Nurmohamed (VHP) komt in Assemblee met initiatiefvoorstel ter wijziging Wet Omzetbelasting 1997

'Regel dat belastinginspecteur gewoon kan schatten werkt hoge mate van onrechtvaardigheid in de hand'

Willekeur van belastinginspecteur waar belastingplichtigen mee geconfronteerd kunnen worden moet worden ingedamd


De mogelijke willekeur van de belastinginspecteur waar belastingplichtigen mee geconfronteerd zouden kunnen worden moet worden ingedamd. Daarom dient de ‘Wet Omzetbelasting 1997’ gewijzigd te worden. Die laat volgens VHP-Assembleelid Riad Nurmohamed te veel ruimte voor de fiscus om op een willekeurige manier belastingen te berekenen en op te leggen. Hij dient vandaag, maandag 3 juni 2019, in het parlement een initiatiefvoorstel in om de wet te wijzigen, zo s hrijft de Ware Tijd.

De parlementariër vindt dat met de door hem voorgestelde aanpassingen de rechtszekerheid van de belastingplichtige wordt vergroot. De wet in huidige vorm biedt ruimte aan de inspecteur om bedragen te schatten en ambtshalve te verminderen, wat volgens de politicus de mogelijkheid openlaat voor corruptie.

'Er vindt geen enkel bewijsbare en meetbare calculatie plaats. Hierdoor zijn de gecalculeerde stappen die de inspecteur heeft genomen moeilijk traceerbaar voor zowel de Staat als de belastingplichtige. De regel dat de belastinginspecteur gewoon kan schatten werkt een hoge mate van onrechtvaardigheid in de hand voor de belastingplichtige, omdat de inspecteur puur op gevoel iemand een bepaald bedrag kan aanslaan zonder een duidelijk onderbouwde rechtvaardigingsgrond.'

Op zo'n manier kunnen belastinginspecteurs, die een persoonlijk probleem hebben, met een belastingplichtige deze onterecht in problemen brengen. De inspecteur heeft ook geen incentive om daadwerkelijk te werken.

Nurmohamed zegt, dat de Belastingdienst transparant moet kunnen uitleggen hoe zij aan haar calculaties is gekomen indien die afwijken van die van de belastingplichtige.

Wat de parlementariër voorts dwarszit is dat er op het belastingformulier geen duidelijke contactgegevens en/of aanspreekpunten zijn voor de belastingplichtige. Hierdoor verliest die in de praktijk uren, soms dagen aan alleen het achterhalen van de verantwoordelijke belastinginspecteur. 'Het gaat ten koste van de productiviteit van de belastingplichtige.' Dit heeft vaak als gevolg dat de periode om bezwaar te maken tegen een aanslag verstrijkt.

Ook blijkt uit de praktijk dat belastinginspecteurs vaak niet aanwezig zijn wanneer met de belastingplichtige afspraken zijn gemaakt. Voortaan zullen op het aanslagbiljet de naam en contactgegevens van de belastinginspecteur moeten staan. In zijn voorstel heeft Nurmohamed een gecategoriseerde termijn voor afhandeling opgenomen om zodoende rechtszekerheid te bieden aan de belastingplichtige. Het is van belang, dat de betrokkene de zekerheid heeft dat zaken binnen een bepaalde termijn als afgehandeld beschouwd mogen worden.

Hij stelt voor dat de fiscus uiterlijk dertig dagen nadat de belastingplichtige bezwaar heeft aangetekend tegen een aangifte daarop reageert.

Een ander voorstel van hem is dat de bevoegdheid tot naheffing vervalt door verloop van drie jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan.