Bewoners van Maho blijven strijden tegen zandafgravingen in hun leefgebied

Voor tweede keer petitie bij Assemblee ingediend
 

Grote delen woongebied worden door derden ingepikt en zandafgravingen gaan ongeremd door


Bewoners van Maho uit Saramacca hebben vrijdag voor de tweede keer een petitie ingediend bij De Nationale Assemblee. Zij willen dat hun woongebied beschermd wordt en dat de zandafgravingen in hun leefgebied stoppen. De eerste petitie werd in oktober 2016 aan Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons overhandigd. Zij had er toen voor gezorgd, dat de activiteiten van een ondernemer in het woongebied van de inheemsen is stopgezet. Er zou ook bescherming komen, zo bericht Starnieuws zaterdag 7 oktober 2017.

Een jaar later is het woongebied kleiner geworden, grote delen worden door derden ingepikt en zandafgravingen gaan ongeremd door. De situatie wordt met de dag ondraaglijker voor de bewoners en kan zelfs uit de hand lopen.

Anwar Alibux, voorzitter van Al-Kemia, een organisatie die de bewoners van Maho juridisch bijstaat, geeft aan dat de mensen zich onderdrukt voelen. Ze moeten met lede ogen toezien hoe hun woon- en leefgebied aan derden wordt gegeven. Op listige wijze wordt te werk gegaan. Vals beschuldigen van zelfs de dorpskapitein wordt niet geschuwd, geeft Alibux aan.

Graafmachines nemen grote hoeveelheden zand weg en laten daar grote gaten achter die zich met water vullen. Hierdoor worden weer dieren als kaaimannen aangetrokken. De situatie is ongezond en gevaarlijk.

Daarnaast worden de inheemsen flink geïntimideerd en zelfs mishandeld. Vastleggen van de situatie is hen ten strengste verboden. Op de plaatselijke politie en het commissariaat kunnen ze zich niet beroepen, die treden juist als beschermer van de ondernemer op. De politiecommandant heeft beslist dat de ondernemer in het gelijk staat en woensdag beginnen de activiteiten weer, onder politiebescherming.

'De situatie is zeer urgent', zegt Audrey Christiaan, voorzitster van het inheems platform ESAV. 'Op dit moment is bescherming van de mensen het meest belangrijkste. Voorzitter Simons had ook al onmiddellijke stopzetting van de activiteiten gelast. De OAS heeft de Staat ook duidelijk gemaakt dat er een beschermingsbevel voor het gebied is. Maar, het schijnt dat ondernemer Abdoelrahman het niet begrijpt. Of hij vindt, dat hij het recht aan zijn zijde heeft en dus de uitspraken van de voorzitter naast zich neerlegt. Ook van de Staat die weet dat er een beschermingsbevel van kracht is.'