Vakbonden hebben weinig vertrouwen erin dat onderhan- delingen voor eind 2019 zijn
afgerond
Met exact nog elf maanden te gaan tot het einde van 2019 en daarmee het einde van het
contract met PdVSA (Petróleos de Venezuela S.A.) voor het beheer van de Isla, is er wat betreft de toekomst van de raffinaderij nog
geen duidelijkheid in zicht. Dat stelt Gherrel Remilia, de voorzitter van Apri vandaag, donderdag 31 januari 2019, in het Antilliaans Dagblad.
Hoewel Refineria di Kòrsou (RdK) een voorkeurskandidaat
heeft gekozen, hebben de vakbonden die het
raffinaderijpersoneel vertegenwoordigen er een hard hoofd
in dat de onderhandelingen voor het einde van het jaar zijn
afgerond.
Die bezorgdheid wordt ook door het personeel gedeeld, zo
stelt Remilia. 'Daarom hebben we van onze leden het
mandaat gekregen om uiterlijk 9 februari met de betrokken
partijen om de tafel te zitten en duidelijkheid te eisen over het traject dat de regering nu aan het
bewandelen is.'
De betrokken partijen zijn premier Eugene Rhuggenaath, interim-directeur
van Refineria di Kòrsou (RdK) Marcelino ‘Chonky’ de Lannoy en Clift Christiaan, de voorzitter van
het PMU-team dat belast is met de modernisering van de raffinaderij.
Dit gesprek is het vervolg op een onderhoud van twee weken geleden, waarin Rhuggenaath zou
hebben aangegeven het Memorandum of Understanding (MoU) met de voorkeurskandidaat - het in
Houston hoofdkantoor houdende olieconcern Motiva Enterprises - eind februari te willen tekenen.
Tegelijkertijd zou de premier de bonden te kennen hebben gegeven de Heads of Agreement te willen
overslaan en direct over te gaan tot een contract voor de lange termijn. 'Wij hebben toen aangegeven
dat de bonden dit proces niet steunen. Een contract van deze omvang wordt niet zomaar getekend. Er
moet een due diligence worden uitgevoerd, de vakbonden moeten aan tafel zitten met de
voorkeurskandidaat om de arbeidsvoorwaarden te bespreken. Daar is allemaal nog geen sprake van',
aldus de voorzitter van Apri.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten