Correa geeft gehoor aan het verzoek
van Quito's Nationale Hof
van Justitie
'Het onderzoek is een vulgaire
politieke vervolging die nooit met echte wetgeving zou zijn gebeurd, omdat het onhandig en absurd is'
Voormalig Ecuadoraans president Rafael Correa heeft voldaan aan het verzoek
van een rechter om aan het consulaat van zijn land in België te
rapporteren, onder de preventieve maatregelen die tegen hem werden
opgelegd vanwege zijn vermeende betrokkenheid bij een ontvoeringspoging
van oppositie parlementslid Fernando Balda in 2012.
Quito's Nationale Hof
van Justitie beval Correa om vanaf 2 juni om de 15 dagen aan
het consulaat 'te rapporteren'. De maatregelen zijn tegen Correa genomen, hoewel de zaak
zich nog in de onderzoeksfase bevindt, een actie die op grote schaal is
bekritiseerd.
Paul Perez Reina, de procureur belast met de vervolging,
eiste van de voormalige president periodiek verslag uit te brengen aan de
'
diplomatieke vertegenwoordiging van Ecuador in België', waar hij sinds juli 2017
bij zijn gezin woont.
In een brief, die maandag 2 juli 2018, op zijn
Twitter-account is gepubliceerd, drukt Correa zijn wens uit om zich te
houden aan de procedurele wet, ondanks de '
evidente politieke en
juridische vervolging' die hij de laatste paar maanden heeft geleden.
De voormalige president heeft gezegd, dat het onderzoek een '
vulgaire
politieke vervolging is die nooit met echte wetgeving zou zijn gebeurd, omdat het onhandig en absurd is, en nooit zal overleven op
een internationaal niveau'.
Correa woont al een jaar in België en heeft geen lopende aanklachten. De
voormalige president voldeed aan de wettelijke eis en bezocht het
consulaat van Ecuador maandag om 11:40 uur, lokale tijd. De voormalige
president had al eerder vrijwillig gerapporteerd aan het consulaat van
Ecuador in België.
Correa ontkent enige betrokkenheid bij de zaak en
heeft gezegd, dat er is geen bewijs dat hem in verband brengt met de zaak
waarin zijn vervolging wordt vergeleken met die van Lula da Silva. Balda
is van zijn kant een campagne gestart en heeft de diplomatieke missies
van Ecuador in België bezocht en geëist dat ze Correa arresteren.
Balda zegt, dat vijf mensen hem in 2012 probeerden te kidnappen in
Bogota, maar de Colombiaanse politie voorkwam de poging. Balda diende
zaterdag een klacht in bij het nationale Gerechtshof.
'Als een
persoonlijke beschuldiging diende ik de klacht in waarin ik hem formeel
beschuldig van deze misdaden', zei hij. Hij eist, dat de zaak vervolgd wordt als een '
staatsmisdaad' en beschuldigt Correa van het
gebruik van publieke middelen om de poging tot ontvoering te
financieren, die volgens hem
'politiek gemotiveerd' was.
Balda, een
voormalige parlementariër van de rechtse
oppositiepartij
Partido Sociedad Patriótica, was beschuldigd van samenzwering om de regering van
Rafael Correa ten val te brengen als onderdeel van de mislukte coup van
september 2010 tegen de voormalige president, die voornamelijk werd
geleid door dissidente politie-eenheden.
Hij was echter in Colombia ten tijde van de beschuldigingen en dus werd
zijn vervolging opgeschort. In oktober 2012 werd Balda gedeporteerd uit
Colombia, omdat hij zonder immigratievergunning in het land was geweest. In januari van het jaar daarop werd hij
veroordeeld voor het bedreigen van de staatsveiligheid en een maand
later werd hij, voor dat misdrijf en voor het verkeerde informatie verstrekken die de eer van de staat
aantastte, veroordeeld tot een jaar
gevangenisstraf.
Na de verklaringen van Correa heeft de Partido dos Trabalhadores van
Brazilië een persbericht uitgebracht waarin zij hun steun aan de
voormalige president uitspraken en de Ecuadoraanse functionarissen
opriepen tot een eerlijk proces zonder politieke vooroordelen.
(Suriname Mirror/TeleSUR/El Espectador/Twitter/El Universo/)