maandag 15 april 2019

Kandidaat-minister Neysa Schoop-Isenia klaagt waarnemend president Matroos-Lasten van CBCS aan

Matroos-Lasten heeft memorandum over Schoop-Isenia uit 2014 aan minister Gijsbertha gestuurd

'CBCS heeft in het kader van screeningsprocedure uitermate negatieve uitlatingen gedaan'


Kandidaat-minister Neysa Schoop-Isenia heeft de Centrale Bank CBCS, en in het bijzonder waarnemend president Leila Matroos-Lasten, aangeklaagd en gedreigd met aangifte en eis tot schadevergoeding. Dit in verband met het door de president ad interim aan minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën beschikbaar stellen van een memorandum over Schoop-Isenia uit 2014. Dit bericht het Antilliaans Dagblad vandaag, maandag 15 april 2019.

De advocaat van de beoogd minister spreekt over ‘uitermate negatieve uitlatingen’ die de CBCS heeft gedaan in het kader van de screeningsprocedure.

De Centrale Bank geldt overigens niet als een adviesuitbrengende instantie zoals genoemd in de screeningswet. Toch heeft Matroos-Lasten een memo over Schoop-Isenia doorgestuurd en daarmee een opvatting geuit over de geschiktheid voor een ministeriële functie, aldus advocaat Michael Bonapart. Het betreft volgens hem eenzijdige interne notities die de CBCS in 2014 over Schoop-Isenia had opgemaakt. Zij was toen assistant managing director Finance bij Girobank, die sinds december 2013 onder de noodregeling valt.

De notitie bevat ernstige beschuldigingen, suggestieve uitlatingen en feitelijke onjuistheden die door de CBCS nooit eerder aan Schoop-Isenia bekend waren gemaakt, bijvoorbeeld voor hoor en wederhoor. De notities zijn opgesteld in het kader van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen (Ltbk), maar deze wet legt de Centrale Bank ‘een geheimhoudingsplicht op’.

Ook als CBCS-topvrouw Matroos-Lasten buiten de screeningswet om was benaderd voor een standpunt over de kandidaat-minister, dan nog had zij die bijzondere opdracht niet kunnen accepteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten