De laatste vier Venezolaanse barkjes vertrokken naar
thuishaven La Vela de Coro
De kleurrijke drijvende markt in Punda is niet meer. Na 101 jaar deel te hebben
uitgemaakt van de binnenstad, zijn gistermiddag de laatste vier Venezolaanse barkjes vertrokken naar
thuishaven La Vela de Coro, ditmaal voor onbepaalde tijd.
De Venezolaanse handelaren verlieten Curaçao met zwaar
gemoed, aldus vandaag, zaterdag 3 maart 2018, het Antilliaans Dagblad.
De gezamenlijke bemanning van de vier boten,
dertig man sterk, koesterde de hoop dat de Curaçaose
overheid toestemming zou verlenen om langer dan de voor
de handelaren toegestane twee maanden op het eiland te
verblijven. Maar, die toestemming kwam er niet.
Sinds de Venezolaanse president Nicolás Maduro op 5
januari de grens met Curaçao, Aruba en Bonaire sloot, was
er geen aanvoer meer mogelijk van verse groenten en fruit
van plantages in de kuststreek van de staat Falcón, op zo’n zeventig kilometer afstand van Curaçao.
Deze familiebedrijven leveren al sinds generaties groente en fruit aan de Curaçaose gemeenschap.
Elk barkje is eigendom van meerdere personen, veelal familieleden, die elk een aandeel in de boot
hebben, en in de handel van de opbrengst van de plantages van hun familie in Falcón.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten