'Het gaat hier om opslag en doorvoer
van humanitaire goederen als voedsel en medicijnen'
Het verdrag dat de humanitaire hub op Curaçao moet regelen zal maximaal een jaar geldig
zijn. Dat antwoordt minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken op
vragen van de commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer, aldus vandaag, donderdag 7 maart 2019, het Antilliaans Dagblad.
Zoals al eerder bekend werd, regelt dit
tijdelijke verdrag onder andere de civiele aard van de
hulpverlening aan Venezuela. Er wordt nog steeds over
onderhandeld met de Verenigde Staten.
Wegens die lopende onderhandelingen kan Blok nog niets
concreets zeggen over de inhoud van het verdrag. Hij zegt
dat het nieuwe verdrag niets te maken heeft met de status of forces agreement (Sofa-verdrag), de
aanleiding voor de vragen van de commissie. Er is wel een verband met het Forward Operation
Location (FOL)-verdrag, blijkt uit het antwoord van de minister.
‘Privileges en immuniteiten’ uit dat
verdrag zouden van toepassing worden verklaard op het civiele Amerikaanse personeel voor de hub.
In de onderhandelingen wordt gesproken over de kosten voor het gebruik van de faciliteiten op
Curaçao. Het verdrag kan onmiddellijk in werking treden, zodat de hulpverlening naar Venezuela kan
zodra dit mogelijk is.
'Over de essentie van de afspraken kan gezegd worden dat het humanitaire
karakter van de hub en de civiele aard van de operatie voorop staan.' Blok zegt ook nog dat er geen
plannen zijn om Aruba en Bonaire erbij te betrekken.
Over de door de Staten aangenomen afkeurende motie over het beleid van de minister, zegt Blok
alleen nogmaals dat het besluit is genomen in nauwe samenwerking met de regering van Curaçao. Hij
zegt begrip te hebben voor de zorgen die in het Curaçaose parlement leven over de samenwerking met
de VS bij de hulp. 'Het is daarom belangrijk te benadrukken dat het hier om de opslag en doorvoer
van humanitaire goederen als voedsel en medicijnen gaat, en dat het een civiele humanitaire operatie
betreft.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten