Overbruggingskrediet houdt sleepbotenbedrijf overeind
Kompania di Tou Kòrsou voor 80 procent
inkomsten afhankelijk van Isla en olieterminal bij
Bullenbaai
Zonder perspectief op voortzetting van de Isla-raffinaderij en de Bullenbaai-terminal,
lopen bij sleepbotenbedrijf KTK 40 tot 50 van de overgebleven 111 arbeidsplaatsen gevaar.
Dit antwoordt minister Kenneth Gijsbertha (MAN) op
vragen die nog zijn gesteld - in juli vorig jaar - door ex-
Statenlid Gerrit Schotte (MFK), aldus vandaag, donderdag 2 mei 2019, het Antilliaans Dagblad.
Normaal is Gijsbertha belast
met Financiën, maar sinds het aftreden van zijn partijgenoot
Steven Martina doet hij Economische Ontwikkeling er
tijdelijk bij. De antwoorden over KTK zijn als minister van
Economie.
Kompania di Tou Kòrsou (KTK) is voor 80 procent van de
inkomsten afhankelijk van de olie-industrie - van de Isla in het Schottegat en de olieterminal bij
Bullenbaai - die in 2018 vrijwel geheel zijn komen stil te liggen. Dit komt door de beslagleggingen
door ConocoPhillips in mei vorig jaar op PdVSA, de Venezolaanse staatsoliemaatschappij, die kampt
met miljardenschulden.
Maar, eigenlijk loopt het sinds 2016 al bergafwaarts met de door PdVSA geëxploiteerde raffinaderij,
legt Gijsbertha uit. 'Als gevolg van de ontwikkelingen in Venezuela is er vanaf 2016 minder
tankerverkeer.'
Ook wijst de bewindsman - die voorheen zelf jarenlang werkzaam was bij de Isla en er
zelfs woordvoerder was - op de revisiewerkzaamheden, diverse ‘breakdowns’ waardoor de productie
stokte en de brand bij een van de installaties in mei 2017.
Dit heeft gevolgen voor KTK - dat conform een concessie met havenbedrijf Curaçao Ports Authority
(CPA) verplicht is vier sleepboten en drie meerboten beschikbaar te hebben voor de vijf zeehavens -
omdat er minder werk is en dus minder inkomsten zijn. De financiële situatie van KTK is daardoor
danig verslechterd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten