Journalist in Suriname zou zich ondergewaardeerd voelen.....
11-11-2012 Door: Paul Kraaijer
Voor de vijfde maal werd zaterdag 10 november 2012 de jaarlijkse Surinaamse 'Journalistenprijs' uitgereikt. Winnaar werd Tom van Moll met zijn artikel ‘Fort Boekoe blijft ongrijpbaar’, dat in februari van dit jaar verscheen in het maandblad Parbode. De tweede prijs ging naar Lloyd Groenewoud voor een televisieproductie voor het STVS/SRS-programma ‘Mmanten Taki’ over de goudsector en de derde prijs was voor Armand Snijders, voor zijn verhaal ‘Mediator Ramkissoon bouwt puinhoop’ dat in de Parbode’van maart 2012 is verschenen.
Geen hart en ziel in het werk
Iwan Brave, hoofdredacteur van Parbode, nam de prijs voor Van Moll in ontvangst. Hij benadrukte, aldus de Ware Tijd, dat vooral jonge journalisten gemotiveerd moeten worden het werk te doen. Lloyd Groenewoud merkte op dat journalisten het werk met hart en ziel moeten uitvoeren. ‘Vroeger stonden wij journalisten al om vier uur ‘s morgens ergens op de stoep voor een item.’
Tja, je krijgt de indruk dat vandaag de dag vele journalisten alleen tijdens kantooruren werken. Om zeven uur in de ochtend wordt de deur van een redactie geopend en om drie uur ’s middags weer dichtgeslagen. Maar een echte journalist is journalist vierentwintig uur per dag en zeven dagen in de week.
De Parbode was overigens ook in 2010 winnaar van de ‘Journalistenprijs’, die toen voor de derde keer werd uitgereikt. Het winnende artikel ging over kindermisbruik en had als kop ‘Tante, bloedt mijn poenie?’. De jury was twee jaar geleden niet te spreken over de kwaliteit van de ingezonden producties en stukken. Er waren vijfendertig inzendingen: zeventien van de schrijvende pers en negen radio- en negen televisieproducties. Volgens de jury in 2010 was de kwantiteit toegenomen in vergelijking met voorgaande twee jaren - toen viel Sky Televisie in de prijzen; in 2009 met een aflevering van het programma ‘Waakhond’ over milieuvervuiling in het Benzdorpgebied en in 2008 won hetzelfde programma met een item over Apoera -, maar de kwaliteit was er niet vooruit op gegaan. Er werden ook gewoon krantenknipsels ingezonden.
Organisatie tevreden met slechts elf geldige inzendingen.....
Het evenement werd dit jaar georganiseerd door de Stichting ter Bevordering van de Journalistiek in Suriname (SBJS).
(Een stichting met een website zonder actueel nieuws. De mededeling op de homepage dat de cursus 'Tijdschrift' in maart 2011 begint lijkt mij behoorlijk gedateerd.... Onder het kopje 'Over ons' is onder andere het volgende te lezen:
'Journalistiek vormt de ruggengraat van elke democratische samenleving. Dit betekent dat journalisten in een democratische staat goed opgeleidt zijn in democratische alsook ethische principes maar ook beschikken over de juiste (technische) vaardigheden. Suriname kent op dit moment één opleidingsinstituut dat zich een journalistieke opleiding verzorgt, echter beperkt deze opleiding zich voornamelijk tot theoretisch onderwijs. Daarbij komt ook bij kijken dat slechts een klein deel van de afgestudeerden aan deze opleiding daadwerkelijk een baan ambiëren als journalist bij een mediabedrijf.
Het overgrote deel van de Surinaamse journalisten heeft geen formele journalistieke opleiding genoten en verricht zijn/haar taken op basis van opgedane ervaring en on-the-job training.
De Stichting ter bevordering van Journalistiek in Suriname beoogt het niveau van de Surinaamse journalist hoger te tillen middels gerichte trainingen, gericht op het aanleren c.q. verbeteren van relevante vaardigheden. (...)'
Hoe kan een Stichting ter Bevordering van de Journalistiek in Suriname beweren de journalistiek te willen bevorderen, als je zelf niet eens in staat bent om foutloze teksten te plaatsen op de eigen website.....)
'Journalistiek vormt de ruggengraat van elke democratische samenleving. Dit betekent dat journalisten in een democratische staat goed opgeleidt zijn in democratische alsook ethische principes maar ook beschikken over de juiste (technische) vaardigheden. Suriname kent op dit moment één opleidingsinstituut dat zich een journalistieke opleiding verzorgt, echter beperkt deze opleiding zich voornamelijk tot theoretisch onderwijs. Daarbij komt ook bij kijken dat slechts een klein deel van de afgestudeerden aan deze opleiding daadwerkelijk een baan ambiëren als journalist bij een mediabedrijf.
Het overgrote deel van de Surinaamse journalisten heeft geen formele journalistieke opleiding genoten en verricht zijn/haar taken op basis van opgedane ervaring en on-the-job training.
De Stichting ter bevordering van Journalistiek in Suriname beoogt het niveau van de Surinaamse journalist hoger te tillen middels gerichte trainingen, gericht op het aanleren c.q. verbeteren van relevante vaardigheden. (...)'
Hoe kan een Stichting ter Bevordering van de Journalistiek in Suriname beweren de journalistiek te willen bevorderen, als je zelf niet eens in staat bent om foutloze teksten te plaatsen op de eigen website.....)
Doel van deze journalistenprijs is het stimuleren van de kwaliteit van journalistieke producties. Jane Kolf-Bergraaf, voorzitter van de SBJS, beweerde niet ontevreden over het resultaat. ‘Dit jaar hebben wij slechts twaalf stukken ontvangen, terwijl het afgelopen jaar drieëndertig waren. Maar dit jaar waren het allemaal stukken met kwaliteit.’ Het is ongelofelijk dat de voorzitter op deze wijze reageert. Feitelijk is het bijzonder triest dat er dit jaar zo weinig inzendingen waren en zou de organisatie zich de vraag moeten stellen waardoor dat komt. De prijs heeft nu feitelijk geen enkele journalistieke waarde als je in ogenschouw neemt hoeveel artikelen er zijn verschenen en producties zijn uitgezonden die hadden kunnen meedingen naar de prijs. Ook kan de vraag gesteld worden hoe de jury tot haar beoordeling van een ingezonden artikel of productie komt, welke criteria worden gehanteerd.
Misschien had het lage aantal inzendingen voor de organisatie reden moeten zijn om dit jaar geen prijs toe te kennen......
Heeft de ‘Journalistenprijs’ in haar huidige vorm en jurybezetting (volgens mij zitten daar geen gewone burgers, kijkers, lezers en luisteraars in) nog wel toekomst? Neen.
Aan de prijs, die werd uitgereikt in het gebouw van de SBJS, is een bedrag van 7.500 Surinaamse dollar verbonden.
SCCN Radio won de prijs vorig jaar met een radioproductie van B-Cham Chandralall en Agatha Castillo, ‘Erkenning van Homorechten’ die met kop en schouder boven andere inzendingen zou hebben uitgestoken.. De tweede en derde prijs gingen naar Radio ABC en Parbode.
Journalist snakt treurig naar waardering.....
‘Velen zien de journalist nog steeds als een lastpost, als een betweter, als een manipulator van het nieuws, als een persoon die denkt de wereld te kunnen verbeteren, als iemand die je gemakkelijk kan gebruiken om je belangen te behartigen, als iemand die gemakkelijk om te kopen is een persoon die je met een fles whisky of een aantal SRD’s over de streep kan halen’, zo sprak Desi Truideman, voorzitter van de jury ‘Journalistenprijs’ 2012 en oud-hoofdredacteur van de Ware Tijd, aldus een bericht op de website van Starnieuws.
Dezelfde Truideman liet een paar dagen later in gesprek met de avondkrant De West weten graag te willen zien dat journalisten zitting zouden kunnen nemen in allerlei overheidscommissies. Als voorbeeld noemde hij de Staatsraad, dat een adviesorgaan is van de regering. ‘Er is geen enkele journalist in de Staatsraad
of welke overheidscommissie dan ook. Die maatschappelijke erkenning en waardering ontbreekt helaas’, aldus Truideman die kennelijk erg in zijn maag zit met de vermeende onderwaardering van de journalist.
Stel dat Truideman 'zijn zin' zou krijgen, dan zou hij zelf de journalistieke objectiviteit in gevaar en zeker in diskrediet brengen. Ook de politicoloog Hans Breeveld vindt de suggestie van Truideman verwerpelijk.‘Het conflict of interests zal een belangrijke rol gaan spelen. Je zal jouw functie gebruiken om dingen waar je bij betrokken bent goed te praten’, aldus Breeveld tegenover De West.
Dezelfde Truideman liet een paar dagen later in gesprek met de avondkrant De West weten graag te willen zien dat journalisten zitting zouden kunnen nemen in allerlei overheidscommissies. Als voorbeeld noemde hij de Staatsraad, dat een adviesorgaan is van de regering. ‘Er is geen enkele journalist in de Staatsraad
of welke overheidscommissie dan ook. Die maatschappelijke erkenning en waardering ontbreekt helaas’, aldus Truideman die kennelijk erg in zijn maag zit met de vermeende onderwaardering van de journalist.
Stel dat Truideman 'zijn zin' zou krijgen, dan zou hij zelf de journalistieke objectiviteit in gevaar en zeker in diskrediet brengen. Ook de politicoloog Hans Breeveld vindt de suggestie van Truideman verwerpelijk.‘Het conflict of interests zal een belangrijke rol gaan spelen. Je zal jouw functie gebruiken om dingen waar je bij betrokken bent goed te praten’, aldus Breeveld tegenover De West.
De nieuwswebsite Starnieuws gaat in een tweede artikel over de ‘Journalistenprijs’ vooral in op de vermeende maatschappelijke positie van de journalist in Suriname. De teneur van het artikel is dat journalisten zich ondergewaardeerd zouden voelen:
‘(...) Hij (red.: Desi Truideman) zei dat de mensen die dit beeld van de journalist ophouden er gemakshalve aan voorbij gaan dat de journalist om zijn werk naar behoren te doen, over een behoorlijke algemene ontwikkeling moet beschikken, kennis draagt van de ontwikkelingsprocessen in dit land, constant moet blijven studeren en een grote mate van verantwoordelijkheidsgevoel aan de dag moet leggen bij het uitvoeren van zijn journalistieke werkzaamheden. Truideman vindt dat de maatschappelijke waardering van journalisten in ons land veel te wensen overlaat. ‘Het is aan te bevelen om na te gaan hoe hoog het beroep van journalist in Suriname op de maatschappelijke ladder staat.’(...)'
Voor de nieuwswebsite Starnieuws zijn overigens zowel de voorzitter (Wilfred Leeuwin) als ondervoorzitter (Edward Troon) van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) werkzaam. Ligt er niet een taak voor deze vereniging om iets te gaan ondernemen tegen de kennelijk in de samenleving aanwezige ‘onderwaardering’ van de beroepsgroep - althans een door de journalist zelf gevoelde onderwaardering - , maar ook aan de inhoudelijke kwaliteit van het geleverde journalistieke werk?
Worden journalisten werkelijk ondergewaardeerd of is het slechts een volgens mij onterecht gevoel onder enkele journalisten? In ieder geval zijn ze van oordeel dat ze hoger zouden moeten worden ingeschaald op de maatschappelijke ladder. Maar, dat ligt toch echt aan de journalisten zelf: wordt er kwalitatief beter werk geleverd dan zal het ‘aanzien’ – voor zover dat nodig is, immers in hoeverre worden een bakker, een groenteteler, een verpleegster, een vuilnisman of bouwvakker gewaardeerd, die toch ook allen belangrijk werk verrichten – ook stijgen..... Hoor je hen of vertegenwoordigende organisaties klagen over onderwaardering zoals dat het geval is bij journalisten?
Journalist niet geïnteresseerd in eigen vakprijs
De Surinaamse journalist blijkt zelfs nauwelijks belangstelling te hebben voor de eigen 'Journalistenprijs'. Wat wil het zeggen dat slechts twaalf stukken en/of producties werden ingezonden, waarvan ook nog eens eentje werd gediskwalificeerd. En hoeveel stukken zou de Parbode hebben ingezonden......?
Toont het aantal inzettingen wellicht het niveau van journalistieke artikelen en producties in Suriname.... Vinden mediabedrijven hun eigen artikelen en producties wellicht zelf kwalitatief te ongeschikt om in aanmerking te kunnen komen voor een journalistieke prijs?
Het feit dat er dit jaar slechts elf goedgekeurde inzendingen waren is veelzeggend....en moet een scherp signaal zijn voor de eigen sector.
Er kan door de organisatie wel gezegd worden dat de kwaliteit van alle inzendingen dit jaar goed was, maar voorbij wordt gegaan aan het waarom van het zeer lage aantal deelnemende stukken en producties.
Tijd voor zelfreflectie....
Klagen over onderwaardering van het eigen vak zet geen zoden aan de dijk en komt welhaast zielig en onvolwassen over, maar wat wel zoden aan de dijk kan zetten zijn een gedegen eigen journalistieke opleiding in het land en zelfreflectie van menig Surinaams journalist.
De 'Journalistenprijs' werd feestelijk uitgereikt, maar van echt feest kan er anno 2012 in het Surinaamse journalistieke landschap geen sprake zijn. Misschien is de tijd aangebroken om deze prijs af te schaffen. Voor zover mij bekend is het de enige beroepsgroep in Suriname die zichzelf jaarlijks in het zonnetje wil laten zetten met een prijs. Kennelijk heeft juist deze beroepsgroep de prijs nodig om weer eens te jammeren over de vermeende onderwaardering. Het is treurig gesteld met de Surinaamse journalist......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten