maandag 15 januari 2018

Roché Hopkinson (NDP): 'Onze natuur, onze redding!'

'Wat in Costa Rica trots wordt aangeprezen als regenwoud is voor sommige Surinamers hun achtererf!'

'Bovendien biedt Costa Rica de toerist een bos, dat het heeft moeten herstellen, aanplanten, Suriname daarentegen heeft het echte switi ongerepte bos'


Vroeger kon ik er een hekel aan hebben wanneer een neef of mati na verblijf in het buitenland (soms slechts voor een jaartje) bij terugkeer kwam ‘afgeven’ op Suriname en wel met een zwaar accent, omdat ze betere zaken gezien hadden. Dat het verblijf of werken in het buitenland zijn voordelen heeft, is nu evident voor mij. Niet alleen heb je de kans om persoonlijk jouw grenzen te verleggen, je ziet eveneens eerste hands hoe mensen zaken anders aanpakken zonder afgeleid te worden door de waan van de dag. Zo ook tijdens mijn missie naar Costa Rica van afgelopen week.

Via dit artikel wil ik de voor mij meest opvallende ervaringen van deze missie delen, op weg naar verbetering in onze eigen situatie. Van 5-15 januari is een parlementaire delegatie aangevuld met vertegenwoordigers van de overheid, de VES en het herbarium op uitnodiging van de minister van Milieu van Costa Rica op een werkmissie. Onderwerp van gesprek: Natural capital management in the context of international agreements.

Tegen de achtergrond van het diversifiëren van onze economie alsook het creëren van welvaart en welzijn voor eenieder, zei ik al eens “wanneer wij de natuur op 1 zetten, zetten wij onze toekomst op 1”. Costa Rica is hiervan een voorbeeld.

Dit is een land met US$ 2 miljard inkomsten aan ecotoerisme per jaar (4,5% van het BBP). Een directe inkomstenbron vanuit het natuurlijk kapitaal. Dit is het gevolg van een enorme omwenteling voor dit kleine land dat enkele jaren geleden nog bijna volledig was ontbost, omdat toentertijd de gedachte was dat houtkap en industrie de enige manier was om tot ontwikkeling te geraken. Een nationaal herbebossingsprogramma is nu uitgegroeid naar een ecotoerisme walhalla.

Het is een lust om te ervaren hoe het volk van Costa Rica, van regeringsfunctionaris tot burger, eensgezind werkt aan de opbouw van hun land, volgens een zelfde visie, dat de natuur door iedereen van groot tot klein beschermd moet worden, omdat het de basis is voor hun economie.

Ik was dan ook enthousiast om al dat natuurschoon dat miljoenen toeristen van over de hele wereld alsook wetenschappers trekt, zelf te ervaren. Maar, wat schetst mijn verbazing? Wat in Costa Rica trots wordt aangeprezen als regenwoud is voor sommige Surinamers hun achtererf! Wij hebben daarnaast vele malen meer biodiversiteit (dier- en plantsoorten). Bovendien biedt Costa Rica de toerist een bos, dat het heeft moeten herstellen, aanplanten en dat dus nog groeiende is. Suriname daarentegen heeft het echte switi ongerepte bos. Het groenste, oftewel bosrijkste, land ter wereld met >93 % forest cover, zijn kreken en rivieren.

Wanneer Costa Rica in enkele decennia de omschakeling heeft gemaakt van bijna kaalkap naar een florerende economie met als basis natuurmanagement; dan lijkt het mij dat wij ook moeten inzien dat wij de natuur kunnen inzetten als katalysator van onze economische ontwikkeling. Én dat wij ons huiswerk dienen te maken op het gebied van wetgeving en beleidsontwikkeling.

Een concreet voorbeeld hiervan is de carbon market, waarbij landen bereid zijn om Suriname te betalen voor de diensten (zoals opslag van CO2, produceren van zuurstof) die het levert aan de wereld. Het grootste deel van de wereldgemeenschap heeft zich gecommitteerd om de opwarming van de aarde onder de 2 graden Celsius te houden. Wetenschappers hebben er meermalen op gewezen dat de mensheid dit streven niet zal halen zonder de specifieke bijdrage van onze bossen in Suriname. Er zijn zeer bescheiden calculaties dat Suriname alleen aan zijn bijdrage aan de wereld US$ 200 miljoen op jaarbasis zal kunnen verdienen. Dat is dus nog zonder de opbrengsten van bijvoorbeeld een goed opgezette ecotoerisme branche en de productie van bosbijproducten.

Dit vergt echter wel enige inspanning. Gelden zullen nimmer loskomen indien wij niet onze wetgeving in orde maken. Dit houdt onder andere in om voor eens en altijd vast te stellen hoe wij omgaan met onze inheemsen en andere in stamverband levende volkeren alsook een update van de natuurwetgeving om mee te gaan met internationale afspraken en modernere manieren van natuurmanagement. Ik ondersteun daarom het proces van herschrijven van onze natuurwetgeving (Project Onze Natuur op 1) – dat het afgelopen jaar gestart is – van harte.

Ik sluit af door een veelzeggende (vriendelijk en onschuldige) uitspraak van een Costa-Ricaan die ik ontmoette met u te delen: “Stiekempjes hoop ik dat de ogen van landen als Suriname nooit opengaan, anders is het voor ons gedaan.” Mijn ogen en die van mijn collega’s zijn open. Ik hoop dat we nog in het 2e kwartaal van dit jaar kunnen overgaan tot goedkeuring van een moderne natuurwet die als katalysator zal werken voor ontwikkeling.

Roché Ray Hopkinson Sr.
Lid van de Nationale Assemblee
(NDP fractie)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten