(Bron foto's: Ministerie van LVV) |
Minister Rabin Parmessar van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) verwacht dat zijn voorlichtingsmedewerk(st)ers nog meer de handen uit de mouwen steken dan tot nu toe gebeurt. De bewindsman onderstreept dat deze medewerk(st)ers een belangrijke schakel vormen tussen het ministerie en de boer, aldus de Ware Tijd donderdag 12 september 2019.
Tijdens de woensdag gehouden workshop ‘Disaster Risk Management and Climate Change’ - in het SAIA-gebouw op het complex van het ministerie aan de Letitia Vriesdelaan - georganiseerd ten behoeve van haar voorlicht(st)ers. heeft Parmessar scherpe opmerkingen gericht naar zijn personeel toe. De workshop was onderdeel van een project, waarvoor een 'Letter of Agreement is getekend tussen The Food and Agriculture Organization (FAO) en The Inter- American Institute for Cooperation on Agriculture (IICA).
'Ik wil weten hoeveel boeren u heeft opgezocht en ondersteund. U bent aangenomen om de boer voor te lichten, maar ik heb gemerkt hoe lang het duurt voordat de voorlichter bij de boer komt.'
De minister stelde, dat het werk van de voorlicht(st)er niet te onderschatten is. Hij zegt duidelijk de positieve veranderingen en effecten te merken wanneer een boer de begeleiding en kennis heeft gehad. Parmessar wijst de voorlicht(st)ers erop dat zij 'de sleutel, handen en voeten' zijn bij de gedachte van de regering om Suriname te maken tot de voedselschuur. 'Het ministerie staat aan de vooravond van een transformatie. We moeten inzien dat wat we tot nu toe doen, niet meer zal lonen. Ik benader u niet negatief, maar juist positief zodat u die stappen onderneemt, want u kunt het.'
De workshop maakt deel uit van het Technical Cooperation Programme (TCP) voor de verbetering van technische en institutionele capaciteiten voor rampen- en klimaatrisicobeheer en daarmee het garanderen van duurzame landbouw. Dit programma wordt uitgevoerd in Jamaica, Guyana en Suriname.
Tijdens de workshop is de voorlicht(st)ers kennis bijgebracht over de impact van klimaatverandering en de effecten daarvan waarmee boeren te maken krijgen. Parmessar noemt als voorbeelden temperatuursveranderingen, langere droge tijden en in korte tijd veel regen. Daarnaast noemt hij het ontstaan van nieuwe ziektebeelden. 'Hoe gaan wij hiermee om? Hebben we al gedacht aan nieuwe rassen?'
Het is volgens de bewindsman zaak dat de voorlicht(st)ers de kennis benutten en daarmee naar de boer gaan, aangezien het om dure bijeenkomsten gaat.
Martha Nojodikromo, landbouwvoorlichtster van LVV-Domburg, kan zich vinden in de opmerkingen van de minister. 'We gaan heel veel op het veld, maar het kan beter.' Haar collega Roël Ramautar erkent dat er een belangrijke taak is weggelegd voor voorlicht(st)ers. 'De voorlichter moet zichtbaar zijn bij de landbouwer, maar niet altijd hebben ze de middelen daartoe. Soms moeten ze hun eigen vervoer inzetten.'
Parmessar zegt, dat hij vanaf zijn aantreden intensief aan de slag is op het ministerie. Echter, met de verscherpte EU-regels voor de import van groenten en fruit, zegt hij, is er 'geen andere keus dan met all hands on deck' actie te ondernemen om de voedselveiligheid te waarborgen.