Na horen Hoefdraad neemt Assemblee besluit over verzoek in staat van beschuldiging- stelling door OM
Naar aanleiding van het verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) aan De Nationale Assemblee om minister van Financiën Gillmore Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen, zal de bewindsman eerst door een parlementaire commissie gehoord worden. Pas daarna zal De Nationale Assemblee een besluit nemen of het verzoek van het OM zal worden gehonoreerd of niet. Dat heeft het college donderdag7 mei 2020 tijdens een huishoudelijke vergadering besloten, aldus de Ware Tijd.
De commissie staat onder leiding van Oesman Wangsabesarie (NDP). De leden zijn Asiskumar Gajadien (VHP), Patrick Kensenshuis (NDP), Ronnie Brunswijk (ABOP), Daniella Sumter (NDP), Patricia Etnel (NPS) en Rossellie Cotino (NDP).
In het kader van het justitieel onderzoek naar malversaties bij de Centrale Bank van Suriname werd de bewindsman eerder door de politie als getuige gehoord. Op basis van zijn verklaringen en die van andere getuigen en verdachten in deze zaak, vond het Openbaar Ministerie aanleiding om de minister ook als verdachte aan te merken. Hij wordt verweten de Bankwet, de Anti-Corruptiewet en het wetboek van Strafrecht te hebben overtreden.
In deze zaak heeft het OM, voormalig CBvS-governor Robert van Trikt, diens zakenpartner Ashween Angnoe en minister Hoefdraad als verdachten aangemerkt. Van Trikt en Angnoe zitten vanaf begin februari in voorarrest.
Volgens de 'wet In staat van Beschuldingingstelling Politieke Ambtsdragers' dienen bewindslieden alsook gewezen politieke bewindvoerders eerst door het parlement in staat van beschuldiging te worden gesteld, voordat ze wegens vermeende ambtsmisdrijven vervolgd kunnen worden.
Op basis van deze wet werden eerder de toenmalige ministers Errol Alibux en Dewanand Balesar berecht en veroordeeld. Alibux won later een zaak tegen de staat bij het Inter-Amerikaanse Mensenrechtenhof, omdat hij in Suriname geen eerlijk strafproces had gekregen. Hij werd in slechts één instantie berecht en veroordeeld door het Hof van Justitie zonder mogelijkheid tot hoger beroep. De wet is daarna zodanig aangepast dat nu ook hoger beroep mogelijk is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten