Ministerie van RO distantieert zich van dialoogsessies VIDS en ACT

RO-minister Edgar Dikan (Bron foto: NII)

'Het bevreemdt RO, dat VIDS zonder onderlinge afstemming 'Stappenplan voor Grondenrechten' publiekelijk ter discussie stelt en er niet voor schroomt ministerie uit te nodigen als gast'

'Dat de VIDS de minister van wenst te informeren over het stappenplan roept op zijn zachts gezegd vraagtekens op'


Het ministerie van Regionale Ontwikkeling (RO) heeft na ampele overweging besloten zich te distantiëren van de dialoogsessies van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) en het Amazon Conservation Team (ACT). Het ministerie gaat dan ook niet in op de uitnodiging voor een dialoogsessie getiteld 'Het Stappenplan voor Grondenrechten: op weg naar een duurzaam Suriname', die vandaag, woensdag 29 augustus 2018, wordt gehouden, zo bericht het Nationaal Informatie Instituut, NII.

Het ministerie heeft in de afgelopen periode samen met de VIDS en andere partners gewerkt aan de totstandkoming van 'Het Stappenplan ter Realisering van de Wettelijke Erkenning van de Grondenrechten der Inheemse Volken in Suriname'. In dat kader hebben partijen goede afspraken gemaakt, onder meer over de te volgen procedures. Het ministerie staat nog steeds achter een gedegen uitvoering van het stappenplan en houdt zich vooralsnog aan de gemaakte afspraken.

- Het gaat om een ambitieus plan om binnen 12 maanden conceptwetgeving op te leveren, waarin onze collectieve rechten (onder andere grondenrechten) eindelijk vastgelegd zullen moeten zijn, alsook bewustwording over deze rechten. Dit pakket aan wetgeving zal bij De Nationale Assemblee worden ingediend ter goedkeuring.

Het plan voorziet ook in fundamentele uitgangspunten zoals wederzijds respect, besluitneming op basis van consensus, overleg, gelijkwaardigheid, volledige en voorafgaande informatie, brede participatie en transparantie. -

Het bevreemdt het ministerie dat de VIDS nu, zonder onderlinge afstemming, ertoe overgaat het gezamenlijk geproduceerde stappenplan publiekelijk ter discussie te stellen en er niet voor schroomt om het ministerie uit te nodigen als gast.

Ten overvloede wijst RO wij erop, dat de VIDS voorbij gaat aan de gemaakte afspraken. Dat de VIDS de minister van Regionale Ontwikkeling wenst te informeren over het stappenplan roept op zijn zachts gezegd vraagtekens op. Het stappenplan draagt vooralsnog de goedkeuring van zowel de VIDS als de regering. Het ministerie betreurt deze aangelegenheid, maar blijft desondanks voorstander van de uitvoering van het stappenplan volgens de eerder gemaakte afspraken.

Indien de VIDS als partner van het ministerie de behoefte heeft om de gemaakte afspraken te evalueren, dan staat het ministerie daarvoor open. Dit in de geest van het stappenplan waarbij als uitgangspunt is aangegeven dat er gewerkt zal worden vanuit wederzijds respect en dat besluiten slechts zullen worden genomen op basis van consensus, overleg en gelijkwaardigheid.

Zoals in het 'Stappenplan ter Realisering van de Wettelijke Erkenning van de Grondenrechten der Inheemse Volken in Suriname' is aangegeven, zal op korte termijn invulling worden gegeven aan het managementteam en de verschillende commissies. In het laatste overleg tussen de VIDS en het ministerie in de maand juli is de streefdatum hiervoor aangegeven.