Drie verdachten hadden Griffith levend overgedragen aan Huis van Bewaring Hazard
De verdachten K.J., A.A. en L.A. zijn in vrijheid gesteld door de rechter-commissaris na een verzoek daartoe van de advocaten Irvin Kanhai en Arjen Ramlakhan. De drie worden verdacht van moord, doodslag, zware mishandeling de dood ten gevolge hebbende van gedetineerde Dion Griffith, zo schrijft Starnieuws vandaag, woensdag 1 mei 2019.
Hij werd op 24 maart dood binnengebracht bij de Spoedeisende Hulp van het Mungra Medisch Centrum in Nieuw-Nickerie. In deze strafzaak waren zeventien penitentiaire ambtenaren die werkzaam zijn bij het Huis van Bewaring Hazard in het district Nickerie aangehouden en in verzekering gesteld.
Advocaat Ramlakhan zegt, dat aangevoerd werd dat deze verdachten betrokken waren bij de aanhouding van Griffith. De man was ontvlucht uit de gevangenis, maar werd dezelfde dag aangehouden.
Verdachte K.J. zag de voortvluchtige Griffith in een bosschage. De rest van de groep voegde zich bij J. en hij droeg de arrestant over aan commandant A.A. Vervolgens begaf hij zich naar zijn voertuig. Griffith werd toen begeleid naar het voertuig van de onderdirecteur van Hazard en overgedragen. Vervolgens begaf A.A. zich ook naar zijn auto. L.A. zat met de Griffith in de laadbak van het voertuig. Ze begaven zich met zijn allen naar de inrichting.
Griffith werd levend overgedragen en de mishandeling is binnen de inrichting door een andere groep geschied. De mishandeling heeft uiteindelijk het leven van de gedetineerde gekost. De doodsoorzaak van Griffith was verstikking door voedselaspiratie, veroorzaakt door mishandeling.
Ramlakhan sluit niet uit, dat eventueel verstikking door voedselaspiratie het gevolg was van de inspanningen van de arrestant. De man sprong over schuttingen, ging door trenzen en bossen. Ook sluit de advocaat mishandeling binnen de inrichting niet uit. Echter, de advocaat ziet geen enkel verband tussen de doodsoorzaak van de gedetineerde en de drie verdachten die Griffith levend overgedragen hadden aan de inrichting.
Ramlakhan merkt op dat hij en Kanhai hun cliënten niet op een behoorlijke wijze konden bijstaan, omdat ze het dossier niet hadden ontvangen van het Openbaar Ministerie. Hierdoor zijn de verdachten geschaad in hun rechten en dat is in strijd met de beginselen van een goede procesorde. Uiteindelijk viel het besluit van de rechter-commissaris in het voordeel van de verdachten uit en werden zij in vrijheid gesteld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten