verklaarde een huilende minister Mungra van buitenlandse zaken voor de televisie. ,,Het is triest om te zien", zei hij over het ministerie waar hij vijf jaar werkte. Het zal jaren duren voor alles is hersteld, aldus de minister.
De meeste dossiers en documenten lagen op zijn ministerie niet in de kluis, dus de meeste paperassen moeten als verloren worden beschouwd. Onder de in vlammen opgegane documenten zijn internationale verdragen, waaronder overeenkomsten met Nederland.
Het houten parlementsgebouw aan de Gravenstraat stamt uit het begin van de 18e eeuw. Het deed eerst dienst als kantoor van de Geoctroieerde Sociëteit van Suriname. Later werd het de zetel van achtereenvolgens (Koloniale) Staten, parlement en Nationale Assemblee.
Oorzaak
De oorzaak van de brand is onduidelijk maar brandstichting wordt niet uitgesloten. Ook over de schade is nog niets te zeggen. Een ooggetuige verklaarde dat de brand is ontstaan op de bovenverdieping van het uit hout opgetrokken parlementsgebouw, vermoedelijk in de koffiekamer van de Assemblee. De snelheid waarmee de vlammen oversloegen naar de ministeries doet vermoeden dat in deze gebouwen brandstof moet zijn verspreid, zeiden waarnemers.