Ontbossing in Suriname op jaarbasis ongeveer 10.000 hectare in de afgelopen jaren
De ontbossing is in 2018 in vergelijking met 2017 met 12 procent gestegen. Dit blijkt uit cijfers afkomstig van bijgewerkte gegevens van de University of Maryland, die afgelopen donderdag gepubliceerd zijn op Global Forest Watch en World Resource Institute, zo bericht De West in haar editie van maandag 29 april 2019.
Suriname staat op de vijfde plaats op de lijst van tien landen waar ontbossing procentueel is gestegen. Op de eerste plaats staat Ghana met 60 procent, gevolgd door Papua New Guinea met 22 procent en op de derde plaats Angola met 21 procent. Op de lijst van de top 10 landen van ontbossing op basis van oppervlakte, staat Brazilië op de eerste plaats met 1.347.132 hectare.
Sarah Crabbe, onderdirectrice Onderzoek en Ontwikkeling van de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB), geeft leiding aan de Forest Cover Monitoring Unit (FCMU) van de SBB. De unit houdt zich bezig met de continue monitoring van de ontbossingsstatistieken van Suriname. Naar aanleiding van de grafiek van de University of Maryland stelt zij vandaag, woensdag 1 mei, op
Starnieuws:
'Data van de FCMU geven aan, dat de ontbossing in Suriname op jaarbasis ongeveer 10.000 hectare is geweest in de afgelopen jaren. Dit is dus ook het geval voor 2017. In relatie tot de gepresenteerde data van de University of Maryland gaat het om een stijging van 12% wat overeenkomt met een toename met 1.200 hectare. Dit is dus een relatief kleine toename, desalniettemin vergt deze stijging de aandacht van de nationale instituten.'
De nationale ontbossingsdata van 2018 worden gepubliceerd op het geoportaal
www.gonini.org, zodat deze transparant is en kan worden geverifieerd door nationale en internationale instituten.
De tropen verloren 12 miljoen hectare boombedekking in 2018, het op drie na hoogste jaarlijks verlies sinds de registratie in 2001. De grootste zorg is de verdwijning van 3.6 miljoen hectare primair regenwoud, een gebied zo groot als België. Oude groei, of ‘primaire’ tropische regenwouden, zijn een cruciaal belangrijk bosecosysteem met bomen die honderden of zelfs duizenden jaren oud kunnen zijn. Ze slaan meer koolstof op dan andere bossen en zijn onvervangbaar als het gaat om het behoud van de biodiversiteit.
Primaire regenwouden bieden leefgebieden voor dieren, variërend van orang-oetans en berggorilla’s tot jaguars en tijgers. Zodra deze bossen worden gekapt, keren ze mogelijk nooit meer terug naar hun oorspronkelijke staat.
Voor de eerste keer kunnen nieuwe gegevens over de locatie van primaire oerwouden helpen om het verlies van deze belangrijke bossen te onderscheiden van ander verlies van boombedekking.
Uit de gegevens blijkt, dat ondanks een toenemend aantal nul-ontbossingstoezeggingen van overheden en bedrijven, het primaire regenwoudverlies recordhoogtes bereikte in 2016 en 2017 als gevolg van bosbranden en in 2018 boven het historische niveau bleef.
In 2002 waren slechts twee landen – Brazilië en Indonesië – goed voor 71 procent van het tropisch primair bosverlies.
Meer recente gegevens laten zien dat de grenzen van primair bosverlies beginnen te verschuiven. Brazilië en Indonesië namen slechts 46 procent van het primaire regenwoudverlies voor hun rekening in 2018, terwijl landen als Colombia, Ivoorkust, Ghana en de Democratische Republiek Congo, aanzienlijk hogere verliezen zagen. Het primaire bosverlies in Brazilië lag in 2018 lager dan in 2016-2017, maar nog steeds meer dan in 2007-2015, toen het ontbossingspercentage met 70 procent was gedaald.
PRODES, het officiële Braziliaanse monitoringsysteem voor de Amazone, heeft sinds 2012 ook een opwaartse trend in ontbossing laten zien. Hoewel een deel van het verlies in 2018 kan worden toegeschreven aan branden, lijkt het grootste deel het gevolg te zijn van een duidelijke versnippering in het Amazone gebied, waardoor de daling van ontbossing die het land in de vroege jaren 2000 bereikte, gevaar liep. Er zijn met name verschillende hotspots van primair bosverlies opgetreden in en rond de inheemse gebieden. Het
Ituna Itata-reservaat zag bijvoorbeeld meer dan 4.000 hectare illegale opruiming binnen zijn grenzen in de eerste helft van 2018, meer dan het dubbele van het totale verlies van 2002-2017. Het reservaat is de thuisbasis van enkele van ‘s werelds laatst overgebleven ongecontacteerde volkeren die afhankelijk zijn van het bos om te overleven en het eeuwenlang hebben geconserveerd.
Het is nog te vroeg om te beoordelen hoe de verzwakking van milieuwetten en handhaving onder het nieuwe bestuur van Brazilië van invloed zal zijn op bosverlies. Het hoge percentage primair bosverlies in 2018 vond plaats voordat president JairBolsonaro aantrad, hoewel er aanwijzingen zijn dat de ontbossingspercentages tijdens het verkiezingsseizoen sterk zijn. Voor meer duidelijkheid zal er gewacht moeten worden op de gegevens van volgend jaar.
(Suriname Mirror/De West/Twitter/Starnieuws/Global Forest Watch/BBC)