Bestuurskundige Boldewijn: 'Geen ideologie bij aanhangers Bouterse, maar liefde voor de man'

'Er een persoonlijke relatie op na houden met een leider is niet goed voor een land'

'Het buitenland zal niet met een veroordeelde gesprekspartner om de tafel willen zitten'


Velen hebben zich na de opkomst van zondag in de vroege ochtend op Zanderij en Colakreek, ter verwelkoming van president Desi Bouterse uit China, afgevraagd waarom de massa nog achter hem aanloopt, ondanks de smet van de 8 decembermoorden. De Krijgsraad heeft de vroegere legerleider veroordeeld tot twintig jaar celstraf. De partij riep haar achterban op om de NDP-voorzitter groots te verwelkomen op de Johan Adolf Pengelluchthaven. Aanhangers waren in groten getale aanwezig. 

Bestuurskundige August Boldewijn zegt vandaag, 3 december 2019, in de Ware Tijd, dat dit beeld zich voordoet, omdat er geen politiek wordt bedreven op basis van ideologie, maar op grond van personele aangelegenheden en het feit dat 'den lob a man'.

Volgens hem was dit gedrag in de achttiende eeuw wenselijk, omdat er toen geen politieke partijen waren en de kandidaten niet van tevoren bekend waren. 'Er was toen geen sprake van een ideologische keuze.' Vaak wordt de vergelijking gemaakt tussen Bouterse en premier Johan 'Penpen' Pengel, maar de bestuurskundige zegt, dat er bij Pengel sprake was van ideologie, de wijze waarop hij zijn gedachten liet gaan. In Bouterses geval gaat het om de persoonlijke relatie die delen van de samenleving met hem hebben.

'Zijn manier van doen en iemand die de taal van het volk kan praten. Hij kan een kleine hint geven en hij krijgt mensen op straat. De volgers gaan in dat geval doen wat die leider wil.' Hij vermoedt dat de liefde voor Bouterse groot is vanwege dingen die mensen gedaan hebben gekregen, zoals een baan, een huis of erf.

Hij stelt echter, dat ideologie belangrijker is dan een persoonlijke relatie. 'Er een persoonlijke relatie op na houden met een leider is niet goed voor een land.' Hij zegt dat wetten zijn gemaakt om in een bepaald kader te plaatsen en het gedrag van de mensen te beoordelen. Bij hem kan het er niet in, dat een leider bij ontevredenheid over een vonnis mensen op straat brengt. Voorts wijst Boldewijn erop, dat Bouterse niet veroordeeld is als president maar als militair, vandaar dat de krijgsraad ook uit burgers bestond. 'Hij moet als militair worden veroordeeld en beoordeeld. De president heeft niets gedaan.'

Uit egards zou Bouterse daarom moeten opstappen. Het buitenland zal niet met een veroordeelde gesprekspartner om de tafel willen zitten, aldus de bestuurskundige.