Zes regeringen vragen Internationaal Strafhof, De Haag, onderzoek in Venezuela te openen

Regeringen van Argentinië, Canada, Chili, Colombia, Paraguay en Peru willen onderzoek

(Bron foto: Human Rights Watch)

Zes regeringen hebben een ongekende stap gezet door het Internationaal Strafhof (ICC, International Criminal Court) te verzoeken een onderzoek in Venezuela te openen, aldus Human Rights Watch vandaag, woensdag 26 september 2018. 

De regeringen van Argentinië, Canada, Chili, Colombia, Paraguay en Peru hebben vandaag de situatie in Venezuela doorverwezen naar Officier van Justitie van het ICC, Fatou Bensouda, voor onderzoek. Dit is de eerste keer dat regeringen van ICC-leden een onderzoek hebben verzocht naar mogelijke misdaden die zich volledig op het grondgebied van een ander land hebben voorgedaan.

'Deze ongekende stap weerspiegelt de groeiende alarmsituatie onder andere landen over de catastrofe inzake de mensenrechten die Venezuela heeft overgenomen', zegt José Miguel Vivanco, directeur Amerika's van Human Rights Watch.

'Met het verzoek aan de Officier van Justitie van het ICC maken deze regeringen duidelijk, dat het totale gebrek aan rechtvaardigheid voor de voortdurende misstanden van Venezuela onaanvaardbaar is.'

In twee repressies, in 2014 en 2017, hebben Venezolaanse veiligheidstroepen systematische schendingen gepleegd tegen critici, waaronder martelingen, blijkt uit onderzoek van Human Rights Watch. Ze hebben tussen april en juli 2017 meer dan 5.400 mensen aangehouden. Leden van de veiligheidstroepen hebben de gedetineerden zwaar geslagen en gemarteld met elektrische schokken, verstikking, aanranding en andere wrede technieken.

Onderzoek van Human Rights Watch toont ook aan, dat de misstanden geen geïsoleerde gevallen waren of het resultaat van excessen door valse leden van de veiligheidstroepen. In plaats daarvan pleegden verschillende veiligheidstroepen herhaaldelijk wijdverbreide misstanden gedurende een periode van meerdere maanden op meerdere locaties in het hele land, inclusief in gecontroleerde omgevingen zoals militaire installaties, zowel in 2014 als in 2017. In november 2017 heeft Human Rights Watch met de Officier van Justitie van het ICC de bevindingen van de organisatie over systematisch misbruik door Venezolaanse veiligheidstroepen gedeeld.

Omdat het ICC een laatste redmiddel is, staat de Officier van Justitie voor een hoge drempel. Haar huidige vooronderzoek zal analyseren of misdaden die zijn vastgelegd in het ICC-verdrag zijn gepleegd; of die misdaden voldoende ernstig zijn om de aandacht van het Hof te verdienen; en of de nationale autoriteiten daadwerkelijk geloofwaardige onderzoeken uitvoeren en, indien nodig, vervolging van de zaken onder ICC-overweging.

Venezolaanse functionarissen lijken geen maatregelen te hebben genomen om misbruik te voorkomen en hebben niets gedaan om degenen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen ter verantwoording te roepen. In plaats daarvan hebben ze de misstanden vaak gebagatelliseerd of onaannemelijke algemene ontkenningen afgegeven.