Grenzeloze dadendrang om het maximale uit het leven te halen, zo zou je het leven van de thans 90-jarige psychiater dr. Otmar Buyne kunnen typeren. In de biografie 'Kan niet bestaat niet. Het kleurrijke leven van Otmar Buyne' beschrijft journalist Roy Khemradj een man die getalenteerd, veelzijdig en ondernemend is. En die bovendien de karaktereigenschappen heeft om zijn verlangens om te zetten in werkelijkheid.
Khemradj schreef eerder biografieën van VHP-leider Jagernath Lachmon en accountant Ram Hiralal. Het voorwoord is geschreven door Buyne’s volle neef, Ronald Venetiaan.
Katholieke jeugd
Katholieke jeugd
Otmar Henry Buyne (Paramaribo, 29 november 1929) is van bescheiden afkomst. Vader Eugène Henry Buyne is bakker en afkomstig uit Commewijne. Moeder Magdalena Edwina Sno komt van de Paraanse plantage Vier Kinderen en verdient de kost als modiste en met broodverkoop. Het hardwerkende en spaarzame gezin met zes kinderen woont vanaf 1939 aan de Wanicastraat nr. 74, een hoofdwoning met twee erfwoningen.
Het katholieke gezin bezoekt trouw de Sint Rosakerk. Vanzelfsprekend gaat de jonge Otmar bij de fraters op school. Kenmerkend voor die tijd is dat maatschappelijk succes voor een groot deel bepaald wordt door klasse, afkomst én kleur. De missie zet eigen sociale en maatschappelijke instellingen op, waaronder scholen. Gedoopte kinderen uit de volksklasse krijgen zo een kans zich in brede zin te ontplooien. Uiteindelijk slaagt Buyne in 1948 op 19-jarige leeftijd van de Paulusschool. 1948 is ook voor de kolonie Suriname een keerpunt. Als voorbereiding op zelfbestuur in 1954 krijgt het land algemeen kiesrecht. Optimisme en nieuw elan heersen in het land. In 1949 gaat Buyne geneeskunde studeren aan de toenmalige Geneeskundige School. Het opleidingsgeld, SF 25 per maand, wordt betaald door peetoom Marius Sno, de op Curaçao wonende broer van moeder Edwina, die Otmar eerder heeft ondersteund. Uiteindelijk behaalt hij in 1961 het artsdiploma. Hij heeft twaalf jaar gedaan over een studie van zes jaar.
Reden: Buyne houdt tien vliegers in de lucht. Hij voelt de drang om zich verdienstelijk te maken voor de samenleving. Hij is de eerste voorzitter van de Brutusclub, een katholieke jongerenvereniging opgericht in 1948. Is hoofdredacteur van het maandblad De Ploeg. Richt de damesgymnastiekvereniging Dolores op. Lanceert het eerste sportblad van Suriname, ook Dolores geheten. Bekwaamt zich met hulp van vriend Guillaume Pool in de fotografie om daarmee geld te verdienen. Samen met zijn boezemvriend (‘tweelingbroer’) en student geneeskunde Rudi Elzenhout, geeft hij gezondheidsvoorlichting in het Surinaams via het AVROS radioprogramma Datra, Fa Yu Prakseri. Elzenhout en Buyne zijn beiden virtuoos in het Surinaams. Buyne is ook een begenadigd dichter in het Surinaams. In 1961 trouwt Buyne met de onderwijzeres Johanna Elizabeth van der Sloot, die hij in 1950 leert kennen. Het echtpaar krijgt twee kinderen, dochter Hennah (1952) en zoon Otmar jr. (1965). Hennah is later in Nederland de eerste zwarte vrouwelijke Officier van Justitie en rechter. En van 2007-08 PvdA-wethouder in Amsterdam. Hennah overlijdt in 2012. Otmar jr. is gepromoveerd chirurg.
Het paar vertrekt eind 1961 naar Nederland. Buyne specialiseert zich in de psychiatrie. In 1968 wordt hij in het Nederlandse landelijk specialistenregister ingeschreven als zenuwarts – een ouderwetse benaming voor psychiater. Buyne doet baanbrekend promotieonderzoek naar suïcide. Begin jaren zeventig raakt hij in de ban van het opkomend streven naar onafhankelijkheid. Promoveren aan de pas opgerichte medische faculteit van de Universiteit van Suriname is zijn doel. Door ferme tegenwerking vanuit de Surinaamse universiteit gaat dit niet door.
Van Nederland naar Suriname en terug
Het katholieke gezin bezoekt trouw de Sint Rosakerk. Vanzelfsprekend gaat de jonge Otmar bij de fraters op school. Kenmerkend voor die tijd is dat maatschappelijk succes voor een groot deel bepaald wordt door klasse, afkomst én kleur. De missie zet eigen sociale en maatschappelijke instellingen op, waaronder scholen. Gedoopte kinderen uit de volksklasse krijgen zo een kans zich in brede zin te ontplooien. Uiteindelijk slaagt Buyne in 1948 op 19-jarige leeftijd van de Paulusschool. 1948 is ook voor de kolonie Suriname een keerpunt. Als voorbereiding op zelfbestuur in 1954 krijgt het land algemeen kiesrecht. Optimisme en nieuw elan heersen in het land. In 1949 gaat Buyne geneeskunde studeren aan de toenmalige Geneeskundige School. Het opleidingsgeld, SF 25 per maand, wordt betaald door peetoom Marius Sno, de op Curaçao wonende broer van moeder Edwina, die Otmar eerder heeft ondersteund. Uiteindelijk behaalt hij in 1961 het artsdiploma. Hij heeft twaalf jaar gedaan over een studie van zes jaar.
(Bron foto: Bibliotheek Aan den IJssel) |
Het paar vertrekt eind 1961 naar Nederland. Buyne specialiseert zich in de psychiatrie. In 1968 wordt hij in het Nederlandse landelijk specialistenregister ingeschreven als zenuwarts – een ouderwetse benaming voor psychiater. Buyne doet baanbrekend promotieonderzoek naar suïcide. Begin jaren zeventig raakt hij in de ban van het opkomend streven naar onafhankelijkheid. Promoveren aan de pas opgerichte medische faculteit van de Universiteit van Suriname is zijn doel. Door ferme tegenwerking vanuit de Surinaamse universiteit gaat dit niet door.
Van Nederland naar Suriname en terug
Teleurgesteld vertrekt Buyne eind 1971 met vrouw en zoon voor twee jaar naar Curaçao. Eind 1973, aan de vooravond van de onafhankelijkheid, keert de familie terug naar Suriname. Buyne vindt geen werk ondanks vele sollicitaties. Een toevallige ontmoeting met Emile Wijntuin, die leider is van de katholieke regeringspartij PSV, trekt de zaak vlot. In maart 1974 treedt Buyne in dienst van ministerie als psychiater. Hij werkt in ’s Lands Psychiatrische Inrichting en op het Medisch Opvoedkundig Bureau. Rond 1980 heeft Buyne zich in krap zes jaar tijd opgewerkt tot een vooraanstaand persoon. Hij is directeur-geneesheer van het Militair Hospitaal in de rang van majoor, is vicepresident van de Lions Paramaribo Central, is gepromoveerd aan de Universiteit van Suriname (samenvatting in het Surinaams), heeft de dagopvang voor geestelijk gehandicapte kinderen Stigesu opgezet, presenteert wekelijks het populaire radioprogramma Darta, mi wan aksi wan sani. Maar na de staatsgreep van 25 februari 1980 is er geen toekomst voor Buyne in Suriname. Eind 1980 vertrekt hij naar Nederland.
Buyne is een man van middelbare leeftijd (51) als hij zich weer in Groningen vestigt. Op typisch Buynesiaanse wijze zal hij ook dit deel van zijn leven tot een succes maken. Via vrienden en kennissen krijgt hij in februari 1981 een baan als psychiater in het ziekenhuis van Hoogeveen. In 1983 treedt Buyne in dienst van Bouman GGZ, een overkoepelende regionale organisatie voor de geestelijke gezondheidszorg in Rotterdam en omstreken. Buyne gaat wonen aan Capelle aan de IJsel. In de loop van de jaren tachtig komt een nieuwe benadering van niet-westerse patiënten van de grond, de zogeheten transculturele psychiatrie. Deze is gerelateerd is aan de cultuur en godsdienst van allochtonen. Het verbaast niet dat Buyne, kenner van de Afro-cultuur, de veranderende tijd weer goed aanvoelt. Hij combineert de westerse visie met winti, in die tijd een baanbrekende aanpak.
In 2002 zet Buyne een punt achter zijn leven als arts en psychiater. De dan 73-jarige duizendpoot kan met voldoening terugkijken op het Nederlandse leven dat hij van vanaf 1981 heeft opgebouwd. Maar Buyne’s bord is nog niet leeg. Hij gaat zich met passie wijden aan het koken en schrijven van kookboeken. In 2002 richt hij Club Culinair ‘Exclusief’ op. Tot 2016 kookt Buyne eens per maand voor geselecteerde leden een viergangen menu. Buyne noemt zich culinair ontwerper. De kenner van de Creoolse volkscultuur experimenteert met Creoolse volksgerechten, hij verbetert en vernieuwt. Dit vindt zijn weerslag in de totaal veertien kookboeken van zijn hand.
De biografie is vlot en leesbaar geschreven. Khemradj maakt inzichtelijk hoe een Creools dubbeltje van de erven van Paramaribo een kwartje is geworden. Dat hij veel materiaal heeft verwerkt blijkt uit de vele details waarmee gebeurtenissen, anekdotes of ontmoetingen worden beschreven. De persoon Buyne komt daardoor tot leven. Toch blijven enkele raadsels onopgelost. Neem bijvoorbeeld de zeven kinderen die Buyne heeft verwekt bij zes vrouwen, naast de twee uit het huwelijk met Johanna. Het blijft onduidelijk hoe dit zich verhoudt tot Buyne's katholieke vorming waarin een verantwoordelijk familieleven wordt benadrukt. Ondanks aandringen van de auteur weet Buyne niets anders te zeggen dan ‘Dingen gaan in het leven zoals ze gaan.’ Of neem Buyne’s tomeloze geldingsdrang. Waar komt die vandaan? Ook hier laat Buyne zich niet kennen. De psychiater die tijdens zijn werkzame leven de diepere drijfveren en driften van zijn patiënten trachtte bloot te leggen, laat de lezer gissen naar zijn eigen psyche.
Krishna Salikram
Roy Khemradj - Kan niet bestaat niet - het kleurrijke leven van Otmar Buyne, is uitgebracht door LM Publishers in Volendam en kost €19,50 via de uitgever, de boekhandel en Bol.com.
Buyne is een man van middelbare leeftijd (51) als hij zich weer in Groningen vestigt. Op typisch Buynesiaanse wijze zal hij ook dit deel van zijn leven tot een succes maken. Via vrienden en kennissen krijgt hij in februari 1981 een baan als psychiater in het ziekenhuis van Hoogeveen. In 1983 treedt Buyne in dienst van Bouman GGZ, een overkoepelende regionale organisatie voor de geestelijke gezondheidszorg in Rotterdam en omstreken. Buyne gaat wonen aan Capelle aan de IJsel. In de loop van de jaren tachtig komt een nieuwe benadering van niet-westerse patiënten van de grond, de zogeheten transculturele psychiatrie. Deze is gerelateerd is aan de cultuur en godsdienst van allochtonen. Het verbaast niet dat Buyne, kenner van de Afro-cultuur, de veranderende tijd weer goed aanvoelt. Hij combineert de westerse visie met winti, in die tijd een baanbrekende aanpak.
In 2002 zet Buyne een punt achter zijn leven als arts en psychiater. De dan 73-jarige duizendpoot kan met voldoening terugkijken op het Nederlandse leven dat hij van vanaf 1981 heeft opgebouwd. Maar Buyne’s bord is nog niet leeg. Hij gaat zich met passie wijden aan het koken en schrijven van kookboeken. In 2002 richt hij Club Culinair ‘Exclusief’ op. Tot 2016 kookt Buyne eens per maand voor geselecteerde leden een viergangen menu. Buyne noemt zich culinair ontwerper. De kenner van de Creoolse volkscultuur experimenteert met Creoolse volksgerechten, hij verbetert en vernieuwt. Dit vindt zijn weerslag in de totaal veertien kookboeken van zijn hand.
De biografie is vlot en leesbaar geschreven. Khemradj maakt inzichtelijk hoe een Creools dubbeltje van de erven van Paramaribo een kwartje is geworden. Dat hij veel materiaal heeft verwerkt blijkt uit de vele details waarmee gebeurtenissen, anekdotes of ontmoetingen worden beschreven. De persoon Buyne komt daardoor tot leven. Toch blijven enkele raadsels onopgelost. Neem bijvoorbeeld de zeven kinderen die Buyne heeft verwekt bij zes vrouwen, naast de twee uit het huwelijk met Johanna. Het blijft onduidelijk hoe dit zich verhoudt tot Buyne's katholieke vorming waarin een verantwoordelijk familieleven wordt benadrukt. Ondanks aandringen van de auteur weet Buyne niets anders te zeggen dan ‘Dingen gaan in het leven zoals ze gaan.’ Of neem Buyne’s tomeloze geldingsdrang. Waar komt die vandaan? Ook hier laat Buyne zich niet kennen. De psychiater die tijdens zijn werkzame leven de diepere drijfveren en driften van zijn patiënten trachtte bloot te leggen, laat de lezer gissen naar zijn eigen psyche.
Krishna Salikram
Roy Khemradj - Kan niet bestaat niet - het kleurrijke leven van Otmar Buyne, is uitgebracht door LM Publishers in Volendam en kost €19,50 via de uitgever, de boekhandel en Bol.com.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten