‘Boedeltekort zou 99 miljoen dollar lager zijn uitgevallen’
De curatoren van het failliet verklaarde Insel Air International beraden zich nog
over een bodemprocedure tegen interCaribbean op de Turks- en Caicoseilanden. 'Feit is immers, dat het boedeltekort van Insel 99
miljoen dollar lager zou zijn uitgevallen, als
interCaribbean de genoegzame zekerheid wél gesteld
zou hebben. Voor het entameren van een
bodemprocedure is toestemming van de rechter-commissaris
vereist, die nog niet is verzocht', schrijven
de curatoren, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, zaterdag 27juli 2019.
Er zijn vlak voor faillissement diverse procedures gevoerd tegen interCaribbean rond de
overname. In Kort Geding heeft het Hof geoordeeld, dat interCaribbean niet gehouden kon
worden tot genoegzame zekerheidstelling voor het crediteurenakkoord en niet gehouden kon
worden de aandelen in Insel Air over te nemen, als er geen voor interCaribbean aanvaardbare
eigendomsstructuur zou worden gerealiseerd. Dit heeft te maken met de zogenaamde ‘local
ownership’-vereisten.
Dat de curatoren - Rogier van den Heuvel en Stan van Liere van het advocatenkantoor
VanEps Kunneman VanDoorne - nog een bodemzaak overwegen is naar hun zeggen in de
kern, omdat zij van oordeel zijn dat het Hof ‘onvoldoende gewicht heeft toegekend’ aan ten
eerste de bekendheid van interCaribbean met de ‘local ownership’-vereisten en, op de tweede
plaats, het gegeven dat het Land Curaçao daartoe ‘precies de comfort heeft gegeven die
partijen van tevoren overeen waren gekomen’.
Bij beschikking van 16 januari 2019 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao de
zogeheten homologatie van het schuldeisersakkoord van 4 december 2018 geweigerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten