Hosselaars en goudopkopers niet blij met stigmatiserende mobiele surveillance-unit politie bij VCB

(Bron foto: Nationaal Informatie Instituut)

'Dit is duidelijk een teken dat ze ons willen duperen, ze houden niet van ons'


'Controle mag, maar wij willen zien hoe dit gaat werken. Dit is duidelijk een teken dat ze ons willen duperen. Ze houden niet van ons. Den man no musu kon du moeilijk dyaso.' Zo reageren hosselaars en goudopkopers op de hoek van de Waterkant en Steenbakkerijstraat op de opening van een mobiele surveillance-unit voor de Surinaamse Volkscredietbank, VCB, aldus de Ware Tijd vandaag, zaterdag 19 oktober 2019.

De boze reacties kwamen los na het vertrek van minister Stuart Getrouw van Justitie en Politie en korpschef Roberto Prade en hun delegatie gisteren bij de opening van de politiepost.

De minister vertelde aan journalisten. dat de unit bedoeld is om de criminaliteit in de omgeving in te dammen, omdat de politiepost aan de Keizerstraat niet optimaal alle calamiteiten in de binnenstad aan kan. 'Wij moeten niet doen alsof wij niet weten wat er gebeurt', zei de bewindsman, kennelijk doelend op drugshandel die veel voorkomt in de omgeving.

Eerder bevestigden politiefunctionarissen, dat enkele keren drugs in beslag zijn genomen in de omgeving van de Centrale Markt en de bank. Dit jaar heeft de politie een aantal keren verrassingsinvallen gedaan in de buurt.

Volgens de korpsleiding krijgt de nieuwe unit assistentie vanuit de politiepost van de Centrale Markt, die ook blijft bestaan.

Een groot deel van de hosselaars had geen goed woord over voor het initiatief van de justitiële autoriteiten. Marlon, een van de goudopkopers: 'Dit is gewoon pesterij. Waarom speciaal hier en niet ergens anders in de buurt? Laat het volk nu zien dat deze regering het niet meent met de kleine man die zijn brood wil verdienen. Wij hebben geen problemen met hen, maar zij willen ons duperen. Wij doen niemand kwaad. Die mannen die drugs verkopen, zien ze niet.'

Verschillende andere hosselaars liepen, terwijl de officiële delegatie vertrok, in de richting van journalisten om hun gal te spugen. 'Als dit een tegenwerking is van onze hossel, mogen ze weten dat wij gewoon zullen blijven hosselen. Wij zijn geen criminelen. Laten ze ons met rust laten. Als wij elke dag hier zijn, kunnen wij nooit in deze zelfde omgeving crimineel gedrag vertonen. De minister en korpschef zoeken het op de verkeerde plek. De rovers zijn niet hier.'