Regering moet het gat van 127 miljoen gulden wegwerken
Een verhoging van de indirecte belastingen is op dit moment een van de meest voor de
hand liggende opties voor bezuinigingsmaatregelen die op tafel liggen. Geen algemene verhoging,
maar selectief op bepaalde producten en diensten.
De regering-Rhuggenaath van Curaçao, meer specifiek
minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën, zit in
een spagaat: om dit jaar het gat van 127 miljoen gulden weg
te werken moeten óf de inkomsten omhoog óf dient er extra
bezuinigd te worden óf een combinatie van allebei. Geen van
beide ziet het kabinet echter zitten omdat ‘de rek eruit is’, zo bericht het Antilliaans Dagblad vandaag, zaterdag 9 maart 2019.
Volgens Gijsbertha kan niet veel verder gesneden worden in
wat de overheid aan publieke dienstverlening biedt, anders
gaat dit daadwerkelijk ten koste van de kwaliteit en het niveau. Het optrekken van de belastingen
daarentegen wordt gezien als een ‘ultimum remedium’, een laatste redmiddel.
De regering wil de belastingdruk voor zowel privépersonen als rechtspersonen - burgers en
bedrijfsleven - niet opvoeren. Vandaar dat de minister van Financiën nu al aangeeft in dit stadium niet
te denken aan het optrekken van de loon- en inkomstenbelasting en evenmin aan een hoger percentage
winstbelasting. Dit zijn allebei zogeheten directe belastingen, wat werknemers direct op hun
loonstrookje zien en in hun portemonnee voelen.
Winstbelasting wordt alleen betaald áls er winst
wordt gemaakt.
Indirecte belastingen zijn belastingen die door overheden op indirecte wijze worden geheven, zoals de
omzetbelasting (ob). Deze belastingen zijn indirect in de zin dat ze door een tussenpersoon worden
geïnd, de verkoper, die de belasting aan de uiteindelijke betaler doorrekent in de prijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten