Nationaal Leger zet bussen in voor studenten van Commewijne, Para en Saramacca die in Paramaribo avondstudie volgen

'Reizen met de staatsbussen is te vermoeiend door de ongunstige tijdstippen van vertrek'


Studenten uit Commewijne, Para en Saramacca die in Paramaribo via avondstudie vervolgonderwijs volgen kunnen weer dagelijks met de schoolbus. Het Nationaal Leger zet sinds maandag weer bussen voor hen in: één bus voor Commewijne, één voor Para en twee voor Saramacca. Drie bussen hebben een capaciteit voor 43 personen en een bus kan er dertig vervoeren. 

'Het was voor de studenten vermoeiend om 's avonds met de staatsbussen te reizen, door de ongunstige tijdstippen van vertrek', zegt majoor Harry Kassels vandaag, woensdag 8 november 2017, in de Ware Tijd. Kassels was door studenten benaderd met de vraag of legerbussen nog ingezet zouden kunnen worden. Hij vroeg ze geduld te betrachten.

'Ik heb instructies gehad om de bussen te laten rijden en belangrijk is dat studenten weer hiervan gebruik kunnen maken.'

Leerkracht Trisro Pinas van Tamarin, een dorp aan de Cotticarivier, is blij dat er weer schooltransport beschikbaar is. Ze moet dagelijks ongeveer vijftig kilometer met de auto van Tamarin naar Stolkertsijver rijden om van daaruit met de staatsbus te reizen naar Paramaribo voor studie op het Surinaams Pedagogisch Instituut. Ze kon soms niet alle lessen volgen, omdat ze zich moet haasten om weer de staatsbus te nemen die eerder vertrekt dan de school is afgelopen. 'Dat de legerbus weer rijdt, is een hele tegemoetkoming voor me en ik hoef hierdoor niet eerder te vertrekken van school.'

Sinds 2010 was de Organisatie van Bushouders in Suriname belast met het vervoer van studenten van avondscholen. Het ministerie van Onderwijs Wetenschap en Cultuur heeft dat echter ingaande het schooljaar 2015/2016 stopgezet. De studenten hebben zich in oktober 2015 geregistreerd bij het ministerie, dat had bekendgemaakt alleen nog de registratie te doen en niet meer voor het schoolvervoer te zullen zorgen.

Het toenmalige ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme zou via het Nationaal Vervoersbedrijf daarmee belast worden, maar heeft daarvan afgezien, vermoedelijk wegens geldtekort, waarna het leger de verantwoordelijkheid op zich heeft genomen.