'Deze persoon is volgens ons beschermingsrecht niet uitgezet'
'Hij zou gevaar lopen bij terugkeer in Venezuela gemarteld te worden'
Eén van de Venezolanen die uitgezet had moeten worden afgelopen zaterdag - er zijn
uiteindelijk 89 personen op het vliegtuig gezet naar Venezuela - heeft zich beroepen op artikel 3 van het
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en is uiteindelijk op Curaçao gebleven.
Hij zou gevaar lopen bij terugkeer in Venezuela gemarteld te worden. Dit meldt het Antilliaans Dagblad vandaag, dinsdag 3 december 2019.
'Deze persoon is volgens ons beschermingsrecht niet uitgezet', zo
wordt gemeld in een bericht van het ministerie van Justitie. 'Uit de gehouden interviews met betrokkenen kan geconcludeerd
worden, dat de rest van de personen sociaal-economische vluchtelingen
waren. Onze lokale wetgeving verleent geen verblijfsvergunning aan
personen die om sociaaleconomische redenen ons land binnenkomen', zo wordt vervolgd.
Voordat de Venezolanen het land werden uitgezet is hen elk individueel het proces uitgelegd, zowel
mondeling als schriftelijk in een document. In totaal zijn uiteindelijk 29 vrouwen en 60 mannen uitgezet.
De regering weerlegt uitlatingen van advocaten en andere groeperingen dat het hier gaat om ‘collectieve
uitzetting’. 'Daarvan is sprake als er geen individuele gesprekken hebben plaatsgevonden', zo wordt
aangevoerd.
Het ministerie van Justitie stelt ook nog: 'In de voorbije jaren is op Curaçao aan circa 8.000 Venezolanen
een vergunning gegeven zodat zij zich legaal op het eiland konden vestigen. Dat is een bewijs dat wij vele
buitenlanders met open armen ontvangen. Maar het kan niet zo zijn dat mensen die op illegale wijze het land
binnenkomen worden beloond met een verblijfsvergunning.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten