donderdag 4 april 2019

Minister Hoefdraad houdt vol dat er is gemanipuleerd met BBP-cijfer 2009 door ABS

Bewindsman zendt ter onderbouwing brief met vijf bijlagen naar Assembleevoorzitster


Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën heeft in een uitgebreide brief met 5 bijlagen aan Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons onderbouwd waarom gemanipuleerd is met het cijfer van het Bruto Binnenlands Product (BBP) van 2009. Op verzoek van de Assembleevoorzitster licht de bewindsman zijn uitspraak gedaan in het parlement toe, zo bericht Starnieuws vandaag, donderdag 4 april 2019.



Iwan Sno, directeur van het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS), heeft aan de woordkeus van de minister aanstoot genomen. Hij daagde Hoefdraad uit voor een openbaar debat. Sno houdt morgen een persconferentie over deze kwestie.

Hoefdraad blijft erbij dat er gemanipuleerd is met het BBP-cijfer. Sno heeft uitgelegd in een brief op 10 december 2010 aan de toenmalige minister van Financiën, Wonnie Boedhoe, dat op aandringen van de voormalige governor van de Centrale Bank van Suriname, André Telting, overgegaan is tot het vervroegd publiceren van het BBP-cijfer van 2009. Dit gebeurde op 11 mei 2010, kort vóór de verkiezingen. Doorgaans wordt het BBP-cijfer over het jaar daarvoor in augustus bekendgemaakt. In zijn brief legt Sno uit, dat het BBP gebaseerd kan worden op een response rate van minstens 35% van de bedrijven. Toen het ABS in mei 2010 de vervroegde schattingen voor 2009 uitbracht, was dit gerekend met een response rate van 22% en met veel minder kruiscontroles.



Hoefdraad neemt aanstoot aan de handelwijze van Sno. Het BBP heeft doorwerking op andere statistieken en ook het aangaan van de Staatsschuld. Er zijn volgens de minister premature data gepubliceerd op basis van een telefoontje van een monetaire autoriteit.

'Elke zichzelf respecterende directeur van het ABS had dit moeten weigeren uit te voeren en/of de eer aan zichzelf houden, omdat het nergens in de wet voorkomt dat zulke belangrijke data op basis van een telefoontje moeten worden vrijgegeven en ook omdat de directeur zelf weet dat de response rate te slecht is om het als officieel te bestempelen', schrijft de minister.

Het uitgebrachte 2009 BBP- werd in mei 2010 geschat op Srd 9.272 miljoen. Sno voorspelde toen dat het verschil met de latere cijfers ongeveer 5% zou zijn. Dit is ook gehaald, aangezien het in augustus 2010 officieel gepubliceerde cijfer voor 2009 het BBP-cijfer Srd 8.926 miljoen bedroeg, oftewel Srd 389 miljoen minder (-3.9%). Het nieuwe formele BBP was overall 8% lager volgens minister Hoefdraad.



'Door een grotere informele sector te schatten op Srd 1.395 miljoen in augustus tegenover Srd 1.140 in mei, welke afwijking 22.4% bedraagt, slaagt het ABS erin om de gecombineerde afwijking tussen de gepubliceerde cijfers te bedwingen tot 'slechts' 3.9%. Het is duidelijk dat met 22%-response rate een groot risico is genomen om de schattingen te publiceren. Er is een systematisch 'optimisme' op het eerder uitgebrachte geschatte BBP toegepast. Dit is uiteindelijk vereffend met een veranderpercentage van 22.4% op de informele sector dat de tegenovergestelde richting van alle andere sectoren neemt', schrijft Hoefdraad. 'Zie daar de wetenschappelijke verklaring hoe de heer Sno reeds inzag dat het verschil binnen de 5% zou liggen. Gewoon de informele sector met 22.4% corrigeren!'

Uit het overzicht van de Staatsschuld in 2010 blijkt, dat indien er met het BBP 2008 in de eerste 8 maanden van het jaar zou worden gewerkt, zoals het altijd gebeurt totdat het BBP voor het afgelopen jaar uitkomt, dan zou het binnenlands leningenplafond vanaf mei 2010 zijn overschreden, stelt de minister. Dit boven het wettelijke toegestane plafond van 15% en wel als volgt: mei 15.82%, juni 16.31%, juli 17.60% en augustus 18.48%.



'Maar, zelfs met het nieuwe BBP van 2009 dat in mei 2010 is uitgekomen, zouden de autoriteiten van toen het binnenlands plafond hebben overschreden in 2010 en wel in juli met 15.8% en in augustus met 16.6%.' 

De minister merkt op, dat de schijnbare reden waarom toen aangedrongen is op een vervroegd BBP-cijfer te zien is aan het verloop van de schulden van de Staat begin 2010. De binnenlandse schuld was in drie maanden tijd gegroeid met 6%. De totale schuld was toegenomen van Srd 2.860 miljoen tot Srd 2.977 miljoen in maart, en in ratio van het BBP van 30.8% naar 32.1%. Er waren toen ook achterstanden op de overheidsbetalingen.



'Is daarom toen aan het ABS de opdracht gegeven om een nieuw BBP te produceren, om zo te voorkomen dat de schuldratio zou glijden onder de wet? De ruimte om verdere leningen aan te gaan was wel gecreëerd met het hogere BBP van mei 2010 en men kon de verkiezingen ingaan. Pas in augustus zou het officiële cijfer uitkomen. We zien dan ook dat de schuldratio verder stijgt naar 35.6% in augustus 2010', schrijft de minister aan De Nationale Assemblee.

Hij merkt op dat Sno zich erop beroept dat hij de kwaliteit van de statistiek wenst te waarborgen. 'Toch heeft hij deze standaard straal genegeerd in 2010.'

Hoefdraad zegt dat hij de Wet op de Staatsschuld wederom ter discussie wil stellen. Vooral omdat voor de naleving van de wet het BBP cruciaal is. Het wel of niet publiceren van het BBP kan niet aan de grillen van een toevallige directeur van het ABS worden overgelaten. 'Ofschoon er enorme twijfels zijn aan de berekeningen van het BBP is deze regering altijd respectvol geweest naar het ABS', stelt de bewindsman.

Het ministerie is bezig internationale expertise aan te trekken om de statistieken verder te verbeteren. Het ABS zal verplicht worden gesteld om zijn huidige methodologieën openbaar te maken en zal verder nog bereid moeten zijn om te werken aan verbeteringen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten