De regering zal zich buigen over diverse voorstellen die gedaan zijn door de commissie van rapporteurs in De Nationale Assemblee over de wijziging van het kiesstelsel en komt maandag weer aan het woord. Vicepresident Ashwin Adhin zei donderdag in het parlement, dat de regering zich in grote lijnen kan vinden in de aanscherping van de drie wetsontwerpen om te komen tot een beter en rechtvaardiger kiesstelsel, zo bericht Starnieuws vrijdag 25 januari 2019.
De commissie staat onder leiding van Melvin Bouva (NDP). Over het schrappen van de bepaling dat politieke organisaties met elkaar kunnen samenwerken vóór de verkiezing, heeft Adhin donderdag tijdens de openbare commissievergadering aangegeven, dat de regering niet praat over een 'verbod'. Deze bepaling is in 1987 opgenomen in het Decreet Politieke Organisaties en blijkt volgens de regering overbodig te zijn, omdat het democratiseringsproces verder is gevorderd.
'Politieke organisaties kunnen met hun eigen ideologie de verkiezingen ingaan en de kiezers weten dan bewust voor wie zij kiezen', zei Adhin.
Er worden wijzigingen aangebracht in artikel 163 van de Grondwet, de Kiesregeling en het Decreet Politieke Organisaties. De vicepresident voerde aan, dat al enige tijd de gemeenschap bedenkingen kenbaar heeft gemaakt over bepaalde bepalingen van het kiesstelsel. 'Dit stelsel heeft bijkans 30 jaren na de introductie ervan de verkiezingen in Suriname beheerst en is door de regering geëvalueerd en als gevolg van die evaluatie gewijzigd. De regering is van oordeel dat zij een begin moet maken met de wijziging van het kiesstelsel.'
Over het vervangen van het stelsel van de personenmeerderheid door het evenredigheidsbeginsel, kon Adhin niet aangeven wat de technische gevolgen daarvan zullen zijn. 'Ik denk dat we dat nader moeten bestuderen als dat inderdaad zo'n zorgpunt is. Bewustwording is een zeer ingrijpend aspect, de gemeenschap is gewend om op die wijze te stemmen voor de ressortraden en ik kan uw bezorgdheid begrijpen, dat er meer fouten gemaakt zullen worden. Geef ons de tijd om dat te bestuderen en dan komen wij daarop terug.'
'De kiesdeler is een populaire term', aldus Adhin, 'maar, deze komt niet voor in de wettelijke regelingen. We kennen het quotiënt, dat slechts betrekking heeft op hoeveel stemmen voor één bepaalde politieke partij zijn uitgebracht en dat te delen door het aantal zetels. Het voorstel is dat de drempel te verlagen voor dat quotiënt. De regering kan meegaan in het verlagen van de voorkeursdrempel naar ongeveer 50%.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten