(Bron foto: Ombudsman) |
Ombudsman Keursly Concincion is niet te spreken over de rol van minister van Justitie Quincy Girigorie (PAR) wat betreft de uitvoering van het Curaçaose vreemdelingen- en vluchtelingenbeleid. Volgens Concincion heeft de minister niet genoeg rekening gehouden met de mensenrechten, zoals die zijn vastgelegd in het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM).
'De minister van Justitie heeft door het gehanteerde verwijderingsbeleid in onvoldoende mate rekening gehouden met de fundamentele rechten van vreemdelingen die in Curaçao om bescherming vragen ingevolge artikel 3 van het EVRM', schrijft Concincion in het rapport (zie hierna) dat hij donderdag heeft aangeboden aan Girigorie, aldus zaterdag 30 juni 2018, het Antilliaans Dagblad.
In zijn aanbevelingen vraagt de ombudsman om ‘het automatisch terugsturen van vreemdelingen, die aangemerkt zouden kunnen worden als personen die reële risico’s lopen op onmenselijke behandeling in hun land van herkomst, zo snel mogelijk te stoppen’.
De Raad van Ministers moet de beslissing van 15 juli 2017, waarmee ‘kennelijk de uitvoering van artikel 3 van het EVRM wordt beoogd’, herzien en rekening houden met ‘de algemene beginselen van behoorlijk bestuur’.
De ombudsman wil extra aandacht ‘voor de positie van minderjarige vreemdelingen die al dan niet alleen of met andere reizen en bescherming nodig hebben’ op basis van het Europese verdrag. Vreemdelingen moeten op ‘ondubbelzinnige wijze’ worden gewezen op de mogelijkheid om gebruik te maken van een onafhankelijke en onpartijdige rechter, ‘al dan niet met van overheidswege ter beschikking gestelde juridische bijstand’.
In het algemeen moet de uitvoering van het vreemdelingenbeleid efficiënter en ontbreekt het in de justitiële keten aan de nodige afstemming. De medewerkers moeten beter geïnformeerd worden over de fundamentele rechten van de mens en het EVRM.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten