vrijdag 25 oktober 2019

Hof van Justitie acht zich onbevoegd in kwestie uitlevering Oedit door Nederland

Advocaat Kanhai: 'Mijn cliënt wordt onnodig beroofd van zijn vrijheid'


Starnieuws bericht vandaag, vrijdag 25 oktober 2019, dat advocaat Irwin Kanhai afgelopen maandag een verzoekschrift heeft ingediend bij het Hof van Justitie, om het verzoek door de Surinaamse autoriteiten om rijstondernemer  Ramchander (Raj) Oedit aan te houden en uit te leveren, wordt opgeheven. Ook moet de voorlopige hechtenis opgeheven worden. Aan de Nederlandse autoriteiten moet de onmiddellijke invrijheidstelling van zijn cliënt worden gevraagd. 

In deze zaak heeft het Hof van Justitie zich onbevoegd verklaard.

Op 26 oktober 2018 is op verzoek van de Surinaamse autoriteiten tot uitlevering, Oedit in Nederland aangehouden. Hij wordt verdacht van invoer van cocaïne en deelname aan een criminele organisatie in de Cessna cocaïne-zaak. Hij is intussen gedagvaard.

De raadsman benadrukte, dat op 18 maart 2019 de zaak uitgesteld werd naar 1 april. Op 6 mei zijn de bescheiden in het geding gebracht over de medische toestand van de verdachte. Op 3 juni en 4 juli is de zaak in behandeling genomen en zou de rechter een beslissing nemen over het horen van Oedit in Nederland. Dit is volgens Kanhai niet gebeurd en de zaak is in dezelfde stand uitgesteld naar 21 oktober 2019.

 De raadsman noemt uitstel van de zaak onrechtmatig en vindt dat deze elke grondslag mist. Verwijzend naar Artikel 259 van het Wetboek van Strafvordering stelt Kanhai dat de behandelende rechter de verplichting heeft om zoveel mogelijk onafgebroken het onderzoek voort te zetten. De schorsing mag in geen geval langer dan drie maanden duren.

Kanhai vindt dat de schorsing onrechtmatig is. Hij stelt dan zijn cliënt onnodig wordt beroofd van zijn vrijheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten