Rotterdamse Pamela Pinas (25) rekent af met ’klaagzucht’ en ’slachtofferschap’ van anti-racisme activisten
'Het ligt toch echt aan jezelf als je de hele tijd rondloopt met een etiket op je voorhoofd: ’Ik ben zwart’
Haar ’open brief’ aan Sylvana Simons werd op social media een hit. De Rotterdamse Pamela Pinas (25) rekent erin af met de ’klaagzucht’ en het ’slachtofferschap’ van anti-racisme activisten. 'Het is niet gezond de hele dag bezig te zijn met je huidskleur', zegt ze woensdag 4 april 2018 in De Telegraaf
'Ik heb veel mensen om mij heen die zo denken als ik', zegt Pamela Pinas. 'Maar, ze hebben geen zin in gedoe. In Nederland heb je al snel een probleem als je een tegendraadse mening hebt. Mensen gaan je aanvallen en als ze het niet kunnen winnen, gaan ze je woorden verdraaien en je reputatie schaden. Dat zien mijn vriendinnen niet zitten. Wij zijn nog jong en moeten onze carrières nog opbouwen.'
Nora (’bijna 26’) is meegekomen: Surinaams-Hindoestaans, net als Pinas opgegroeid ’op Zuid’ en een echte Rotterdamse met een flink accent en een stevige mening. Nora wil wel praten, maar ze wil niet op de foto. Geen zin in gedoe. 'Ik ben het met Pamela eens dat het geen handicap is om een kleur te hebben. Ik ben hier geboren, heb alles van hier meegekregen. Natuurlijk ben ik wel gediscrimineerd, maar dat doet iedereen. Ook ikzelf. Maar het ligt toch echt aan jezelf als je de hele tijd rondloopt met een etiket op je voorhoofd: ’Ik ben zwart’. Dan zet je jezelf in een kast.'
Wat schreef Pamela Pinas, dochter van een Nederlandse moeder en een Surinaamse vader, aan opmerkelijks in die open brief op de opiniewebsite Opiniez? Dit bijvoorbeeld: ’Slachtofferschap is jullie tweede huid. Klagen over volksfeesten, standbeelden, straatnamen en instituties. Het zal en kan niets veranderen aan het koloniale verleden. Ook het tellen van de hoeveelheid ’witten’ en ’gekleurden’ op feesten en in organisaties heeft geen enkele meerwaarde.’
Die tekst bleek veel lezers uit het hart gegrepen. Op social media werd volop gereageerd. Teneur: gelukkig zijn er niet alleen maar ’haatstemmen’ in het racisme-debat.
Pinas, die media en communicatie studeerde aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit: 'Ik wilde ook laten zien dat de gekleurde gemeenschap in Nederland heel divers is en dat niet iedereen met een donkere huid zo denkt als Sylvana en die anti-racisme activisten. Dat lijkt nu zo, omdat zij in het publieke domein hun mening kunnen spuien. Ik ergerde mij eraan, dat niemand een tegengeluid liet horen. Het is sowieso idioot om mensen te beoordelen op basis van hun huidskleur.'
Eén reactie staat Pinas vooral bij.'Iemand schreef: ’Voorheen zag ik mensen, nu moet ik een kleur zien’. Dat is voor mij de spijker op z’n kop. Natuurlijk bestaat discriminatie – hoewel ik er zelf nooit mee te maken heb gehad – maar die activisten slaan echt door. Het is niet gezond om je de hele tijd af te moeten vragen of je wit of zwart bent.'
Misschien komt het doordat zij, net als Nora, zich opwerkte uit een Rotterdamse achterstandswijk – te midden van allerlei culturen en religies – dat Pamela Pinas zich niet als slachtoffer en niet als deel van een groep wenst te zien. Haar vader werkte in de haven en gaf kennelijk het goede voorbeeld: Pamela ging als eerste uit haar familie naar de universiteit en behaalde haar masterdiploma. ’Prestaties zijn belangrijker dan identiteit’, schrijft ze. 'Mijn vader kwam al vroeg naar Nederland en heeft best lelijke dingen meegemaakt, vertelde hij. Maar hij heeft zoiets van: je kunt de hele dag thuis zitten klagen, of je kunt de straat opgaan, een baan zoeken en iets van je leven maken.'
Behalve die polarisering tussen ’zwart’ en ’wit’ zien de twee meer in het algemeen dat de samenleving verhardt. Nora: 'Vroeger had je bij ons in de wijk nog die ouderwetse gemeenschapszin. Kwam de buurvrouw langs: ’Ga je mee couscous of tajine eten?’ Ik zeg wel eens: ik groeide veilig op in wat bekend stond als een onveilige omgeving. Maar die saamhorigheid is weg. Mensen zijn niet meer begaan met elkaar. Het is ieder voor zich.'
Misschien zou ze iets in de politiek willen doen, zegt Pinas. Met haar tegendraadse geluid is zij – zeker als donkere vrouw – een uitzondering, beseft ze. 'Ik heb die brief mede geschreven, omdat veel ’rechtse’ jongeren hun mening niet durven te geven. Omdat ze bang zijn voor hun docenten, of zelfs voor hun vrienden en kennissen. Dat vind ik niet goed. Wij vormen onder millennials misschien niet de meerderheid, maar we zijn er wel.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten