Om maatregelen door te voeren is ‘Landsverordening
buitenwerkingstelling loontreden’ nodig
Het niet verhogen van de bezoldiging van ambtenaren (de loonstop) gedurende
2020-2023 zal bijdragen aan besparingen voor de overheid op personele kosten van 15,2
miljoen gulden in 2020, 27,5 miljoen in 2021, 40,8 miljoen in 2022 en 55,8 miljoen in 2023,
opgeteld 139,3 miljoen gulden.
Dit staat in (een verbeterde optelsom in) de Startnotitie
die aan de maatregelen ten grondslag ligt, opgesteld door
de minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening,
Armin Konket (MAN), aldus vandaag, woensdag 27 november 2019, het Antilliaans Dagblad.
Om de maatregelen te kunnen
doorvoeren is een ‘Landsverordening
buitenwerkingstelling loontreden’ nodig.
Hoewel in de notitie gesproken wordt van een periode
van vier jaar worden alleen drie jaren van bezuiniging genoemd.
Uitgelegd wordt waarom de
maatregelen nodig zijn:
'In maart van dit jaar werd een commissie ingesteld om een
doorlichting van de begroting van 2019-2022 te doen, die een rapport genaamd ‘rapport
Commissie Begrotingsdoorlichting 2019-2022’ heeft uitgebracht. De commissie heeft de
regering onder anderen in overweging gegeven om op korte termijn de uitbetaling van de
loontrede, indexering en 3 procent-uitkering op te schorten c.q. stop te zetten. De commissie
heeft namelijk een berekening gedaan van de besparingen die deze opschorting van 2019-
2023 oplevert. Het gaat om miljoenen guldens. Om dit te kunnen bewerkstelligen dient de
buitenwerkingstelling van de toekenning van loontreden aan overheidsdienaren bij
Landsverordening te worden vastgesteld. Aangezien de toekenning van de 3 procent-uitkering
en de indexering niet wettelijk zijn vastgesteld behoeft de opschorting hiervan niet
bij wet te worden geregeld.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten