Palmtak en 16 andere verdachten vast in zaak mishandeling en dood gedetineerde Dion Griffith
De directeur van het Huis van Bewaring Hazard, Ricardo Palmtak, is vandaag, donderdag 11 april 2019, na verhoor in verzekering gesteld in verband met de dramatische dood van de gedetineerde Dion Griffith. Nu zijn zeventien personen gearresteerd in deze zaak, onder wie ook officieren.
Starnieuws bericht vernomen te hebben, dat er bezwarende verklaringen zijn afgelegd tegen de directeur van de gevangenis. Hij was eerder als getuige gehoord. Vandaag is hij dus als verdachte verhoord. Hij is intussen ontwapend en zijn dienstvoertuig is in beslag genomen.
Griffith werd 24 maart dood binnengebracht bij de Spoedeisende Hulp van het Mungra Medisch Centrum. Hij is op gruwelijke wijze mishandeld, totdat hij overleed De man was ontvlucht uit de gevangenis, maar werd dezelfde dag aangehouden.
Het is nog nooit voorgekomen dat zoveel penitentiaire ambtenaren zijn gearresteerd in één zaak. Palmtak is niet in Hazard opgesloten, maar in een politiepost in Nickerie.
Dagelijkse selectie Surinaams nieuws en relevant nieuws uit Latijns-Amerika en Caribisch gebied - Verrassend, actueel, informatief, met oog voor haar lezers!
donderdag 11 april 2019
Paramilitair en drugshandelaar Hernan Giraldo verkrachtte meer dan 200 meisjes onder de 14 aan Caribische kust Colombia
Giraldo creëerde een groot polygaam 'gezin' om
hem te helpen territoriale controle te behouden
- 'Hij heeft 70 bevestigde kinderen, hoewel vermoed wordt dat er meer zijn'
- In 2008 werd hij uitgeleverd aan VS, waar hij veroordeeld werd tot 16 jaar gevangenisstraf wegens drugshandel
- Centro Nacional de Memoria Histórica van Colombia heeft tussen 1958 en 2017 minstens 15.000 slachtoffers van seksueel geweld geregistreerd tijdens het gewapende conflict
Paramilitair leider en drugshandelaar Hernan Giraldo verkrachtte meer dan 200 meisjes onder de 14 aan de Caribische kust van Colombia, waardoor hij een groot polygaam 'gezin' creëerde om hem te helpen territoriale controle te behouden, volgens een onderzoek.
Giraldo, hoofd van de paramilitaire groep Autodefensas Unidas de Colombia (AUC), zou regelmatig kinderen verkrachten en bevruchten, en zo een netwerk van meisjes creëren dat hem op de hoogte zou kunnen houden over zijn territorium. Hij heeft 70 bevestigde kinderen, hoewel vermoed wordt dat er meer zijn, volgens de minister van Binnenlandse Zaken van de provincie Magdalena, die de roofzuchtige praktijken van 'El Taladro' heeft onderzocht.
De helft van de slachtoffers van Giraldo zijn vrijwillig door hun ouders overgedragen, en hebben hun toestemming gegeven uit angst dat weigering zou eindigen met moord, en de wetenschap dat het overhandigen van hun dochters beloningen zou opleveren van de misbruiker.
Er is ook gemeld, dat de meisjes in de rij stonden of dat de paramilitairen families vroegen om ze te 'cultiveren' voor het misbruik, en dat in andere gevallen de meisjes werden betaald nadat ze gedrogeerd en verkracht waren. De meisjes zouden naar verluidt gaan wonen op de boerderij van Giraldo voor een periode van maanden, voordat ze worden vervangen. Ze zouden dan naar huis of naar een strategische locatie van zijn keuze worden teruggestuurd om deel te worden van zijn netwerk van macht en informatie. Hij liet velen zwanger achter, onderhield gewelddadige relaties jaren achtereen, waarin hij meisjes voortdurend zou verkrachten en hen tot samenwerking dwong. met zijn criminele organisatie.
Zwangerschap werd een rekruteringsmethode voor zowel de meisjes als de kinderen die ze zouden dragen, en als meisjes probeerden te ontsnappen, werden ze volgens El Tiempo op brute wijze vermoord.
Het onderzoek is uitgevoerd door Norma Vera Salazar, minister van Binnenlandse Zaken voor Magdalena, die al bijna 20 jaar wreedheden blootlegt met betrekking tot het gebruik van verkrachting als een instrument voor oorlogsvoering.
Het rapport observeert patronen in Giraldo's gerichtheid op slachtoffers, waarbij systematisch maagden jonger dan 14 jaar worden gekozen met een bleke huid en brede heupen. Er is slechts één geval van een meisje met een donkere huid geregistreerd.
Giraldo demobiliseerde in 2006 met 1.700 van zijn mannen, die samen de controle hadden over Santa Marta en het omliggende gebied. Tijdens zijn twee decennia van bevel over de groep, waren er 12.000 slachtoffers, met inbegrip van bijna 3.000 moorden en een aantal moordpartijen. Hij werd beschuldigd van zo'n 705 daden die 4.000 slachtoffers troffen. In 2008 werd hij uitgeleverd aan de Verenigde Staten, waar een rechtbank hem veroordeelde tot 16 jaar gevangenisstraf wegens drugshandel.
Er wordt gezegd dat hij zaken deed met de beruchte 'Narco' Pablo Escobar. Dit is geenszins uniek: vijf voormalige paramilitaire hoofden zijn veroordeeld voor gendergerelateerd seksueel geweld dat wordt gepleegd door mannen onder hun bevel. Giraldo wordt niet vervolgd, ondanks dat hij rechtstreeks wordt beschuldigd van zoveel seksuele misdaden van zeer ernstige aard.
Seksuele misdaden, ook tegen minderjarigen, zijn opgenomen in de overeenkomst inzake overgangsjustitie, wat betekent dat degenen die toegeven deze misdaden te plegen, worden berecht onder het Colombiaanse Jurisdicción Especial para la Paz, de JEP, en kunnen een maximumstraf van slechts acht jaar gevangenisstraf krijgen. Een ander probleem met verkrachting als oorlogsmisdaad is, dat maar weinigen bereid zijn om deze misdaden toe te geven.
Het Centro Nacional de Memoria Histórica van Colombia heeft tussen 1958 en 2017 minstens 15.000 slachtoffers van seksueel geweld geregistreerd tijdens het gewapende conflict. Paramilitairen maken ongeveer 30% van deze misdaden uit en de guerrillastrijders nog eens 30%. Ongeveer 8% van deze misdaden is vervolgd, met een straffeloosheidscijfer van meer dan 90%.
(Suriname Mirror/Colombia Reports/radioformula.com.mx/Twitter
- 'Hij heeft 70 bevestigde kinderen, hoewel vermoed wordt dat er meer zijn'
- In 2008 werd hij uitgeleverd aan VS, waar hij veroordeeld werd tot 16 jaar gevangenisstraf wegens drugshandel
- Centro Nacional de Memoria Histórica van Colombia heeft tussen 1958 en 2017 minstens 15.000 slachtoffers van seksueel geweld geregistreerd tijdens het gewapende conflict
Paramilitair leider en drugshandelaar Hernan Giraldo verkrachtte meer dan 200 meisjes onder de 14 aan de Caribische kust van Colombia, waardoor hij een groot polygaam 'gezin' creëerde om hem te helpen territoriale controle te behouden, volgens een onderzoek.
Giraldo, hoofd van de paramilitaire groep Autodefensas Unidas de Colombia (AUC), zou regelmatig kinderen verkrachten en bevruchten, en zo een netwerk van meisjes creëren dat hem op de hoogte zou kunnen houden over zijn territorium. Hij heeft 70 bevestigde kinderen, hoewel vermoed wordt dat er meer zijn, volgens de minister van Binnenlandse Zaken van de provincie Magdalena, die de roofzuchtige praktijken van 'El Taladro' heeft onderzocht.
Bogotá, Colombia. El narcotraficante Hernán Giraldo Serna alias "El Taladro" preso en Estados Unidos, habría violado a más de 200 menores de edad en un lapso no mayor a 5 años. también conocido como "El Patrón", admitió haber tenido 38 hijos de esas violaciones pic.twitter.com/eOv30XBoFA— karina nechar ramos (@karynechar) April 11, 2019
De helft van de slachtoffers van Giraldo zijn vrijwillig door hun ouders overgedragen, en hebben hun toestemming gegeven uit angst dat weigering zou eindigen met moord, en de wetenschap dat het overhandigen van hun dochters beloningen zou opleveren van de misbruiker.
Er is ook gemeld, dat de meisjes in de rij stonden of dat de paramilitairen families vroegen om ze te 'cultiveren' voor het misbruik, en dat in andere gevallen de meisjes werden betaald nadat ze gedrogeerd en verkracht waren. De meisjes zouden naar verluidt gaan wonen op de boerderij van Giraldo voor een periode van maanden, voordat ze worden vervangen. Ze zouden dan naar huis of naar een strategische locatie van zijn keuze worden teruggestuurd om deel te worden van zijn netwerk van macht en informatie. Hij liet velen zwanger achter, onderhield gewelddadige relaties jaren achtereen, waarin hij meisjes voortdurend zou verkrachten en hen tot samenwerking dwong. met zijn criminele organisatie.
Zwangerschap werd een rekruteringsmethode voor zowel de meisjes als de kinderen die ze zouden dragen, en als meisjes probeerden te ontsnappen, werden ze volgens El Tiempo op brute wijze vermoord.
Y el uribismo en silencio, ahí si no hacen denuncias ni corporaciones👇— ☝️Juan Camilo Caicedo ✍️👇 (@JUANCAELBROKY) April 7, 2019
Investigación revela que 'expara' abusó de unas 200 menores de 14 años:
Hernán Giraldo las embarazó y obligó a colaborar con la organización. Habría tenido 70 hijos. https://t.co/k73X3o7VCS
Het onderzoek is uitgevoerd door Norma Vera Salazar, minister van Binnenlandse Zaken voor Magdalena, die al bijna 20 jaar wreedheden blootlegt met betrekking tot het gebruik van verkrachting als een instrument voor oorlogsvoering.
#Judicial Exparamilitar Hernán Giraldo violó a 200 niñas para ‘formar un ejército con sus hijos’, según revela informe. @UnidadVictimas @NormaVeraSahttps://t.co/RO9FYi9DlS— Revista7 (@revista7sma) April 9, 2019
La violencia sexual como arma de guerra, en el contexto del accionar del Frente Resistencia Tayrona comandado por Hernan Giraldo Serna.— Norma Vera Salazar (@NormaVeraSa) April 7, 2019
Het rapport observeert patronen in Giraldo's gerichtheid op slachtoffers, waarbij systematisch maagden jonger dan 14 jaar worden gekozen met een bleke huid en brede heupen. Er is slechts één geval van een meisje met een donkere huid geregistreerd.
Giraldo demobiliseerde in 2006 met 1.700 van zijn mannen, die samen de controle hadden over Santa Marta en het omliggende gebied. Tijdens zijn twee decennia van bevel over de groep, waren er 12.000 slachtoffers, met inbegrip van bijna 3.000 moorden en een aantal moordpartijen. Hij werd beschuldigd van zo'n 705 daden die 4.000 slachtoffers troffen. In 2008 werd hij uitgeleverd aan de Verenigde Staten, waar een rechtbank hem veroordeelde tot 16 jaar gevangenisstraf wegens drugshandel.
Er wordt gezegd dat hij zaken deed met de beruchte 'Narco' Pablo Escobar. Dit is geenszins uniek: vijf voormalige paramilitaire hoofden zijn veroordeeld voor gendergerelateerd seksueel geweld dat wordt gepleegd door mannen onder hun bevel. Giraldo wordt niet vervolgd, ondanks dat hij rechtstreeks wordt beschuldigd van zoveel seksuele misdaden van zeer ernstige aard.
Seksuele misdaden, ook tegen minderjarigen, zijn opgenomen in de overeenkomst inzake overgangsjustitie, wat betekent dat degenen die toegeven deze misdaden te plegen, worden berecht onder het Colombiaanse Jurisdicción Especial para la Paz, de JEP, en kunnen een maximumstraf van slechts acht jaar gevangenisstraf krijgen. Een ander probleem met verkrachting als oorlogsmisdaad is, dat maar weinigen bereid zijn om deze misdaden toe te geven.
Het Centro Nacional de Memoria Histórica van Colombia heeft tussen 1958 en 2017 minstens 15.000 slachtoffers van seksueel geweld geregistreerd tijdens het gewapende conflict. Paramilitairen maken ongeveer 30% van deze misdaden uit en de guerrillastrijders nog eens 30%. Ongeveer 8% van deze misdaden is vervolgd, met een straffeloosheidscijfer van meer dan 90%.
(Suriname Mirror/Colombia Reports/radioformula.com.mx/Twitter
Colombiaanse marine jaagt met succes op cocaïne onderzeebootjes ('semisubmersibles')
(Bron foto: Marine Colombia) |
Drie duikboten en meer dan 1 ton cocaïne in beslag genomen en drie verdachten gearresteerd
De Colombiaanse marine heeft tussen januari en februari 2019 de activiteiten van een transnationale criminele drugsbende in het Cauca-departement aan de kust van de Colombiaanse Stille Oceaan een zware slag toegebracht. Eenheden van de Fuerza Naval del Pacífico (FNP) hebben verschillende gezamenlijke operaties geleid, die resulteerdem in de inbeslagname van drie duikboten en meer dan 1 ton cocaïne en de arrestatie van drie criminelen. FNP voerde de operaties uit met de steun van het Comando Aéreo de Combate 7 (CACOM-7) van de Fuerza Aérea Colombiana (FAC) en het speciale kantoor van de procureur-generaal, Narcotráfico y el Cuerpo Técnico de Investigación.
Volgens de marine behoorden de semisubmersibles, drugs en de drie arrestanten tot de Grupo Armado Organizado Residual (GAOR, in het Spaans) va het Frente 29 Steven González, die actief is in de regio.
Op 28 januari voerden de autoriteiten een achtervolging uit op zee, als gevolg van inlichtingenwerk van de marine en voormalige leden van de Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia (FARC). De voormalige guerrillastrijders, voor uitlevering gezocht door de Verenigde Staten, werkten samen met de autoriteiten in ruil voor voordelen zoals verlaagde straffen, stelde de marine in een persbericht. 'Marine inlichtingen had informatie die hielp bij het detecteren van het mogelijke vertrek van een duikboot die mogelijk een onbekende hoeveelheid van een illegale substantie vervoerde', vertelde Marinecommandant Julio César Sánchez Suárez, hoofd van het Estación de Guardacostas del Pacífico, een FNP-eenheid, aan Diálogo. FAC-piloten ondersteunden de operatie met vluchten over het gebied met een Citation SR-560 vliegtuig en een Cessna 208 Caravan.
'Wat wij doen is fungeren als een waarschuwing om marineschepen te begeleiden en maritieme onderscheppingen efficiënter te maken', vertelde FAC-kapitein Rodrigo Núñez, CACOM-7 squadron commandant, aan Diálogo. FNP-eenheden ontdekten een semisubmersible in wateren van de Stille Oceaan nabij de gemeente Timbiquí, het departement Cauca. De bemanning, een Colombiaan en twee Ecuadoraaanse staatsburgers, probeerden zich te ontdorn van bewijs bij het zien van de Colombiaanse marineschepen. 'Toen de bemanning zich realiseerde dat we ze zouden vangen, opende ze een paar bodemkleppen, zodat water snel naar binnen kon en de duikboot zonk', zei Sánchez. 'We markeerden de geschatte positie waar de boot zonk, en met de hulp van een ander marineschip hebben we de exacte locatie van deduikboot geverifieerd en geïdentificeerd.' FNP-eenheden reageerden snel om de drie criminelen te redden en de duikboot te bergen, die 30 meter diep lag. Na 10 dagen werken, en met de hulp van een amfibisch landingsschip, evenals duik- en logistieke eenheden, heeft de marine de 20 meter lange en 2 meter brede duikboot geborgen en 1.535 kilo cocaïne in beslag genomen dat de bemanning probeerde om naar Midden-Amerika te smokkelen.
(Bron foto: Colprensa) |
'Marinepersoneel bracht de gevangenen, drugs en duikboot naar de autoriteiten in Buenaventura, Valle del Cauca, voor vervolging. De criminelen kunnenen een straf van zes tot twaalf jaar krijgen voor het gebruik, de bouw en het bezit van een semisubmersible en acht tot veertien jaar voor de smokkel van de cocaïne, zei de marine.
Begin februari onderschepte de marine twee andere semisubmersibles op twee scheepswerven die verborgen waren in het landelijke oerwoudgebied van de gemeente López de Micay, het Cauca-departement. Gezamenlijk inlichtingenwerk stelde de marine en de FAC in staat om de scheepswerven te lokaliseren en de aanwezigheid van de schepen te bevestigen.
'We hebben met een infraroodcamera door het struikgewas (in de jungle) gescand', zei Núñez. 'We gebruikten hittekens om aanwijzingen te volgen tot we de scheepswerf vonden.' De in beslag genomen half-afzinkbare duikboten waren 15 meter lang en konden elk 2.5 ton cocaïne vervoeren, zei de marine.
Met de inbeslagname van drie semi-submersibles en 1.5 ton cocaïne heeft de marine een harde slag toe gebracht aan de financiën van GAOR Front 29 Steven González. 'Tot dusver dit jaar hebben we zes semisubmersibles en ongeveer 10 ton cocaïne en marihuana in beslag genomen', concludeerde vicepresident Martínez. 'Het is een enorm bedrag dat de operationele inspanningen toont die we uitvoeren in onze strijd tegen de gehele keten van narcotrafficking.'
(Suriname Mirror/dialogo-americas/YouTube/Radio Santa Fe)
Colombia maakt einde aan dierproeven voor cosmetica
Colombia wordt het eerste Latijns-Amerikaanse land met een dergelijk verbod
Het Colombiaanse Huis van Afgevaardigden heeft 2 april 2019 unaniem ingestemd met een uitgebreid wetsvoorstel waarmee dierproeven voor cosmetica en cosmetische ingrediënten verboden worden. Het gaat om cosmetica die het land produceert én importeert, en om make-up removers en absorptiematerialen die in luiers en tampons zitten verwerkt.
Als de wet er daadwerkelijk komt, is Colombia het eerste Latijns-Amerikaanse land met een dergelijk verbod.
De onderdelen van de wet op een rij:
• Dierproeven worden verboden voor onderzoek, ontwikkeling en de commerciële verkoop van cosmetica , persoonlijke verzorgingsproducten en absorptiemateriaal.
• Alle cosmetica, persoonlijke verzorgingsproducten en absorptiemateriaal die Colombia produceert, verhandelt, invoert of exporteert moeten een label met ‘Niet getest op dieren’ hebben.
• De regering zal premies instellen en faciliteiten creëren voor de commerciële verkoop en export van cosmetica, persoonlijke verzorgingsproducten en absorptiemateriaal die niet op dieren zijn getest, en voor wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s die alternatieve methoden ontwikkelen om dierproeven in deze sector uit te bannen.
Het wetsvoorstel gaat nu naar Colombiaanse Senaat, die in twee debatten beslist of de wet wordt aangenomen. Bij akkoord gaat de wet twaalf maanden later in.
Juan Carlos Losada Vargas is lid van het Huis van Afgevaardigden. Hij presenteerde de wet in augustus vorig jaar in het Colombiaanse Congres. Met deze wet wil hij dierenleed stoppen en Colombiaanse bedrijven de mogelijkheden bieden om de Europese markt te betreden, waar dierproeven voor cosmetica al jarenlang verboden zijn.
Ángel María Gaitán – ook lid van het Huis – steunt het wetsvoorstel: 'Colombia moet voorop gaan in de wereldwijde strijd tegen dit dierenleed. Door middel van premies en ondersteuning maken we hier nu een einde aan in ons land.'
Volgens de non-gouvernementele organisatie Animal Defenders International (ADI) geldt op dit moment een soortgelijk verbod in ongeveer 40 landen, waaronder India, Israël en Nieuw-Zeeland .
Het Verenigd Koninkrijk was in 1998 het eerste land dat dierproeven voor cosmetica bij wet verbood. In 2013 verbood de Europese Unie de verkoop van op dieren geteste cosmetica , zij het met enkele uitzonderingen. En in mei 2018 nam het Europees Parlement een resolutie aan waarin werd opgeroepen tot een wereldwijd verbod in 2023. Maar, in een voortgangsrapport over de periode 2015-17 stelde de Europese Commissie in juli 2018 dat alternatieve testmethoden nog niet ver genoeg waren ontwikkeld om dierproeven volledig uit te bannen.
(Suriname Mirror/Animals Today/Animals Defenders International)
Het Colombiaanse Huis van Afgevaardigden heeft 2 april 2019 unaniem ingestemd met een uitgebreid wetsvoorstel waarmee dierproeven voor cosmetica en cosmetische ingrediënten verboden worden. Het gaat om cosmetica die het land produceert én importeert, en om make-up removers en absorptiematerialen die in luiers en tampons zitten verwerkt.
Als de wet er daadwerkelijk komt, is Colombia het eerste Latijns-Amerikaanse land met een dergelijk verbod.
De onderdelen van de wet op een rij:
• Dierproeven worden verboden voor onderzoek, ontwikkeling en de commerciële verkoop van cosmetica , persoonlijke verzorgingsproducten en absorptiemateriaal.
• Alle cosmetica, persoonlijke verzorgingsproducten en absorptiemateriaal die Colombia produceert, verhandelt, invoert of exporteert moeten een label met ‘Niet getest op dieren’ hebben.
• De regering zal premies instellen en faciliteiten creëren voor de commerciële verkoop en export van cosmetica, persoonlijke verzorgingsproducten en absorptiemateriaal die niet op dieren zijn getest, en voor wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s die alternatieve methoden ontwikkelen om dierproeven in deze sector uit te bannen.
Het wetsvoorstel gaat nu naar Colombiaanse Senaat, die in twee debatten beslist of de wet wordt aangenomen. Bij akkoord gaat de wet twaalf maanden later in.
Juan Carlos Losada Vargas is lid van het Huis van Afgevaardigden. Hij presenteerde de wet in augustus vorig jaar in het Colombiaanse Congres. Met deze wet wil hij dierenleed stoppen en Colombiaanse bedrijven de mogelijkheden bieden om de Europese markt te betreden, waar dierproeven voor cosmetica al jarenlang verboden zijn.
APROBADO!!!! En segundo debate mi proyecto de ley que prohíbe las pruebas cosméticas en animales, gracias a @AnimalDefenders y a todas organizaciones que se sumaron a esta importante causa. Seguimos avanzando en lucha por la protección animal!! #NoMásTesteoAnimal— Juan Carlos Losada ॐ (@JuanKarloslos) April 3, 2019
Aprobado en segundo debate nuestro proyecto de ley para prohibir la experimentación en animales con fines cosméticos! Seguimos luchando por los animales! @eduardopenha @SaninPazC @DanielSamperO @YerlyMozo @WRadioColombia @piedrahitangela @Amparo_Grisales @VanessaRosales_ pic.twitter.com/1aa2TfN6wF— Juan Carlos Losada ॐ (@JuanKarloslos) April 3, 2019
Ángel María Gaitán – ook lid van het Huis – steunt het wetsvoorstel: 'Colombia moet voorop gaan in de wereldwijde strijd tegen dit dierenleed. Door middel van premies en ondersteuning maken we hier nu een einde aan in ons land.'
Volgens de non-gouvernementele organisatie Animal Defenders International (ADI) geldt op dit moment een soortgelijk verbod in ongeveer 40 landen, waaronder India, Israël en Nieuw-Zeeland .
Het Verenigd Koninkrijk was in 1998 het eerste land dat dierproeven voor cosmetica bij wet verbood. In 2013 verbood de Europese Unie de verkoop van op dieren geteste cosmetica , zij het met enkele uitzonderingen. En in mei 2018 nam het Europees Parlement een resolutie aan waarin werd opgeroepen tot een wereldwijd verbod in 2023. Maar, in een voortgangsrapport over de periode 2015-17 stelde de Europese Commissie in juli 2018 dat alternatieve testmethoden nog niet ver genoeg waren ontwikkeld om dierproeven volledig uit te bannen.
(Suriname Mirror/Animals Today/Animals Defenders International)
Aantal ernstig bedreigde en zeldzame blauwoogsteenduiven in Brazilië neemt toe
In 2015 werd de duif voor het eerst in 75 jaar gezien, die tot dan toe als uitgestorven werd beschouwd
In de afgelopen jaren hebben Rainforest Trust en haar lokale partner in de Braziliaanse staat Minas Gerais, SAVE Brasil, de habitat van de kritisch bedreigde blauwoogsteenduif (Columbina cyanopis) proberen te beschermen.
De saga begon in 2015. Voor het eerst in 75 jaar zag iemand de blauwoogsteenduif, die tot dan toe als uitgestorven werd beschouwd. Kort daarna bevestigden meer rapporten die eerste waarneming. En kijk maar: een uitgestorven soort was nu ... niet. Een reeks snelle acties door lokale actoren en internationale groepen, waaronder Rainforest Trust, volgde. Het plan: bescherm de habitat van de herontdekte soort en zorg ervoor dat deze in de toekomst kan overleven.
In 2017 hebben Rainforest Trust en SAVE Brasil een stuk land gekocht waar de meeste blauwoogsteenduif populaties leven, om het Blauwoogsteenduif Reservaat te creëren. . De volgende zomer creëerde de regering van Minas Gerais het Botumirim State Park naast de deur. Samen beveiligen de twee beschermde gebieden bijna 90.000 hectare voor de vogel en andere soorten van het bedreigde cerrado-ecosysteem van Brazilië.
Een paar maanden geleden hoorden onderzoekers, die de habitat van de vogel bestudeerden, geruchten van een nieuwe groep blauwoogsteenduiven. Iemand had duiven buiten hun bekende leefgebied gezien. Vorige maand, na de eerste verkenning, bevestigden ze deze geruchten - en vier meer individuele vogels. De vier nieuwe individuen verhogen de bekende blauwoogsteenduifpopulatie met 26%. Maar, de nieuwe vogels kunnen ook de genetische diversiteit van de soort vergroten, waardoor de volksgezondheid verbetert.
'Degenen die werken in de natuurbescherming zijn meestal erg veerkrachtig, maar het is moeilijk om te zoeken naar een zeldzame soort zoals de blauwoogsteenduif in een habitat die er perfect uitziet en het daar niet vindt', zei Marcelo Lisita, een projectmedewerker voor SAVE Brasil. 'Na een jaar rondkijken op verschillende locaties zonder nieuwe exemplaren te vinden, was het met een overdaad aan opwinding dat we een paar ontdekten in een nieuw gebied.'
De geruchten begonnen met een lid van de lokale gemeenschap. SAVE Brasil beschouwt dit als een teken dat hun outreach-inspanningen succesvol zijn geweest. Bewustmaking van de blauwoogsteenduif en het ecologische belang van de cerrado zijn een topprioriteit voor outreach. Onderzoekers hopen dat dit de eerste van meer nieuwe blauwoogsteenduiven in het gebied zal zijn en dat de bescherming van de unieke habitat van de vogels zal leiden tot een groeiende populatie.
(Suriname Mirror/Rainforest Trust)
(Bron foto: Rafael Bessa) |
In de afgelopen jaren hebben Rainforest Trust en haar lokale partner in de Braziliaanse staat Minas Gerais, SAVE Brasil, de habitat van de kritisch bedreigde blauwoogsteenduif (Columbina cyanopis) proberen te beschermen.
De saga begon in 2015. Voor het eerst in 75 jaar zag iemand de blauwoogsteenduif, die tot dan toe als uitgestorven werd beschouwd. Kort daarna bevestigden meer rapporten die eerste waarneming. En kijk maar: een uitgestorven soort was nu ... niet. Een reeks snelle acties door lokale actoren en internationale groepen, waaronder Rainforest Trust, volgde. Het plan: bescherm de habitat van de herontdekte soort en zorg ervoor dat deze in de toekomst kan overleven.
(Bron foto: SAVE Brasil) |
Een paar maanden geleden hoorden onderzoekers, die de habitat van de vogel bestudeerden, geruchten van een nieuwe groep blauwoogsteenduiven. Iemand had duiven buiten hun bekende leefgebied gezien. Vorige maand, na de eerste verkenning, bevestigden ze deze geruchten - en vier meer individuele vogels. De vier nieuwe individuen verhogen de bekende blauwoogsteenduifpopulatie met 26%. Maar, de nieuwe vogels kunnen ook de genetische diversiteit van de soort vergroten, waardoor de volksgezondheid verbetert.
'Degenen die werken in de natuurbescherming zijn meestal erg veerkrachtig, maar het is moeilijk om te zoeken naar een zeldzame soort zoals de blauwoogsteenduif in een habitat die er perfect uitziet en het daar niet vindt', zei Marcelo Lisita, een projectmedewerker voor SAVE Brasil. 'Na een jaar rondkijken op verschillende locaties zonder nieuwe exemplaren te vinden, was het met een overdaad aan opwinding dat we een paar ontdekten in een nieuw gebied.'
De geruchten begonnen met een lid van de lokale gemeenschap. SAVE Brasil beschouwt dit als een teken dat hun outreach-inspanningen succesvol zijn geweest. Bewustmaking van de blauwoogsteenduif en het ecologische belang van de cerrado zijn een topprioriteit voor outreach. Onderzoekers hopen dat dit de eerste van meer nieuwe blauwoogsteenduiven in het gebied zal zijn en dat de bescherming van de unieke habitat van de vogels zal leiden tot een groeiende populatie.
(Suriname Mirror/Rainforest Trust)
Openbaar Ministerie Brazilië vervolgt mijnbouwgigant Vale en werknemers voor desastreuze Brumadinho dambreuk
Uit bewijslast blijkt dat bepaalde werknemers bij de mijn wisten dat de dam onveilig was
De Braziliaanse openbare aanklagers zijn van plan om aanklachten in te dienen tegen Vale en werknemers van de mijnbouwgigant na een dodelijke breuk van de dam bij een mijn in januari, zo meldt de Wall Street Journal vandaag, donderdag 11 april 2019.
Onderzoekers hebben genoeg bewijsmateriaal verzameld om aanklachten in te dienen, aldus Jose Adercio Leite Sampaio, de hoofdaanklager van het onderzoek in de Wall Street Journal. Uit dat bewijs blijkt, dat bepaalde werknemers bij de mijn wisten dat de dam onveilig was, maar het valt nog te bezien of bestuurders dat wisten, zei hij.
De breuk in een dam met mijnafval in Vale's Corrego do Feijao-mijn in het zuidoosten van Minas Gerais veroorzaakte stortingen van modderig slib dat door het gebied raasde en ongeveer 300 mensen doodde in de buurt van de stad Brumadinho.
De beschuldigingen die hier aan de orde zijn, zijn moord, doodslag, milieuschade en 'valse vertegenwoordiging', vertelde Sampaio aan de Journal.
De 'valse vertegenwoordiging'-aanklacht geldt voor medewerkers van zowel Vale als het Duitse inspectiebedrijf Tuev Sued, die verklaarden dat de dam veilig was kort voor de ineenstorting.
Een rapport dat in september door Tuev Sued werd voltooid, wekte bezorgdheid over de dam, identificeerde problemen met de drainage-infrastructuur en verkeerde monitoringsystemen, meldde de Journal in februari.
Aanklagers zullen in de komende maanden onderzoeken of senior Vale-functionarissen het risico op instorten begrepen, vertelde Sampaio de krant. De aandelen van Vale daalden lichtjes na het rapport.
Lees hier het volledige verhaal.
(Suriname Mirror/CNBC/Wall Street Journal/YouTube)
(Bron foto: Washington Alves/Reuters) |
De Braziliaanse openbare aanklagers zijn van plan om aanklachten in te dienen tegen Vale en werknemers van de mijnbouwgigant na een dodelijke breuk van de dam bij een mijn in januari, zo meldt de Wall Street Journal vandaag, donderdag 11 april 2019.
Onderzoekers hebben genoeg bewijsmateriaal verzameld om aanklachten in te dienen, aldus Jose Adercio Leite Sampaio, de hoofdaanklager van het onderzoek in de Wall Street Journal. Uit dat bewijs blijkt, dat bepaalde werknemers bij de mijn wisten dat de dam onveilig was, maar het valt nog te bezien of bestuurders dat wisten, zei hij.
De breuk in een dam met mijnafval in Vale's Corrego do Feijao-mijn in het zuidoosten van Minas Gerais veroorzaakte stortingen van modderig slib dat door het gebied raasde en ongeveer 300 mensen doodde in de buurt van de stad Brumadinho.
De beschuldigingen die hier aan de orde zijn, zijn moord, doodslag, milieuschade en 'valse vertegenwoordiging', vertelde Sampaio aan de Journal.
De 'valse vertegenwoordiging'-aanklacht geldt voor medewerkers van zowel Vale als het Duitse inspectiebedrijf Tuev Sued, die verklaarden dat de dam veilig was kort voor de ineenstorting.
Een rapport dat in september door Tuev Sued werd voltooid, wekte bezorgdheid over de dam, identificeerde problemen met de drainage-infrastructuur en verkeerde monitoringsystemen, meldde de Journal in februari.
Aanklagers zullen in de komende maanden onderzoeken of senior Vale-functionarissen het risico op instorten begrepen, vertelde Sampaio de krant. De aandelen van Vale daalden lichtjes na het rapport.
Lees hier het volledige verhaal.
(Suriname Mirror/CNBC/Wall Street Journal/YouTube)
Organisatie Braziliaans muziekfestival beschuldigd van het gebruik van daklozen als slaven voor bouw podia
'Werkgevers gaan huis-aan-huis naar daklozen opvangplaatsen in Sao Paulo
op zoek naar goedkope arbeidskrachten om zwaar werk te doen'
Organisatoren van een internationaal muziekfestival in Sao Paulo zijn woensdag 10 april 2019 formeel beschuldigd door een arbeidersvakbond van het inzetten van daklozen om de podia te bouwen en hen te onderwerpen aan slavernij-achtige omstandigheden.
Sao Paulo's Bond voor Kunstenaars en Technici in Festivals en Entertainment diende een officiële klacht in bij het Parket van de openbare aanklager tegen het Braziliaanse entertainmentbedrijf T4F dat de Braziliaanse editie van het Lollapalooza-festival organiseerde.
Bondspresident Dorberto Carvalho beschuldigde T4F van het dwingen van daklozen om lange uren te werken in gevaarlijke en vernederende omstandigheden, tegen weinig of geen beloning voorafgaand aan het festival van afgelopen weekend. T4F, ook wel bekend als Time for Fun, het enige openbare entertainmentbedrijf in Brazilië dat dateert uit 1983, zou geen commentaar geven op de beschuldigingen. Lollapalooza, een in de Verenigde Staten gevestigd bedrijf, heeft niet gereageerd op verzoeken om commentaar.
'Ze vertelden me dat ze werden ingehuurd om zware constructies gedurende 12 uur achter elkaar te dragen', vertelde Carvalho aan de Thomson Reuters Foundation. 'Als een persoon niet de volledige 12 uur kon werken, als ze er maar zes konden werken, werden ze ontslagen en kregen ze niets.'
Het Parket van Sao Paulo, dat arbeidsovertredingen onderzoekt en vervolgt, reageerde niet onmiddellijk op een verzoek om commentaar. Wanneer een formele klacht wordt ingediend, moet het kantoor een Officier van Justitie toewijzen om de klacht te analyseren en te kijken of het verder onderzoek verdient. Als een Officier van Justitie besluit TF4 te vervolgen voor het laten verrichten van slavenarbeid, kan het bedrijf civiele en strafrechtelijke procedures tegemoet zien.
Dit jaar waren in de Braziliaanse versie van Lollapalooza artiesten als de Arctic Monkeys, Sam Smith, Lenny Kravitz en Kendrick Lamar drie dagen te zien.
De goedkopere tickets werden verkocht voor ongeveer 800 reals ($ 207,54). Volgens Carvalho werkten ongeveer 120 daklozen aan het evenement, gevonden via een aannemer die door T4F was ingehuurd. Ze kregen ongeveer 45 reals ($ 11,67) per dag, hadden geen veiligheidsuitrusting en kregen geen contracten. Degenen die tijdens het evenement onderhoud hadden gedaan, werden ondergebracht in een afgesloten ruimte, zodat ze zich niet met het betalende publiek zouden mengen, zei Carvalho, die met een aantal dakloze arbeiders sprak.
In Brazilië wordt slavernij niet alleen als dwangarbeid gedefinieerd. De term omvat ook schuldbinding, onterende arbeidsomstandigheden, lange arbeidsuren die een gezondheidsrisico vormen en werk dat de menselijke waardigheid schendt.
De vermeende mensenrechtenschendingen werden aanvankelijk op zaterdag gemeld door Folha de Sao Paulo, een Braziliaanse krant, die sprak met verschillende daklozen en ook met Rev Julio Lancelotti, een katholieke priester die nauw samenwerkt met de daklozen. Lancelotti zei dat hij het probleem van Lollapalooza vorig jaar voor het eerst opmerkte toen daklozen hem vroegen of ze schoenen konden lenen.
Toekomstige werkgevers gaan huis-aan-huis naar dakloze schuilplaatsen in Sao Paulo op zoek naar goedkope arbeidskrachten om het zware werk te doen van het bouwen van podia voor evenementen, zei Lancelotti. 'Ze kiezen degenen die schoenen hebben, dus daarom vroegen ze me er om. De meesten hebben alleen maar flip-flops', zei hij. 'Ze dragen zware structuren, en soms raken ze gewond ... Het is analoog aan slavernij. Het is zeer uitbuitend.'
Brazilië erkende officieel het actieve gebruik van slavenarbeid in 1995 en lanceerde een speciale mobiele handhavingsgroep om samen met openbare aanklagers en politie boerderijen, bouwplaatsen en bedrijven waarvan men vermoedt dat ze slavenarbeiders gebruiken te vinden en binnen te vallen. Sindsdien zijn volgens de cijfers van de overheid ongeveer 50.000 mensen bevrijd van slavenarbeid, de meesten van hen zijn analfabeet of hebben geen basisopleiding voltooid.
(Suriname Mirror/Folha de Sao Paulo/Twitter/Thomson Reuters Foundation)
Organisatoren van een internationaal muziekfestival in Sao Paulo zijn woensdag 10 april 2019 formeel beschuldigd door een arbeidersvakbond van het inzetten van daklozen om de podia te bouwen en hen te onderwerpen aan slavernij-achtige omstandigheden.
Sao Paulo's Bond voor Kunstenaars en Technici in Festivals en Entertainment diende een officiële klacht in bij het Parket van de openbare aanklager tegen het Braziliaanse entertainmentbedrijf T4F dat de Braziliaanse editie van het Lollapalooza-festival organiseerde.
Bondspresident Dorberto Carvalho beschuldigde T4F van het dwingen van daklozen om lange uren te werken in gevaarlijke en vernederende omstandigheden, tegen weinig of geen beloning voorafgaand aan het festival van afgelopen weekend. T4F, ook wel bekend als Time for Fun, het enige openbare entertainmentbedrijf in Brazilië dat dateert uit 1983, zou geen commentaar geven op de beschuldigingen. Lollapalooza, een in de Verenigde Staten gevestigd bedrijf, heeft niet gereageerd op verzoeken om commentaar.
'Ze vertelden me dat ze werden ingehuurd om zware constructies gedurende 12 uur achter elkaar te dragen', vertelde Carvalho aan de Thomson Reuters Foundation. 'Als een persoon niet de volledige 12 uur kon werken, als ze er maar zes konden werken, werden ze ontslagen en kregen ze niets.'
@lollapalooza will not comment on how the Brazilian producer the event @t4f used typical practices of slave labor? https://t.co/2I7SWkDlPA— Alexandre Trindade (@atroliveira) April 10, 2019
Het Parket van Sao Paulo, dat arbeidsovertredingen onderzoekt en vervolgt, reageerde niet onmiddellijk op een verzoek om commentaar. Wanneer een formele klacht wordt ingediend, moet het kantoor een Officier van Justitie toewijzen om de klacht te analyseren en te kijken of het verder onderzoek verdient. Als een Officier van Justitie besluit TF4 te vervolgen voor het laten verrichten van slavenarbeid, kan het bedrijf civiele en strafrechtelijke procedures tegemoet zien.
Dit jaar waren in de Braziliaanse versie van Lollapalooza artiesten als de Arctic Monkeys, Sam Smith, Lenny Kravitz en Kendrick Lamar drie dagen te zien.
A espera acabou! O Arctic Monkeys acabou de se apresentar no #LollaAR. A próxima parada é no Rio de Janeiro e logo em seguida no #LollaBR. Dá pra acreditar? Últimos ingressos disponíveis para conferir os nossos ídolos de pertinho. | Ingressos: https://t.co/L1sd6stGJX pic.twitter.com/MFmjRx8EXn— T4F (@t4f) April 1, 2019
De goedkopere tickets werden verkocht voor ongeveer 800 reals ($ 207,54). Volgens Carvalho werkten ongeveer 120 daklozen aan het evenement, gevonden via een aannemer die door T4F was ingehuurd. Ze kregen ongeveer 45 reals ($ 11,67) per dag, hadden geen veiligheidsuitrusting en kregen geen contracten. Degenen die tijdens het evenement onderhoud hadden gedaan, werden ondergebracht in een afgesloten ruimte, zodat ze zich niet met het betalende publiek zouden mengen, zei Carvalho, die met een aantal dakloze arbeiders sprak.
In Brazilië wordt slavernij niet alleen als dwangarbeid gedefinieerd. De term omvat ook schuldbinding, onterende arbeidsomstandigheden, lange arbeidsuren die een gezondheidsrisico vormen en werk dat de menselijke waardigheid schendt.
De vermeende mensenrechtenschendingen werden aanvankelijk op zaterdag gemeld door Folha de Sao Paulo, een Braziliaanse krant, die sprak met verschillende daklozen en ook met Rev Julio Lancelotti, een katholieke priester die nauw samenwerkt met de daklozen. Lancelotti zei dat hij het probleem van Lollapalooza vorig jaar voor het eerst opmerkte toen daklozen hem vroegen of ze schoenen konden lenen.
Toekomstige werkgevers gaan huis-aan-huis naar dakloze schuilplaatsen in Sao Paulo op zoek naar goedkope arbeidskrachten om het zware werk te doen van het bouwen van podia voor evenementen, zei Lancelotti. 'Ze kiezen degenen die schoenen hebben, dus daarom vroegen ze me er om. De meesten hebben alleen maar flip-flops', zei hij. 'Ze dragen zware structuren, en soms raken ze gewond ... Het is analoog aan slavernij. Het is zeer uitbuitend.'
Brazilië erkende officieel het actieve gebruik van slavenarbeid in 1995 en lanceerde een speciale mobiele handhavingsgroep om samen met openbare aanklagers en politie boerderijen, bouwplaatsen en bedrijven waarvan men vermoedt dat ze slavenarbeiders gebruiken te vinden en binnen te vallen. Sindsdien zijn volgens de cijfers van de overheid ongeveer 50.000 mensen bevrijd van slavenarbeid, de meesten van hen zijn analfabeet of hebben geen basisopleiding voltooid.
(Suriname Mirror/Folha de Sao Paulo/Twitter/Thomson Reuters Foundation)
Greenpeace: Bolsonaro zet in 100 dagen de Amazone in de uitverkoop - 'Klappen worden vooral gevoeld door inheemse gemeenschappen'
'Het aantal invasies is toegenomen, regering weet het, maar doet niets om ons land te beschermen'
'Extreemrechtse regering Bolsonaro is in eerste 100 dagen een
ongekende aanval begonnen op de Amazone en inheemse volkeren die er
wonen'
Sinds het aantreden van de Braziliaanse president Jair Bolsonaro, nu 100 dagen geleden, is de bescherming van het Amazonewoud ernstig verzwakt. De klappen worden vooral gevoeld door de inheemse gemeenschappen in de Amazone. Het nieuwe jaar is daarmee gitzwart begonnen voor alles en iedereen in het regenwoud. Om over de toekomst van bosbescherming te praten, kwamen afgelopen week voor het eerst achttien inheemse gemeenschappen uit de Braziliaanse deelstaat Rondonia samen.
André Karipuna, leider van de Karipuna, sprak tijdens die bijeenkomst zijn bezorgdheid uit. 'Het aantal invasies is toegenomen. De regering weet het, maar doet niets om ons land te beschermen, om diefstal van het bos te voorkomen, om ontbossing te voorkomen. Als de situatie na 100 dagen al zo is, hoe zal het dan aan het eind van het jaar zijn? Wat kan er met ons gebeuren? Zijn we er dan nog wel? Kunnen wij als volk uitgemoord worden door de indringers?'
De extreemrechtse regering van Bolsonaro is in de eerste 100 dagen een ongekende aanval begonnen op de Amazone en de inheemse volkeren die er wonen. Direct na zijn aantreden maakte president Bolsonaro het ministerie van Landbouw verantwoordelijk voor het beschermen en aanwijzen van inheemse gebieden. Dit ministerie wordt gecontroleerd door de machtige lobby van de landbouwindustrie, bekend als 'bancada ruralista'. Terwijl juist de steeds groter wordende landbouwindustrie grotendeels veroorzaker is van ontbossing.
Ook de nieuwe minister van Milieuzaken, Ricardo Salles, is gelieerd aan deze landbouwlobby en een groot voorstander van openstelling van het Amazonewoud voor exploitatie.
En er zijn nog meer maatregelen genomen die het milieu en het leven van de Inheemse bevolking aantasten. In drie maanden tijd zijn 121 nieuwe bestrijdingsmiddelen toegelaten, een record in vergelijking met de afgelopen tien jaar. Van deze stoffen wordt 41% geclassificeerd als zeer of extreem giftig en minstens vier producten zijn zo schadelijk voor de menselijke gezondheid dat ze in verschillende landen verboden zijn. Ze worden ook toegepast in de omgeving van inheemse landen, waar de rivieren, mensen en dieren besmet raken met deze giftige stoffen.
Het Amazonewoud in de provincie Rondonia kampt met een van de meest extreme vernietiging. Sinds het aantreden van regering-Bolsonaro is de situatie verder verslechterd.
Om de positie van inheemse groepen te versterken, is Greenpeace wereldwijd een campagne begonnen: All Eyes on the Amazon. Daarin roept Greenpeace wereldwijd mensen op om deze beste bosbeschermers in de Amazone te steunen in hun strijd tegen boskap. Want de Amazone is niet alleen voor hen een thuis. Het woud speelt een sleutelrol in de stabilisering van het klimaat op aarde. Het regenwoud heeft tussen de 80 en 120 miljard ton koolstof opgeslagen. Dat is dertien keer de jaarlijkse wereldwijde uitstoot van fossiele brandstoffen en industrie. Als de Amazone wordt vernietigd, verliezen we de strijd tegen klimaatverandering. Dat mogen we niet laten gebeuren!
(Suriname Mirror/Greenpeace/YouTube)
(Bron foto's: Greenpeace) |
Sinds het aantreden van de Braziliaanse president Jair Bolsonaro, nu 100 dagen geleden, is de bescherming van het Amazonewoud ernstig verzwakt. De klappen worden vooral gevoeld door de inheemse gemeenschappen in de Amazone. Het nieuwe jaar is daarmee gitzwart begonnen voor alles en iedereen in het regenwoud. Om over de toekomst van bosbescherming te praten, kwamen afgelopen week voor het eerst achttien inheemse gemeenschappen uit de Braziliaanse deelstaat Rondonia samen.
André Karipuna, leider van de Karipuna, sprak tijdens die bijeenkomst zijn bezorgdheid uit. 'Het aantal invasies is toegenomen. De regering weet het, maar doet niets om ons land te beschermen, om diefstal van het bos te voorkomen, om ontbossing te voorkomen. Als de situatie na 100 dagen al zo is, hoe zal het dan aan het eind van het jaar zijn? Wat kan er met ons gebeuren? Zijn we er dan nog wel? Kunnen wij als volk uitgemoord worden door de indringers?'
De extreemrechtse regering van Bolsonaro is in de eerste 100 dagen een ongekende aanval begonnen op de Amazone en de inheemse volkeren die er wonen. Direct na zijn aantreden maakte president Bolsonaro het ministerie van Landbouw verantwoordelijk voor het beschermen en aanwijzen van inheemse gebieden. Dit ministerie wordt gecontroleerd door de machtige lobby van de landbouwindustrie, bekend als 'bancada ruralista'. Terwijl juist de steeds groter wordende landbouwindustrie grotendeels veroorzaker is van ontbossing.
Ook de nieuwe minister van Milieuzaken, Ricardo Salles, is gelieerd aan deze landbouwlobby en een groot voorstander van openstelling van het Amazonewoud voor exploitatie.
En er zijn nog meer maatregelen genomen die het milieu en het leven van de Inheemse bevolking aantasten. In drie maanden tijd zijn 121 nieuwe bestrijdingsmiddelen toegelaten, een record in vergelijking met de afgelopen tien jaar. Van deze stoffen wordt 41% geclassificeerd als zeer of extreem giftig en minstens vier producten zijn zo schadelijk voor de menselijke gezondheid dat ze in verschillende landen verboden zijn. Ze worden ook toegepast in de omgeving van inheemse landen, waar de rivieren, mensen en dieren besmet raken met deze giftige stoffen.
Marcio Astrini, politiek analist van Greenpeace Brazilië:
'Er is niet één nieuwe maatregel genomen om de ontbossing in het Amazonegebied tegen te gaan. De president van Brazilië heeft alleen acties ondernomen die het regenwoud meer gevaar opleveren en het geweld in de regio vergroten. De enigen die iets te vieren hebben zijn de criminelen die het bos vernietigen en onze rijkdom stelen, de bedrijven die pesticiden verkopen en ons voedsel vervuilen, en degenen die willen profiteren van de exploitatie van het land van inheemse volken.'
Het Amazonewoud in de provincie Rondonia kampt met een van de meest extreme vernietiging. Sinds het aantreden van regering-Bolsonaro is de situatie verder verslechterd.
André Karipuna:
'Als hoofd van mijn Karipuna-volk zie ik dat de Bolsonaro-regering in deze 100 dagen alleen maar dingen heeft gedaan die hij niet zou moeten doen. Met zijn toespraken tegen ons, inheemse volkeren, en zijn beloften om onze rechten in te perken, geeft president Bolsonaro de macht aan de landjepikkers en houtkappers.'
Om de positie van inheemse groepen te versterken, is Greenpeace wereldwijd een campagne begonnen: All Eyes on the Amazon. Daarin roept Greenpeace wereldwijd mensen op om deze beste bosbeschermers in de Amazone te steunen in hun strijd tegen boskap. Want de Amazone is niet alleen voor hen een thuis. Het woud speelt een sleutelrol in de stabilisering van het klimaat op aarde. Het regenwoud heeft tussen de 80 en 120 miljard ton koolstof opgeslagen. Dat is dertien keer de jaarlijkse wereldwijde uitstoot van fossiele brandstoffen en industrie. Als de Amazone wordt vernietigd, verliezen we de strijd tegen klimaatverandering. Dat mogen we niet laten gebeuren!
(Suriname Mirror/Greenpeace/YouTube)
Venezolaanse regering bereikt akkoord met Internationaal Comité van Rode Kruis over verdeling humanitaire hulp
(Bron foto: Twitter) |
De Venezolaanse regering heeft een akkoord bereikt met het Internationaal Comité van het Rode Kruis over de verdeling van humanitaire hulp aan het land. Dat maakte president Nicolas Maduro vandaag, donderdag 11 april 2019, bekend.
De regering en het Rode Kruis zijn tot een akkoord gekomen om ‘samen te werken met VN-agentschappen om alle humanitaire hulp te bieden die mogelijk is’ in Venezuela, verklaarde Maduro.
Extraordinary meeting with Peter Maurer and his entire team of the International Committee of the Red Cross. We promote the path of cooperation and international support, in favor of the people. Venezuela will defeat the blockade! pic.twitter.com/RTQs2ZIW2e— Nicolás Maduro (@maduro_en) April 11, 2019
Venezuela bevindt zich in een diepe crisis. Er is een ernstig gebrek aan voedsel, medicijnen, water en elektriciteit. Drie miljoen mensen zijn het land al ontvlucht. De oppositie probeert vrachtwagens met voedsel en andere hulp het land in te krijgen, het regime van president Maduro heeft tot nu toe geprobeerd dit te voorkomen.
#UPDATE Venezuela's Maduro says has reached deal with Red Cross to bring humanitarian aid into the once rich country now enduring acute shortages of food, medicine and other basics https://t.co/Vu5ueBiZ2f— AFP news agency (@AFP) April 11, 2019
📷 A supermarket in Maracaibo looted during a massive blackout in March pic.twitter.com/UVlPC2Gb7Q
Het Internationale Comité van het Rode Kruis heeft ook weer toegang tot de gevangenissen in Venezuela, inclusief zeer bewaakte militaire voorzieningen waar tientallen gevangenen als politieke gevangenen worden vastgehouden, met welk besluit president Nicolas Maduro de toenemende kritiek op de mensenrechten van zijn regering probeert verzachten.
Het feit dat de bezoeken militaire gevangenissen omvatten, die niet eerder waren gemeld, werd bevestigd aan The Associated Press door een mensenrechtenadvocaat en familieleden van de gevangen.
Internationaal Rode Kruis president Peter Maurer heeft Maduro dinsdagavond ontmoet tijdens een vijfdaags bezoek aan Venezuela, waar de groep uit Genève deel uitmaakt van internationale organisaties die proberen een plaats te creëren voor de broodnodige humanitaire hulp en technische assistentie die vrij is van de 'winner-take-all'-politiek die bijdraagt aan de onrust in het land.
During the working meeting with Peter Maurer, President of the International Committee of the Red Cross and his work team, we reached productive agreements that will allow us to provide a better care to our people. pic.twitter.com/EqthueG9VC— Nicolás Maduro (@maduro_en) April 10, 2019
Meeting with High Representatives of the International Committee of the Red Cross to agree on mechanisms that favour international cooperation. https://t.co/vmyuGRGps2— Nicolás Maduro (@maduro_en) April 10, 2019
Critici zeggen dat de gevangenisbezoeken, die direct met de socialistische regering werden gecoördineerd met weinig inbreng van haar tegenstanders, het effect hebben van het legitimeren van Maduro's regime op het moment dat hij geconfronteerd wordt met toenemende druk van de VS en tientallen bondgenoten om af te treden.
Maar, anderen zeggen dat het een sprankje hoop is in een anders grimmige kijk op het land, waardoor normaal gesproken autoriteiten met een dunne huid worden benaderd voor onderzoek - hoewel van vertrouwelijke aard - en dat samen met hernieuwde betrokkenheid bij internationale actoren zoals het Wereldvoedselprogramma en Pan American Health Organisatie maakt mogelijk de weg vrij voor politieke dialoog.
Het zal ook een nauwere monitoring mogelijk maken van een humanitaire crisis die naar verwachting zal verslechteren onder invloed van Amerikaanse financiële sancties.
Rode Kruisvertegenwoordigers bezoeken elk jaar gevangenissen in meer dan 100 landen, volgens een vastgesteld protocol waarmee ze de omstandigheden van de gevangenhouding kunnen controleren en privégesprekken voeren met gevangenen waarin ze klachten kunnen uiten en berichten kunnen sturen naar dierbaren. Maar de groep was al sinds 2012 de toegang tot Venezuela ontzegd.
(Suriname Mirror/AD/The Associated Press/Twitter)
Motor Surveillance Dienst schrijft in één week 328 boetes uit en vordert 15 rijbewijzen van snelheidsduivels in
Meeste boetes voor overtreden maximum snelheid (214) en rijden zonder gordel (13)
Het Korps Politie Suriname meldt vandaag, donderdag 11 april 2019, dat de Motor Surveillance Dienst (MSD) in de week van zondag 31 maart tot en met zaterdag 6 april 328 boetes heeft uitgeschreven. Er zijn in totaal 15 rijbewijzen van hardrijders ingevorderd.
De meeste uitgeschreven boetes zijn voor overschrijding van de maximum snelheid (214), rijden zonder veiligheidsgordel (13) en rijden met een defecte koplamp (10).
Van de overtreders hebben 40 de aan hun opgelegde boetes buiten proces afgehandeld. Zij hebben in totaal iets meer dan Srd 5.000 aan boetes betaald.
Het Korps Politie Suriname meldt vandaag, donderdag 11 april 2019, dat de Motor Surveillance Dienst (MSD) in de week van zondag 31 maart tot en met zaterdag 6 april 328 boetes heeft uitgeschreven. Er zijn in totaal 15 rijbewijzen van hardrijders ingevorderd.
De meeste uitgeschreven boetes zijn voor overschrijding van de maximum snelheid (214), rijden zonder veiligheidsgordel (13) en rijden met een defecte koplamp (10).
Van de overtreders hebben 40 de aan hun opgelegde boetes buiten proces afgehandeld. Zij hebben in totaal iets meer dan Srd 5.000 aan boetes betaald.
VSB niet meer deel aan Tweede Decent Work Country Programma
'VSB kan niet langer toezien, dat belangen bedrijfsleven ernstig
geschaad worden'
De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) neemt niet langer deel aan het proces om te komen tot een Tweede Decent Work Country Programma. De organisatie neemt vandaag, donderdag 11 april 2019, ook niet meer deel aan de 'validation meeting van dit document', zo laat de vereniging via een persbericht weten.
De VSB betreurt het, dat ze gedwongen wordt om deze stap te nemen, maar kan niet langer toezien, dat belangen van het bedrijfsleven ernstig geschaad worden. De VSB wordt geconfronteerd met verhoogde kosten, terwijl de verdiencapaciteit in de afgelopen periode ernstig is aangetast.
De VSB zegt, dat geruime tijd de gerechtvaardigde belangen en wensen van het bedrijfsleven achteloos terzijde worden geschoven, waardoor bedrijven niet gericht kunnen werken aan de verbetering en verhoging van de productie van goederen en diensten onder meer om te exporteren.
Enkele zaken die genoemd worden, zijn:
de kwestie van de Economic Partnership Agreement, waarbij het bedrijfsleven reeds langer dan een jaar heeft gevraagd om ratificatie;
de kwestie van de Chinese trawlers in Surinaamse wateren;
de kwestie van de evaluatie van de sociale wetten;
de kwestie van de ernstige verstoring van de principes van mededinging zijn enkele zaken, die al een poos onder de aandacht van de regering en andere organen zijn gebracht.
Maar, ook in andere opzichten merkt de VSB een ernstige desavouering van de gerechtvaardigde belangen en wensen van het bedrijfsleven, namelijk in meetings van het Arbeidsadvies College, waar voorstellen van de leden van het bedrijfsleven om te geraken tot modernisering van het arbeidsproces en arbeidsrelaties op basis van mondiale veranderingen en de noodzaak om productiever en innovatiever te werk te gaan, continu resulteren in het tegendeel.
De VSB ondersteunt Decent Work volledig en dus ook het basisprincipe van arbeidsstandaarden en wetgeving en is eveneens voorstander van modernisering van de arbeidswetgeving, maar is tot de conclusie gekomen, dat deze modernisering verworden is tot een race om zoveel mogelijk wetten aan te nemen zonder rekening te houden met de maatschappelijke context en relevantie van wetten, maar ook de sociale partners.
De VSB betreurt het ten zeerste, dat deze race nu een stadium heeft bereikt, waarbij door het ministerie van Arbeid één van de basisprincipes van Decent Work achteloos opzij wordt geschoven en het bedrijfsleven in principe voor een voldongen feit wordt geplaatst.
De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) neemt niet langer deel aan het proces om te komen tot een Tweede Decent Work Country Programma. De organisatie neemt vandaag, donderdag 11 april 2019, ook niet meer deel aan de 'validation meeting van dit document', zo laat de vereniging via een persbericht weten.
De VSB betreurt het, dat ze gedwongen wordt om deze stap te nemen, maar kan niet langer toezien, dat belangen van het bedrijfsleven ernstig geschaad worden. De VSB wordt geconfronteerd met verhoogde kosten, terwijl de verdiencapaciteit in de afgelopen periode ernstig is aangetast.
De VSB zegt, dat geruime tijd de gerechtvaardigde belangen en wensen van het bedrijfsleven achteloos terzijde worden geschoven, waardoor bedrijven niet gericht kunnen werken aan de verbetering en verhoging van de productie van goederen en diensten onder meer om te exporteren.
Enkele zaken die genoemd worden, zijn:
de kwestie van de Economic Partnership Agreement, waarbij het bedrijfsleven reeds langer dan een jaar heeft gevraagd om ratificatie;
de kwestie van de Chinese trawlers in Surinaamse wateren;
de kwestie van de evaluatie van de sociale wetten;
de kwestie van de ernstige verstoring van de principes van mededinging zijn enkele zaken, die al een poos onder de aandacht van de regering en andere organen zijn gebracht.
Maar, ook in andere opzichten merkt de VSB een ernstige desavouering van de gerechtvaardigde belangen en wensen van het bedrijfsleven, namelijk in meetings van het Arbeidsadvies College, waar voorstellen van de leden van het bedrijfsleven om te geraken tot modernisering van het arbeidsproces en arbeidsrelaties op basis van mondiale veranderingen en de noodzaak om productiever en innovatiever te werk te gaan, continu resulteren in het tegendeel.
De VSB ondersteunt Decent Work volledig en dus ook het basisprincipe van arbeidsstandaarden en wetgeving en is eveneens voorstander van modernisering van de arbeidswetgeving, maar is tot de conclusie gekomen, dat deze modernisering verworden is tot een race om zoveel mogelijk wetten aan te nemen zonder rekening te houden met de maatschappelijke context en relevantie van wetten, maar ook de sociale partners.
De VSB betreurt het ten zeerste, dat deze race nu een stadium heeft bereikt, waarbij door het ministerie van Arbeid één van de basisprincipes van Decent Work achteloos opzij wordt geschoven en het bedrijfsleven in principe voor een voldongen feit wordt geplaatst.
Besluit Venezolaans staatsoliebedrijf PdVSA instellen ad-hoc administratieve commissie heeft geen invloed op relatie Isla, Curaçao
Refineria di Kòrsou 'doet al
het mogelijke’ om raffinaderij op te starten en
operationeel te houden
Het recente besluit van het Venezolaans staatsoliebedrijf PdVSA (Petróleos de Venezuela S.A.) om een ad-hoc administratieve commissie aan te stellen die zich bezighoudt met olie uit Venezuela, is niet van invloed op de commerciële relatie tussen Refineria di Kòrsou (RdK) en Refineria Isla Curaçao bv, een dochteronderneming van PdVSA. Zo laat RdK in een verklaring weten, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 11 april 2019.
RdK geeft aan het besluit te respecteren en in samenwerking met Refineria Isla Curaçao bv ‘al het mogelijke’ te zullen doen om de raffinaderij op te starten en operationeel te houden. 'RdK richt zich op dit moment volledig op het zo snel mogelijk opnieuw opstarten van de raffinaderij. Centraal hierbij staat de baangarantie voor eenieder die afhankelijk is van de raffinaderij voor een inkomen.'
Ondertussen bewandelt RdK, zo staat in de verklaring, verschillende trajecten om een toekomst voor de raffinaderij te kunnen garanderen na afloop van het huidig contract met PdVSA eind van dit jaar.
RdK acht het belangrijk wederom te benadrukken, dat het Refineria Isla Curaçao bv is die de raffinaderij beheert en als zodanig uiteindelijk verantwoordelijk is voor zowel de commerciële relatie als het naleven van de arbeidsverplichtingen jegens de werknemers van de raffinaderij.
'RdK helpt in deze zoveel mogelijk om de banen te behouden, maar de verantwoordelijkheid ligt bij Isla totdat het contract eind 2019 afloopt', aldus RdK.
Het recente besluit van het Venezolaans staatsoliebedrijf PdVSA (Petróleos de Venezuela S.A.) om een ad-hoc administratieve commissie aan te stellen die zich bezighoudt met olie uit Venezuela, is niet van invloed op de commerciële relatie tussen Refineria di Kòrsou (RdK) en Refineria Isla Curaçao bv, een dochteronderneming van PdVSA. Zo laat RdK in een verklaring weten, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 11 april 2019.
RdK geeft aan het besluit te respecteren en in samenwerking met Refineria Isla Curaçao bv ‘al het mogelijke’ te zullen doen om de raffinaderij op te starten en operationeel te houden. 'RdK richt zich op dit moment volledig op het zo snel mogelijk opnieuw opstarten van de raffinaderij. Centraal hierbij staat de baangarantie voor eenieder die afhankelijk is van de raffinaderij voor een inkomen.'
Ondertussen bewandelt RdK, zo staat in de verklaring, verschillende trajecten om een toekomst voor de raffinaderij te kunnen garanderen na afloop van het huidig contract met PdVSA eind van dit jaar.
RdK acht het belangrijk wederom te benadrukken, dat het Refineria Isla Curaçao bv is die de raffinaderij beheert en als zodanig uiteindelijk verantwoordelijk is voor zowel de commerciële relatie als het naleven van de arbeidsverplichtingen jegens de werknemers van de raffinaderij.
'RdK helpt in deze zoveel mogelijk om de banen te behouden, maar de verantwoordelijkheid ligt bij Isla totdat het contract eind 2019 afloopt', aldus RdK.
Geheel vernieuwd Curaçao Marriott Beach Hotel opent 18 september deuren
(Bron foto: eigen foto Suriname Mirror) |
'Op 18 september kan Curaçao definitief kennismaken met een geheel vernieuwd Curaçao Marriott Beach Hotel', zei de recent benoemde general manager Craig Martin, gisteren als gastspreker op de jaarlijkse ledenvergadering van belangenvereniging CHATA (Curaçao Hospitality & Tourism Association). Dit bericht vandaag, donderdag 11 april 2019, het Antilliaans Dagblad.
Craig Martin, die meer dan 20 jaar ervaring heeft in de Caribische hotelbusiness, wijdde gisteren flink uit over de vernieuwingen die hebben plaatsgevonden sinds de sluiting van het hotel. Behalve een extra vierde verdieping, die het aantal kamers op 336 brengt, zijn er meer toevoegingen. Zoals een extra ballroom van 557 vierkante meter die 300 plaatsen toevoegt aan de bestaande ballroom;
een ruime open lobby;
de zogenaamde ‘great room’ met een ruim en volledig uitzicht op zee, die de opengevallen plaats van het casino inneemt;
een executive viplounge;
acht nieuwe suites;
een state of the art spa en fitnesscenter;
en splinternieuwe keukens.
Martin benadrukt dat ook alles aan de kamers 100 procent vernieuwd is, zoals de tegelvloeren, badkamers, de hele bekabeling en de meubels uit Portugal, gecompleteerd met een 70 inch televisiescherm. Het geheel straalt een ‘clean, upscale Caribbean view’ uit.
De nieuwe restaurants staan onder leiding van chef Dino, een van de meest vooraanstaande chefs van Sint Maarten. Naast het geheel gerenoveerde bestaande zwembad is tussen de gebouwen een nieuw ‘adult’-zwembad met een infinity-deel geconstrueerd waar gasten in de ochtend baantjes kunnen trekken en families in de namiddag kunnen recreëren.
Suppletoire begroting 2019 van Curaçao toont tekort van 47 miljoen gulden
Tekort op Suppletoire begroting 2019 gehalveerd
De suppletoire begroting 2019 van Curaçao, door minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën onlangs ingediend bij de Raad van Advies (RvA), gaat uit van een tekort op de gewone dienst van 47 miljoen gulden. Dat is een halvering vergeleken met het tekort van 100 miljoen dat zich eerder volgens het College financieel toezicht (Cft) voor de begroting 2019 ‘materialiseert’. Zo schreef het Cft onlangs, op 1 april, in verband met de mededeling dat de Rijksministerraad geadviseerd is de regering van Curaçao een aanwijzing te geven, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 11 april 2019.
Het is niet het eerste jaar met een tekort. Het begrotingsjaar 2017 - het jaar dat het zittende kabinet- Rhuggenaath aantrad - is afgesloten met een tekort van 116,8 miljoen en het voorlopige tekort in 2018 bedraagt 52,7 miljoen. Ook deze tekorten moeten worden ‘gecompenseerd’.
De oorspronkelijke begroting 2019, zoals in september tijdig aangeboden aan de Staten en in december goedgekeurd door het parlement, was sluitend. Maar, door de tegenvallende belastingopbrengsten werd de oorspronkelijke raming voor de ontvangsten in de begroting 2019 met 92 miljoen gulden verlaagd.
Daar bovenop moest aanvullend rekening worden gehouden met een neerwaartse bijstelling van overige opbrengsten van minimaal 35 miljoen gulden. In totaal diende de regering daarom in 2019 nog voor minimaal 127 miljoen gulden aan inkomstenverhogende en/of kostenverlagende maatregelen te presenteren.
De suppletoire begroting 2019 van Curaçao, door minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën onlangs ingediend bij de Raad van Advies (RvA), gaat uit van een tekort op de gewone dienst van 47 miljoen gulden. Dat is een halvering vergeleken met het tekort van 100 miljoen dat zich eerder volgens het College financieel toezicht (Cft) voor de begroting 2019 ‘materialiseert’. Zo schreef het Cft onlangs, op 1 april, in verband met de mededeling dat de Rijksministerraad geadviseerd is de regering van Curaçao een aanwijzing te geven, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 11 april 2019.
Het is niet het eerste jaar met een tekort. Het begrotingsjaar 2017 - het jaar dat het zittende kabinet- Rhuggenaath aantrad - is afgesloten met een tekort van 116,8 miljoen en het voorlopige tekort in 2018 bedraagt 52,7 miljoen. Ook deze tekorten moeten worden ‘gecompenseerd’.
De oorspronkelijke begroting 2019, zoals in september tijdig aangeboden aan de Staten en in december goedgekeurd door het parlement, was sluitend. Maar, door de tegenvallende belastingopbrengsten werd de oorspronkelijke raming voor de ontvangsten in de begroting 2019 met 92 miljoen gulden verlaagd.
Daar bovenop moest aanvullend rekening worden gehouden met een neerwaartse bijstelling van overige opbrengsten van minimaal 35 miljoen gulden. In totaal diende de regering daarom in 2019 nog voor minimaal 127 miljoen gulden aan inkomstenverhogende en/of kostenverlagende maatregelen te presenteren.
Hypotheekbewaarder Ricardo Vrede ontheven uit zijn functie
Het is nog niet duidelijk waarom Vrede uit functie is gezet
Hypotheekbewaarder Ricardo Vrede is ontzet uit zijn functie. Er heerst een zeer onduidelijke situatie over zijn ontheffing, aldus Starnieuws vanochtend, donderdag 11 april 2019. Mensen die documenten moeten ontvangen, kunnen die niet krijgen, omdat ze ondertekend moeten worden door de hypotheekbewaarder.
Mensen die naar MI-GLIS (Management Instituut voor Grondregistratie en Land Informatie Systeem) zijn gegaan vandaag, kregen te horen dat ze wel stukken kunnen indienen, maar geen documenten ontvangen, omdat die getekend moeten worden door de hypotheekbewaarder.
Het is nog niet duidelijk waarom Vrede op een zijspoor is beland. Het is niet duidelijk of president Desi Bouterse op de hoogte is van deze verwikkelingen. De hypotheekbewaarder valt rechtstreeks onder de president.
De procedure tot ontzetting van Vrede uit zijn functie is gegaan via het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer.
Hypotheekbewaarder Ricardo Vrede is ontzet uit zijn functie. Er heerst een zeer onduidelijke situatie over zijn ontheffing, aldus Starnieuws vanochtend, donderdag 11 april 2019. Mensen die documenten moeten ontvangen, kunnen die niet krijgen, omdat ze ondertekend moeten worden door de hypotheekbewaarder.
Mensen die naar MI-GLIS (Management Instituut voor Grondregistratie en Land Informatie Systeem) zijn gegaan vandaag, kregen te horen dat ze wel stukken kunnen indienen, maar geen documenten ontvangen, omdat die getekend moeten worden door de hypotheekbewaarder.
Het is nog niet duidelijk waarom Vrede op een zijspoor is beland. Het is niet duidelijk of president Desi Bouterse op de hoogte is van deze verwikkelingen. De hypotheekbewaarder valt rechtstreeks onder de president.
De procedure tot ontzetting van Vrede uit zijn functie is gegaan via het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer.
Dorpen in Boven-Surinamegebied worden van permanente stroom voorzien
'Er zijn vijftig prioriteitsdorpen verspreid over Boven- en Zuid-Suriname en Para-West'
De overheid treft voorbereidingen om dorpen in het Boven-Surinamegebied van permanente stroom te voorzien. Medewerkers van de Dienst Elektrificatie van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) zijn momenteel in het gebied om gegevens van de dorpen te verzamelen, zegt Sedney Harris, directeur van de afdeling, vandaag, donderdag 11 april 2019, in de Ware Tijd.
NH-minister Regilio Dodson stelt dat er zes teams in het binnenland zijn om gegevens te verzamelen. 'We gaan bijvoorbeeld na wat het stroomverbruik is van de mensen wanneer ze de hele dag worden voorzien van elektriciteit.'
De gemeenschappen hebben voorlopig slechts voor enkele uren in de avond stroom. De bedoeling is om een soortgelijk elektriciteitssysteem als dat van Pokigron, namelijk een combinatie van dieselgeneratoren en zonnepanelen, in de dorpen te installeren. Sommigen zullen een eigen elektriciteitscentrale krijgen, maar gemeenschappen, die dicht bij elkaar zijn gevestigd, kunnen geclusterd worden.
Districtscommissaris Humphrey Jeroe van Boven-Suriname is blij met het initiatief. In het bestuursressort zijn er 53 dorpen met samen meer dan twintigduizend inwoners, aldus Jeroe. 'De realisatie van permanent stroom zal een heel grote ondersteuning zijn voor de mensen', meent hij.
Dodson zegt dat er vijftig prioriteitsdorpen zijn, verspreid over Boven- en Zuid-Suriname en Para-West. Voor het elektriciteitsproject wordt twintig miljoen Amerikaanse dollar uitgetrokken, gefinancierd door de Indiase regering. 'Voor de andere dorpen zijn we bezig met de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en Islamic Development Bank.'
Volgens de bewindsman zijn 133 dorpen geregistreerd bij zijn ministerie. Er is volgens de bewindsman een elektriciteitsplan ontwikkeld voor het gehele binnenland. 'Ruw geschat kan dat ons tachtig miljoen Amerikaanse dollar kosten, maar het kan misschien minder worden', aldus Dodson.
De overheid treft voorbereidingen om dorpen in het Boven-Surinamegebied van permanente stroom te voorzien. Medewerkers van de Dienst Elektrificatie van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) zijn momenteel in het gebied om gegevens van de dorpen te verzamelen, zegt Sedney Harris, directeur van de afdeling, vandaag, donderdag 11 april 2019, in de Ware Tijd.
NH-minister Regilio Dodson stelt dat er zes teams in het binnenland zijn om gegevens te verzamelen. 'We gaan bijvoorbeeld na wat het stroomverbruik is van de mensen wanneer ze de hele dag worden voorzien van elektriciteit.'
De gemeenschappen hebben voorlopig slechts voor enkele uren in de avond stroom. De bedoeling is om een soortgelijk elektriciteitssysteem als dat van Pokigron, namelijk een combinatie van dieselgeneratoren en zonnepanelen, in de dorpen te installeren. Sommigen zullen een eigen elektriciteitscentrale krijgen, maar gemeenschappen, die dicht bij elkaar zijn gevestigd, kunnen geclusterd worden.
Districtscommissaris Humphrey Jeroe van Boven-Suriname is blij met het initiatief. In het bestuursressort zijn er 53 dorpen met samen meer dan twintigduizend inwoners, aldus Jeroe. 'De realisatie van permanent stroom zal een heel grote ondersteuning zijn voor de mensen', meent hij.
Dodson zegt dat er vijftig prioriteitsdorpen zijn, verspreid over Boven- en Zuid-Suriname en Para-West. Voor het elektriciteitsproject wordt twintig miljoen Amerikaanse dollar uitgetrokken, gefinancierd door de Indiase regering. 'Voor de andere dorpen zijn we bezig met de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en Islamic Development Bank.'
Volgens de bewindsman zijn 133 dorpen geregistreerd bij zijn ministerie. Er is volgens de bewindsman een elektriciteitsplan ontwikkeld voor het gehele binnenland. 'Ruw geschat kan dat ons tachtig miljoen Amerikaanse dollar kosten, maar het kan misschien minder worden', aldus Dodson.
Stadsherstel Suriname krijgt een vijfde pand, geschonken, dat de organisatie spoedig wil restaureren
(Bron foto: Irvin Ngariman/de Ware Tijd) |
Stadsherstel Suriname heeft een vijfde pand erbij, dat de organisatie spoedig wil restaureren naar het oorspronkelijke model. 21 Erfgenamen van Coenraad Jacob Johan van der Kuyp hebben het huis aan de Prinsessenstraat, dat hij in 1912 gedeeltelijk heeft gebouwd, geschonken aan Stadsherstel. De grootvader van Jenny en Hanna Albrecht, die voor de overdracht naar Suriname zijn gekomen, werd geboren op 3 mei 1878. Hij overleed op 105-jarige leeftijd en was ooit eens de oudste Surinamer,zo schrijft de Ware Tijd vandaag, donderdag 11 april 2019.
'Het is zonde dat het huis al geruime tijd in een vervallen staat is en bijna alle erfgenamen wonen elders in wereld. Ze hebben geen interesse in het pand', licht Hanna Albrecht de beweegreden voor de schenking toe. Zij en Jenny zijn kinderen van één van dochters van Van der Kuyp. Hij had er in totaal vier en twee zonen met de creoolse Elisabeth Christine Oldenstam, die in 1945 overleed.
Hanna Albrecht vertelt, dat de enige erfgenaam die nog in Suriname woont, op het idee is gekomen om het huis te schenken aan Stadsherstel. Alle 21 erfgenamen moesten hiermee eerst instemmen. 'We moesten iedereen bij elkaar roepen. Het was een hele klus, maar ze gaan allemaal akkoord met het voorstel.'
De schenking is een unicum, aangezien Stadsherstel haar vier andere panden heeft gekocht. De erfgenamen verwachten dat het huis wordt gerestaureerd zoals Stadsherstel het heeft gedaan bij die panden. 'We komen zeker terug om het huis te bezichtigen wanneer het is hersteld', zegt Albrecht.
Over enkele maanden kan met de restauratie worden aangevangen. Kenneth Woei-A-Tsoi, directeur van Stadsherstel, wil nog niet precies zeggen hoeveel geld daarmee gepaard gaat, aangezien een aanbesteding gehouden moet worden. 'Het gaat meer dan honderdduizend euro kosten.' Tot nu toe heeft de organisatie een belangrijk deel van het geld gekregen van donateurs waaronder het Prins Bernhard Cultuurfonds. Vrienden van Stadsherstel Amsterdam hebben woensdag achtduizend euro gedoneerd. Daarnaast zijn er financiële instellingen bereid om Stadsherstel vreemde valuta te lenen tegen een lage rente.
Stadsherstel heeft haar ogen laten vallen op een aantal oude panden in de binnenstad. 'Maar, er worden enorme bedragen voor deze gebouwen gevraagd. Deze zijn veel te hoog, vandaar dat we ontzettend blij zijn dat de erfgenamen van Van der Kuyp het huis hebben geschonken', aldus Woei-A-Tsoi.
Surinaamse Seafood Associatie niet gekend in verklarinng FSA over ontslagaanvraag LVV-minister Soerdjan
'De visserijsector staat niet achter deze verklaring'
- 'Voor ons is hij juist een held, wij hebben geen reden om een mes in zijn rug te steken'
- 'De minister heeft zich juist consequent opgesteld over het verlenen vergunningen aan Ros National Fisheries voor zes Chinese fabrieksschepen'
De Surinaamse Seafood Associatie (SSA) is verbaasd over de verklaring van de Federatie van Surinaamse Agrariërs (FSA) waarin president Desi Bouterse wordt gevraagd de ontslagbrief van minister Lekhram Soerdjan van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) te accepteren. 'De visserijsector staat niet achter deze verklaring', zegt Udo Karg, voorzitter van SSA, vandaag, donderdag 11 april 2019, op Starnieuws.
'Wij zijn ook niet gekend door de FSA over een standpunt', merkt Karg op, terwijl er juist samen opgetrokken wordt. 'De minister heeft zich juist consequent opgesteld over het niet verlenen van vergunningen aan Ros National Fisheries voor de zes Chinese fabrieksschepen', benadrukt de SSA-voorzitter.
Soerdjan heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat hij zal handelen volgens recht en wet. 'En dat heeft hij ook gedaan. Hij heeft aangegeven dat de schepen niet voldoen aan de voorwaarden om te kunnen vissen in Surinaamse wateren', zegt Karg. 'Voor ons is hij juist een held. Wij hebben geen reden om een mes in zijn rug te steken.'
Karg vermoedt dat er andere motieven een rol spelen bij de verklaring van de FSA. Hij hoopt dat de president maatregelen treft opdat Soerdjan kan blijven op het ministerie. De SSA zal het jammer vinden als de minister toch opstapt. Nu de president aan Soerdjan gevraagd heeft om zijn ontslagbrief aan te houden, verwacht de SSA dat die maatregelen worden genomen die nodig zijn opdat de minister zijn werk kan voortzetten.
- 'Voor ons is hij juist een held, wij hebben geen reden om een mes in zijn rug te steken'
- 'De minister heeft zich juist consequent opgesteld over het verlenen vergunningen aan Ros National Fisheries voor zes Chinese fabrieksschepen'
De Surinaamse Seafood Associatie (SSA) is verbaasd over de verklaring van de Federatie van Surinaamse Agrariërs (FSA) waarin president Desi Bouterse wordt gevraagd de ontslagbrief van minister Lekhram Soerdjan van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) te accepteren. 'De visserijsector staat niet achter deze verklaring', zegt Udo Karg, voorzitter van SSA, vandaag, donderdag 11 april 2019, op Starnieuws.
'Wij zijn ook niet gekend door de FSA over een standpunt', merkt Karg op, terwijl er juist samen opgetrokken wordt. 'De minister heeft zich juist consequent opgesteld over het niet verlenen van vergunningen aan Ros National Fisheries voor de zes Chinese fabrieksschepen', benadrukt de SSA-voorzitter.
Soerdjan heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat hij zal handelen volgens recht en wet. 'En dat heeft hij ook gedaan. Hij heeft aangegeven dat de schepen niet voldoen aan de voorwaarden om te kunnen vissen in Surinaamse wateren', zegt Karg. 'Voor ons is hij juist een held. Wij hebben geen reden om een mes in zijn rug te steken.'
Karg vermoedt dat er andere motieven een rol spelen bij de verklaring van de FSA. Hij hoopt dat de president maatregelen treft opdat Soerdjan kan blijven op het ministerie. De SSA zal het jammer vinden als de minister toch opstapt. Nu de president aan Soerdjan gevraagd heeft om zijn ontslagbrief aan te houden, verwacht de SSA dat die maatregelen worden genomen die nodig zijn opdat de minister zijn werk kan voortzetten.
Centrale Bank van Suriname stelt tussen de 8 en 12 miljoen euro beschikbaar voor cambio's
Beperking voor verkoop euro's aan het publiek is tijdelijk opgeheven
Governor Van Trikt van de CBvS hoopt de koers met deze interventie verder omlaag te brengen
De Centrale Bank van Suriname (CBvS) heeft voor vandaag, donderdag 11 april 2019, tussen de 8 en 12 miljoen euro beschikbaar voor de cambio's. De euro's worden beschikbaar gesteld tegen een verkoopkoers van Srd 8,412. De wisselkantoren zijn gehouden een wisselkoers van maximaal Srd 8,462 per euro aan te bieden aan het publiek. De beperking voor de verkoop van de euro's aan het publiek is tijdelijk opgeheven.
Remy Bhailal, voorzitter van de Vereniging van Cambiohouders, zegt op Starnieuws dat hij hoopt dat de cambio's niet alleen tijdelijk, maar regulier euro's kunnen verkopen aan het publiek.
Het streven van governor Robert van Trikt van de CBvS is om de koers met deze interventie verder omlaag te brengen. Het lukt, zegt Bhailal, want de koersen gaan omlaag. Op 2 april had de CBvS reeds 7 miljoen euro ter beschikking gesteld aan de cambio's.
'De cash koers van de Amerikaanse dollar is van Srd 8,25 naar Srd 8 gegaan, terwijl de girale koers Srd 7,85 is. De verwachting is dat de girale koers naar Srd 7,70 gaat voor de Amerikaanse dollar en de cash Srd 7,85', zegt Bhailal.
Ook de euro-koers is van Srd 8,75 gedropt naar Srd 8,46. Op 27 maart is de eerste tranche door de CBvS ter beschikking gesteld van de cambio's. Toen was 4 miljoen euro beschikbaar. De cambio's hebben Srd 2.5 miljoen gekocht. Ook de 7 miljoen euro is voor iets meer dan de helft opgenomen.
De cambio's hebben één dag om de euro's te kopen bij de loketten van de CBvS. Zij mogen de euro's met een koersmarge van maximaal 5 cent aanbieden aan het publiek. De wisselkantoren moeten de koers gaan beïnvloeden op de valutamarkt. De cambio's moeten wel aangeven wat de herkomst is van de Srd. Dit dient gedetailleerd te gebeuren. De CBvS moet van de wisselkantoren een overzicht van de verkochte euro's krijgen conform een rapportageformaat, alsook de gescande verkoopnota’s. De aankoop en verkoop moet dagelijks worden vermeld.
Bhailal merkt op, dat in elk geval door de beschikbare middelen de koers omlaag is gegaan. 'Het heeft geholpen, want de vraag naar de euro was gestegen.' De cambio's moeten aantonen dat zij ook hun bijdrage leveren om de koers beheersbaar te houden. 'Ik doe een beroep op het publiek om niet hoger dan 8,462 te betalen voor cash euro', zegt Bhailal.
Governor Van Trikt van de CBvS hoopt de koers met deze interventie verder omlaag te brengen
De Centrale Bank van Suriname (CBvS) heeft voor vandaag, donderdag 11 april 2019, tussen de 8 en 12 miljoen euro beschikbaar voor de cambio's. De euro's worden beschikbaar gesteld tegen een verkoopkoers van Srd 8,412. De wisselkantoren zijn gehouden een wisselkoers van maximaal Srd 8,462 per euro aan te bieden aan het publiek. De beperking voor de verkoop van de euro's aan het publiek is tijdelijk opgeheven.
Remy Bhailal, voorzitter van de Vereniging van Cambiohouders, zegt op Starnieuws dat hij hoopt dat de cambio's niet alleen tijdelijk, maar regulier euro's kunnen verkopen aan het publiek.
Het streven van governor Robert van Trikt van de CBvS is om de koers met deze interventie verder omlaag te brengen. Het lukt, zegt Bhailal, want de koersen gaan omlaag. Op 2 april had de CBvS reeds 7 miljoen euro ter beschikking gesteld aan de cambio's.
'De cash koers van de Amerikaanse dollar is van Srd 8,25 naar Srd 8 gegaan, terwijl de girale koers Srd 7,85 is. De verwachting is dat de girale koers naar Srd 7,70 gaat voor de Amerikaanse dollar en de cash Srd 7,85', zegt Bhailal.
Ook de euro-koers is van Srd 8,75 gedropt naar Srd 8,46. Op 27 maart is de eerste tranche door de CBvS ter beschikking gesteld van de cambio's. Toen was 4 miljoen euro beschikbaar. De cambio's hebben Srd 2.5 miljoen gekocht. Ook de 7 miljoen euro is voor iets meer dan de helft opgenomen.
De cambio's hebben één dag om de euro's te kopen bij de loketten van de CBvS. Zij mogen de euro's met een koersmarge van maximaal 5 cent aanbieden aan het publiek. De wisselkantoren moeten de koers gaan beïnvloeden op de valutamarkt. De cambio's moeten wel aangeven wat de herkomst is van de Srd. Dit dient gedetailleerd te gebeuren. De CBvS moet van de wisselkantoren een overzicht van de verkochte euro's krijgen conform een rapportageformaat, alsook de gescande verkoopnota’s. De aankoop en verkoop moet dagelijks worden vermeld.
Bhailal merkt op, dat in elk geval door de beschikbare middelen de koers omlaag is gegaan. 'Het heeft geholpen, want de vraag naar de euro was gestegen.' De cambio's moeten aantonen dat zij ook hun bijdrage leveren om de koers beheersbaar te houden. 'Ik doe een beroep op het publiek om niet hoger dan 8,462 te betalen voor cash euro', zegt Bhailal.
Abonneren op:
Posts (Atom)