(Bron foto: NII) |
Houtexploitanten in de gemeenschapsbossen moeten een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van dorpen in de omgeving waar ze werken.
'Ik ben blij dat het in de contracten wordt vastgelegd. Het kan niet zo zijn, dat al het hout wordt weggedragen en dat er niet eens één plank ter plekke blijft. Dorpelingen moeten dan helemaal naar Paramaribo om planken te kopen. Natuurlijk wil een ondernemer geld verdienen, maar er moet een gezonde balans gevonden worden tussen geld verdienen en ontwikkeling brengen', aldus districtscommissaris Yvonne Pinas van het district Sipaliwini, bestuursressort Boven-Saramacca, zo meldt het Nationaal Informatie Instituut, NII, dinsdag 22 januari 2019.
De districtscommissaris haalde een en ander aan op 15 januari tijdens de bekrachtiging van een contract tussen het houtbedrijf NV Samara en de gemeenschap van het dorp Nieuw Jacobkondre. Ze vroeg zowel onderneemster Liu Beuyun als een vertegenwoordiging van de dorpsgemeenschap om vreedzaam samen te werken.
Kapitein Edson Tweeling heeft het contract getekend namens de dorpscommissie. De ondertekening vond plaats op het commissariaat Sipaliwini aan de Zwartenhovenbrugstraat in Paramaribo.
Er werden vorige week nog twee ‘gemeenschapsbosovereenkomsten’ getekend. Een daarvan was tussen het bedrijf Surocawood Timmer Export en de gemeenschap van Santigron. De andere overeenkomst was tussen het bedrijf Hopemore Seareless en de gemeenschap van Tapoeripa (Brokopondo). De contracten worden voorbereid door het ministerie van Regionale Ontwikkeling. Functionarissen van het Directoraat Duurzame Ontwikkeling Afro-Surinamers Binnenland, begeleiden zowel ondernemers als de dorpscommissies.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten