'De twee waren actief betrokken bij ‘parallelle traject’ om nieuwe exploitant voor Isla te vinden'
De twee RdK-functionarissen Gilbert Gregory Cijntje, technical manager,
en Michèle Mario Kinburn, projectcoördinator van Refineria
di Kòrsou (RdK) zijn terecht op staande voet ontslagen. Vast is komen te
staan, aldus het gerecht, dat zij - naast het officiële aanbestedingstraject - actief betrokken zijn geweest
bij het ‘parallelle traject’ om een nieuwe exploitant voor de Isla-raffinaderij te vinden, waarvan zij
redelijkerwijs moeten hebben geweten dat dit ‘niet passend was’, zo schrijft vandaag, donderdag 6 juni 2019, het Antilliaans Dagblad.
Zij wisten bovendien, aldus het vonnis van
gisteren, dat dit parallelle traject heeft geleid tot ‘een concrete
poging om (aanzienlijke) betalingen van Count Energy
Trading los te krijgen’.
Cijntje en Kinburn hebben er op geen enkel moment blijk van
gegeven dat zij zich van een en ander hebben willen
distantiëren. Bij deze stand van zaken kan de conclusie geen andere zijn dan, dat deze RdK-werknemers
een dringende reden hebben gegeven om hen op staande voet te ontslaan.
Het gerecht op Curaçao heeft gisteren uitspraak gedaan in beide zaken.
Cijntje en Kinburn waren eerst
met verplicht verlof gestuurd en later ontslagen, omdat ze betrokken waren geweest bij de vermeende
poging tot uitlokking van omkoping. Dat geldt ook voor de toenmalige statutair directeur Roderick van
Kwartel en een door hem ingehuurde consultant.
In de rechtszaken wilden Cijntje en Kinburn het ontslag
nietig laten verklaren.
De rechter gaat uitvoerig in op wat er vooraf was gegaan aan het ontslag, waarvoor ‘stelplicht en
bewijslast bij de werkgever rusten’.
Uit de ontslagbrief blijkt dat RdK het ontslag heeft gebaseerd op het
bestaan van het zogenoemde ‘paralleltraject’ en de betrokkenheid van Cijntje en Kinburn bij dat traject.
RdK gebruikt hiervoor de resultaten van het onderzoek van Ivy.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten