vrijdag 10 augustus 2018

Inheemse groep Embera op de vlucht in eigen land, Colombia

Verdreven uit leefgebied door strijd regering tegen guerrilla's en acties guerrilla's en paramilitairen

(Bron foto: Ana Karina Delgado Diaz / The Norwegian Refugee Council)

De inheemse bevolking van Colombia is een van de bevolkingsgroepen die het zwaarst hebben geleden onder het 50-jarige conflict in het land. Zelfs nu is de vrede fragiel en velen zijn nog steeds gedwongen te vluchten. 

De Colombiaanse regering en de gewapende groep FARC-EP (Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia–Ejército del Pueblo) zijn in 2016 een vredesakkoord aangegaan, maar er zijn nog steeds gewapende conflicten in het land. Op sommige plaatsen zijn de gevechten geïntensiveerd nadat FARC-EP-guerrilla's hun wapens hebben neergelegd.

Na drie uur rijden met de auto op een hobbelige weg en anderhalf uur varen over een rivier omgeven door weelderige jungle, komen we aan in een dorp diep in het regenwoud. We zijn in de Chocó-regio, aan de westkust van Colombia. Eerder beheerste de FARC-EP veel van de gebieden in de regio. Nu hebben gevechten tussen de rebellengroep ELN (Ejército de Liberación Nacional) en een andere gewapende groep het gebied veranderd in een slagveld.


Het dorp is het centrum van de inheemse groep Embera, een van de 104 inheemse groepen in Colombia. Het is de thuisbasis van meer dan 2.000 van de Embera, die wonen in kleinere gemeenschappen langs de rivier en in de omliggende bergen.

In oktober 2017 nam de bevolking in het dorp toe met meer dan duizend mensen. De reden: mensen renden voor hun leven. In oktober 2017 werd een van hun leiders vermoord. 'Hij werkte voor de rechten van de inheemse bevolking en vocht voor ons land.We geloven dat dit de reden is dat hij werd vermoord', zegt een van de andere dorpsleiders.


Maar, hoe kon dit precies een jaar na het vredesakkoord gebeuren in Colombia?
'Het vredesakkoord is gesloten met de FARC-EP, maar er zijn ook andere gewapende groepen die nog geen vredesakkoord met de regering zijn aangegaan.' Veel groepen willen de controle over natuurlijke hulpbronnen en belangrijke drugstracés in de Pacifische regio en vechten nu voor gebieden die eerder onder controle stonden van de FARC-EP.

De gebieden waar Afro-Colombianen en inheemse groepen wonen, zijn vooral getroffen door het conflict. Zeven van de tien mensen die in 2017 zijn gedwongen te vluchten, komen uit deze gebieden.

Dit is niet de eerste keer, dat de Embera zijn gedwongen te vluchten. 'We zijn sinds het begin van de jaren zeventig meerdere malen genoodzaakt geweest te vluchten', zegt de dorpsleider. Pas in de laatste tien jaar ontving zijn dorp op vier verschillende tijden grote groepen mensen die vluchtten voor gewapende groepen: in 2008, 2009, 2014 en meest recent in 2017. Velen zijn meerdere keren gevlucht.

'We horen dat de regering probeert vrede te sluiten met deze groepen, maar dat is alleen op papier, we hebben de vrede nodig om onze gebieden te bereiken, woorden zijn niet genoeg, we moeten actie zien.'

De Noorse Vluchtelingenraad (NRC) is sinds 1991 in Colombia aanwezig. 'In Chocó informeren we inheemse groepen over hun rechten en verlenen we juridische hulp bij vragen over landrechten en compensaties nadat zij gedwongen waren te vluchten', zegt Judith Palacios, die juridisch advies geeft namens NRC. 'In dit dorp helpen we ervoor te zorgen dat kinderen naar school kunnen gaan en de gemeenschap schoon water kunnen geven.' De dorpsleider is dankbaar voor de hulp: 'Nu kennen we onze rechten en weten we hoe we voor hen moeten vechten.'

(Suriname Mirror/ReliefWeb/YouTube)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten