(Bron foto: REDD+ Suriname) |
Suriname en Guyana hebben kennis en ervaring met elkaar gedeeld over de bescherming en het duurzaam beheer van bos binnen het kader van het REDD+ Programma. Een Guyanese delegatie heeft 19, 20 en 21 maart bezoek gebracht aan de Project Management Unit (PMU) van het Suriname REDD+ Programma. Dit gebeurde op uitnodiging van het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS), dat hier de trekker is van het programma, aldus de Ware Tijd dinsdag 27 maart 2018.
REDD+ heeft als doel de uitstoot van CO2 als gevolg van ontbossing en bosverarming tegen te gaan.
Er is onder andere besproken wat de plannen zijn om dit succesvol te laten verlopen in beide landen. Ook is gesproken over hoe in beide landen betrokken partners bij het programma participeren.
Het REDD+-team van Guyana heeft een bezoek gebracht aan het dorp Matta waar door NIMOS en de PMU een REDD+-informatiesessie is gehouden voor de lokale bevolking. Onder leiding van de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB), die mede-implementatiepartner is binnen REDD+ Suriname, heeft de delegatie een bezoek gebracht aan de Dennenbos-concessie. Daar is informatie uitgewisseld over duurzame houtexploitatie.
Volgens NIMOS-directeur Cedric Nelom mag de ontmoeting en informatie-uitwisseling tussen de beide landen als geslaagd worden aangemerkt. Het is de bedoeling dat een Surinaamse delegatie een tegenbezoek zal brengen aan Guyana.
In 2005 is het REDD+ Programma ingesteld door de Verenigde Naties als financieel mechanisme tegen ontbossing. Bomen hebben de belangrijke taak om overdag CO2 (kooldioxide) op te nemen en spelen hiermee een belangrijke rol in de strijd tegen opwarming van de aarde en klimaatverandering. Bosrijke ontwikkelingslanden, zoals Suriname, kunnen door deel te nemen aan het programma financieel gecompenseerd worden voor bosbehoud en duurzaam bosbeheer.
Suriname neemt sinds 2014 deel aan het REDD+ Programma, dat hier momenteel in de voorbereidingsfase is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten