Minimumuurloon per 1 juli van Srd 6,14 naar Srd 8,40

'Spoedmaatregel teneinde zorg te dragen voor enig herstel koopkracht van lagere loonschijven'


Het minimumuurloon gaat per 1 juli van Srd 6,14 naar Srd 8,40. Dit is opgenomen in een staatsbesluit, dat een dezer dagen zal worden gepubliceerd, aldus de Ware Tijd vandaag, donderdag 28 juni 2018. Minister Soewarto Moestadja van Arbeid stelt in het besluit, dat het uurloon minimum voor winkels (behalve buurtwinkels met minder dan vier werknemers) wordt gesteld op Srd 10,08 en voor horeca- (met meer dan twaalf werknemers) en bewakingsbedrijven Srd 11,76. Dat was respectievelijk Srd 7,37 en Srd 8,60. 

In de Nota van Toelichting schrijft Moestadja, dat in overleg met de sociale partners en op aandringen van de vakbeweging de beslissing is genomen, vooruitlopend op de integrale herziening van de minimumuurloon wetgeving en het vaststellingsmechanisme. De bewindsman maakt melding van een spoedmaatregel, 'teneinde zorg te dragen voor enig herstel van de koopkracht van de lagere loonschijven'. Het gaat in alle gevallen om een verhoging van 37 procent.

Voor de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) kwam de informatie gisteren als verrassing en de organisatie wil zich eerst intern beraden, alvorens in de pers uitspraken te doen.

Armand Zunder is voorzichtig optimistisch, omdat niet duidelijk is of het bedrijfsleven dit kan dragen. De voorzitter van de Progressieve Werknemersorganisatie (PWO) zegt, dat eerst moet worden berekend wat op basis hiervan het nettoloon wordt van de gemiddelde werknemer. 'Dat geeft de koopkracht weer en dan kan je zien of men daarmee kan uitkomen.' Het gaat om heel veel mensen die in de genoemde categorieën werken, meent de vakbondsleider. 'Elke verhoging is van belang dus het is een goede zaak.'

Aan de andere kant maakt Zunder zich zorgen om de draagkracht van het bedrijfsleven. 'Als door de toegenomen kosten nu, ook weer bedrijven in problemen komen of mensen afvloeien dan moet je je zorgen maken.' Zunder weet niet of dit het geval zal zijn, maar betoogt dat het wel van belang is dit in ogenschouw te nemen, omdat de mensen waar het om gaat, doorgaans aan de onderkant van de samenleving zitten.