Corruptie kan via Wetboek van Strafrecht worden aangepakt
24-12-2016 De Surinaamse Krant
Het is 2002. De Anti-Corruptiewet ligt in concept bij De Nationale Assemblee.
Het is december 2016. De Anti-Corruptiewet ligt in concept bij De Nationale Assemblee.
Jennifer Geerlings-Simons, voorzitster van het parlement, zei zondag 4 december te verwachten, dat de ontwerpwet nog voor het eind van 2016 op de agenda van het parlement staat voor behandeling. Maar, ze heeft vaker opmerkingen gemaakt over het op de agenda plaatsen van de conceptwet. Inmiddels is het zaterdag 24 december en van enige behandeling van de conceptwet is nog geen sprake. De wet heeft een lange adem. Maar, is deze wet echt noodzaak? Ondervangt het Wetboek van Strafrecht corruptie niet? Of is de wet zogenoemd noodzaak om daarin specifiek bepalingen op te nemen gericht op ambtenaren en politici en ministers? In ieder geval beperkt het Wetboek van Strafrecht zich tot misdrijven door een minister gepleegd en ambtenaren. De vicepresident en president worden niet vermeld.
Veertien jaren ligt de conceptwet dus nu al te wachten op behandeling. Het wetsvoorstel bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel beoogt de organisatorische randvoorwaarden in het leven te roepen om corruptiebestrijding ter hand te nemen. Het tweede onderdeel van het wetsvoorstel bevat een aantal aanvullingen op en wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht. Beide onderdelen kunnen worden teruggevoerd op de verplichtingen die voortvloeien uit het Inter-Amerikaans Anti-Ccorruptieverdrag, dat Suriname in 1996 heeft ondertekend.
Het is de partij DOE (Democratie en Ontwikkeling in Eenheid) en haar voorzitter Carl Breeveld die tot de dag van vandaag het meest hebben gehamerd op die behandeling.
In november 2014 werd duidelijk, dat die conceptwet in de regeerperiode van de eerste regering Bouterse-I niet zou worden behandeld. Breeveld liet eenieder weten dat president Desi Bouterse in 2010 had beloofd, dat hij corruptie zou uitroeien. 'Dat heeft hij ook in zijn verkiezingscampagne staan roepen. Het is op dit vlak nu muisstil geworden en ik neem het deze regering kwalijk, omdat men het op dit vlak niet meent met de bevolking', zei Breeveld.
Veertien jaren ligt de conceptwet dus nu al te wachten op behandeling. Het wetsvoorstel bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel beoogt de organisatorische randvoorwaarden in het leven te roepen om corruptiebestrijding ter hand te nemen. Het tweede onderdeel van het wetsvoorstel bevat een aantal aanvullingen op en wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht. Beide onderdelen kunnen worden teruggevoerd op de verplichtingen die voortvloeien uit het Inter-Amerikaans Anti-Ccorruptieverdrag, dat Suriname in 1996 heeft ondertekend.
Het is de partij DOE (Democratie en Ontwikkeling in Eenheid) en haar voorzitter Carl Breeveld die tot de dag van vandaag het meest hebben gehamerd op die behandeling.
In november 2014 werd duidelijk, dat die conceptwet in de regeerperiode van de eerste regering Bouterse-I niet zou worden behandeld. Breeveld liet eenieder weten dat president Desi Bouterse in 2010 had beloofd, dat hij corruptie zou uitroeien. 'Dat heeft hij ook in zijn verkiezingscampagne staan roepen. Het is op dit vlak nu muisstil geworden en ik neem het deze regering kwalijk, omdat men het op dit vlak niet meent met de bevolking', zei Breeveld.
Ministers werden volgens Breeveld ontslagen wegens vermeende corruptieve praktijken zijn daarna beloond met topfuncties. Hun gevallen worden niet onderzocht en president Desi Bouterse doet alsof zijn neus bloedt, sprak de DOE-voorzitter die bleef hameren op het belang van de Anti-Corruptiewet. 'We hebben de schandalen rond fraude en betalen van smeergelden aan Surinaamse politici door Ballast Nedam bij de bouw van twee bruggen. De onderhandse gunningen, de cassavefabriek, aankoop van het ambassadegebouw in Parijs en financiële schandalen rond Carifesta. Hoe meer schandalen zich aandienen, hoe meer het belang van deze wet wordt benadrukt.'
De ontwerp Anti-Corruptiewet door Bouterse 20 januari 2014 ingediend bij De Nationale Assemblee:
Handtekeningenactie DOE om conceptwet behandeld te krijgen in Assemblee
De ontwerp Anti-Corruptiewet door Bouterse 20 januari 2014 ingediend bij De Nationale Assemblee:
Handtekeningenactie DOE om conceptwet behandeld te krijgen in Assemblee
Breeveld vond dat een stap in de goede richting. ‘Maar, de ontwerpwet moet gauw op de agenda geplaatst worden voor behandeling. En belangrijk is dat opgetreden wordt tegen corruptie.’
De wet was tijdens de vorige regeerperiode, juli 2012, al ingediend bij het parlement en was al in behandeling in eerste ronde, onder voorzitterschap van Paul Somohardjo. Het ontwerp werd echter teruggenomen door de regering om aanpassingen te plegen. ‘Ik ben benieuwd naar het oorspronkelijke ontwerp en naar wat nu is ingediend’, zei Breeveld.
DOE begon een handtekeningenactie om druk op de regering uit te oefenen om de Anti-Corruptiewet, die zij dus teruggenomen had bij het parlement, terug te sturen. De lijst met handtekeningen zou met een petitie aan president Desi Bouterse aangeboden worden om hem te herinneren aan zijn aangekondigde kruistocht tegen corruptie.
Tot zelfs in De Nationale Assemblee merkte Breeveld storende factoren die niet bevorderlijk zijn voor het tegengaan van corruptie. ‘Hoe kun je beleidsadviseur zijn en tegelijkertijd parlementariër?’, vroeg hij zich af. De functie van parlementariër als controlerende instantie raakt volgens Breeveld verwikkeld in een belangenverstrengeling, omdat die zichzelf controleert. Belangenverstrengeling en tegenstrijdige functies zijn volgens Breeveld en zijn partij een belangrijke factor die de politieke wil tegenwerkt om corruptie vooral binnen de overheid tegen te gaan. ‘Mensen hebben tegenstrijdige functies, ook in ons parlement helaas’, aldus Breeveld. ’Dit is een zaak van alle Surinamers, omdat alle Surinamers nadeel ondervinden wanneer corruptie zich manifesteert in een samenleving.’
DOE wilde met een petitie (met zo'n 6.000 handtekeningen) de regering oproepen de wet snel in te dienen bij het parlement. 'Ik heb een brief gestuurd naar de president om de petitie aan te bieden, maar ik wacht nog steeds op antwoord', zei Breeveld op 4 augustus 2012. Parlementsvoorzitster Jennifer Geerlings-Simons benadrukte, dat het gaat om een proces. 'Ik voorspel je, de Anti-Corruptiewet alleen gaat je niet helpen”. Er zijn nu al genoeg wetten.'
'Deze wet is pas van kracht als deze regering weg is'
DOE wilde met een petitie (met zo'n 6.000 handtekeningen) de regering oproepen de wet snel in te dienen bij het parlement. 'Ik heb een brief gestuurd naar de president om de petitie aan te bieden, maar ik wacht nog steeds op antwoord', zei Breeveld op 4 augustus 2012. Parlementsvoorzitster Jennifer Geerlings-Simons benadrukte, dat het gaat om een proces. 'Ik voorspel je, de Anti-Corruptiewet alleen gaat je niet helpen”. Er zijn nu al genoeg wetten.'
'Deze wet is pas van kracht als deze regering weg is'
Begin februari 2014 uitte Ruth Wijdenbosch van de NPS tijdens de Opo Yari-bijeenkomst van haar partij kritiek op de Anti-Corruptiewet. Volgens haar was de ingediende wet zodanig geformuleerd, dat de regering zich zou vrijwaren van door haar gepleegde corruptieve handelingen. ‘Maar, we letten goed op, want eigenlijk wordt corruptie niet bestreden’, sprak de politica. ‘Deze wet zal pas van kracht zijn als deze regering weg is, want zij wil dat deze wet niet voor haar geldt’, aldus Wijdenbosch.
Sinds de Nieuw Front-regering wordt over een Anti-Corruptiewet gesproken, maar tot werkelijke behandeling is het dus nooit gekomen. Tijdens de regering Bouterse-I hebben nagenoeg alle partijen gewezen op het belang van de wet. De regering Bouterse-Ameerali werd verweten corruptie te faciliteren. De wet zou de eerste zijn die het parlement in haar nieuwe samenstelling zou behandelen.
'Goedkeuring van de wet gaat niets bijdragen aan strijd tegen corruptie'
Sinds de Nieuw Front-regering wordt over een Anti-Corruptiewet gesproken, maar tot werkelijke behandeling is het dus nooit gekomen. Tijdens de regering Bouterse-I hebben nagenoeg alle partijen gewezen op het belang van de wet. De regering Bouterse-Ameerali werd verweten corruptie te faciliteren. De wet zou de eerste zijn die het parlement in haar nieuwe samenstelling zou behandelen.
'Goedkeuring van de wet gaat niets bijdragen aan strijd tegen corruptie'
Maar, begin november 2015 zei de voorzitster van De Nationale Assemblee: 'Goedkeuring van de huidige concept Anti-Corruptiewet gaat niets bijdragen aan de strijd tegen corruptie. Die wet draagt mijn goedkeuring niet.' Het concept zou van haar dringende aanpassing behoeven. 'Niet dat er niets goeds in staat, maar deze wet zal de corruptiegevallen die doorgaans in Suriname gepleegd worden niet kunnen bestraffen', zei de voorzitster. Zij beloofde zich ervoor in te zetten, dat wijzigingen in het concept zouden worden aangebracht.
President Bouterse diende 19 november 2015 de ontwerp Anti-Corruptiewet in bij het parlement:
'Rammelende wet is een zoethoudertje'
President Bouterse diende 19 november 2015 de ontwerp Anti-Corruptiewet in bij het parlement:
'Rammelende wet is een zoethoudertje'
In dezelfde maand zei het oud-Assembleelid en hoofdbestuurslid van de Nationale Partij Suriname (NPS), Arthur Tjin-A-Tsoi, dat de Anti-Corruptiewet beter teruggenomen kon worden door de president. 'Het is een zoethoudertje, want essentiële zaken ontbreken in de ontwerpwet. De wet rammelt aan alle kanten en de klokkenluider wordt helemaal niet genoemd. Mensen die corruptie aangeven, worden niet beschermd in de wet.'
Tjin-A-Tsoi noemde diverse zaken op die niet in de ontwerpwet voorkomen. Zo is het in staat van beschuldiging stellen van een politieke ambtsdrager niet opgenomen in het ontwerp. 'Ik mis ook de straf voor de persoon, die de publieke persoon aanzet om corruptieve of frauduleuze handelingen laat plegen.' Hij zei te vinden, dat politieke en publieke ambtsdragers die over de schreef zijn gegaan, net als politieagenten, dubbel gestraft moeten worden, omdat zij hebben een eed afgelegd. Verder plaatste Tjin-A-Tsoi kanttekeningen bij het feit, dat de douane wel wordt genoemd in de wet, maar de politie, militairen en penitentiaire ambtenaren niet. 'Nu gaat het om een gelegenheidswet om het volk zoet te houden, aangezien er diverse corruptiegevallen worden onderzocht. De klokkenluider wordt niet beschermd en de gestolen gelden kunnen ook niet worden teruggevorderd om de schade te beperken.'
'Maak nooit een wet of een regel waarvan de naleving niet afgedwongen kan worden'
'Bij vermeende corruptieve gevallen moet niet ik, maar regering in actie komen'
Tjin-A-Tsoi noemde diverse zaken op die niet in de ontwerpwet voorkomen. Zo is het in staat van beschuldiging stellen van een politieke ambtsdrager niet opgenomen in het ontwerp. 'Ik mis ook de straf voor de persoon, die de publieke persoon aanzet om corruptieve of frauduleuze handelingen laat plegen.' Hij zei te vinden, dat politieke en publieke ambtsdragers die over de schreef zijn gegaan, net als politieagenten, dubbel gestraft moeten worden, omdat zij hebben een eed afgelegd. Verder plaatste Tjin-A-Tsoi kanttekeningen bij het feit, dat de douane wel wordt genoemd in de wet, maar de politie, militairen en penitentiaire ambtenaren niet. 'Nu gaat het om een gelegenheidswet om het volk zoet te houden, aangezien er diverse corruptiegevallen worden onderzocht. De klokkenluider wordt niet beschermd en de gestolen gelden kunnen ook niet worden teruggevorderd om de schade te beperken.'
'Maak nooit een wet of een regel waarvan de naleving niet afgedwongen kan worden'
Het inmiddels vertrokken PALU-parlementslid Anton Paal zei eind november 2015: 'Nu al zijn er meer dan twintig wetten en/of wetsproducten zijn die corruptie bestrijdend kunnen worden aangewend. Desondanks zou er sprake zijn van toename van corruptie. Hoe komt dat? Waarom komen we nu dan weer met een nieuwe wet? Is het aan de ene kant dat wij primair om het oog van het volk op dit moment met dit wetsproduct komen aanzetten en wij aan de andere kant op basis van internationale verdragen gehouden zijn om corruptie middels goede wetgeving te bestrijden? Maak nooit een wet of een regel waarvan de naleving niet afgedwongen kan worden of waartoe de bereidheid daartoe niet bestaat. Het is goed om voorschriften met betrekking tot preventie en bestrijding van corruptie vast te stellen. Maar, een voorbeeld is altijd doeltreffender dan een voorschrift. Gelooft u mij, mevrouw de voorzitter, als de herder doolt, doolt de kudde. Als de abt naar zijn glas grijpt, grijpen de monniken naar hun kruik.'
'Bij vermeende corruptieve gevallen moet niet ik, maar regering in actie komen'
Begin november 2016 reageerde Breeveld op de Jaarrede van Bouterse, uitgesproken op 30 oktober in het parlement. Hij zei nergens in de Jaarrede het bestrijden van corruptie te zijn tegengekomen of duidelijke maatregelen die transparantie moeten bevorderen:
'De president heeft bij zijn aantreden in de vorige regeerperiode de kruistocht tegen corruptie met veel fanfare aangekondigd. Nog nooit eerder heeft een president zich zo duidelijk op dit stuk uitgelaten. Helaas is deze zelfde president mijns inziens in verlegenheid gebracht door de schandalen die zich na elkaar juist onder zijn beleid zich hebben aangediend en nog aandienen. Recent nog de benarde financiële situatie van Luchthavenbeheer, kennelijk vanwege wanbeheer van de vorige leiding waardoor gemaakte arbeidsafspraken met het personeel door de huidige leiding niet kunnen worden nagekomen. Vaak heeft men tegen mij hier in het parlement staan roepen kom met bewijzen, wanneer ik vermeende gevallen van misbruik van staatsmiddelen aan de orde stelde. Iets wat lijkt op een omgekeerde wereld. Bij vermeende corruptieve zaken, moet niet ik, maar de regering in actie komen. De CLAD-rapporten (Centrale Landsaccountantsdienst) liegen er niet om en bevestigen dat er op vele gebieden financieel wanbeleid gevoerd is. Over bewijzen gesproken. We kunnen niet op dezelfde voet doorgaan voorzitter. Ik betreur daarom opnieuw het feit, dat niet met voortvarendheid gewerkt wordt aan de afronding van de behandeling van de Anti-Corruptiewet. Andere wetsvoorstellen genieten de voorkeur terwijl de schandalen zich opstapelen: schoolboekenproject, cassavefabriek, naschoolse opvang, Carifesta, aankoop ambassade Brussel, EBS, schandalen op het ministerie van Sport- en Jeugdzaken en onlangs nog pakketten van het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting die verduisterd waren, et cetera.'
VHP-voorman Chandrikapersad Santokhi ging in een verklaring van zijn partij op 9 december 2016, naar aanleiding van de VN Internationale Anti-Corruptie Dag, in op het feit dat de concept Anti-Corruptiewet nog steeds niet op de agenda van het parlement is geplaatst:
'Suriname heeft geen anti-corruptie wetgeving, maar het Wetboek van Strafrecht verwijst naar anti-corruptie. Het ministerie van Justitie en Politie is verantwoordelijk voor de bestrijding van corruptie. Om de corruptie te bestrijden had de Nieuw Front regering, vertegenwoordigd door ex-minister Chan Santokhi van Justitie en Politie het projectprogramma ‘Mensenrechten, Rechtszorg en Anti Corruptie’ in juni 2009 getekend. De United Nations Development Programme (UNDP) had zich gecommitteerd om de regering bij te staan in de strijd tegen corruptie. De vertegenwoordiger van VN-organisatie UNDP zei – in 2012 – in De Nationale Assemblee, dat Suriname er 'erg lang' over deed om een Anti-Corruptiewet aan te nemen. Hij verwees naar het rapportcijfer 3 dat Suriname kreeg van anti-corruptie organisatie ‘Transparency International’. Helaas behoort Suriname nog steeds tot de groep van zeer corrupte landen in de wereld.
'De president heeft bij zijn aantreden in de vorige regeerperiode de kruistocht tegen corruptie met veel fanfare aangekondigd. Nog nooit eerder heeft een president zich zo duidelijk op dit stuk uitgelaten. Helaas is deze zelfde president mijns inziens in verlegenheid gebracht door de schandalen die zich na elkaar juist onder zijn beleid zich hebben aangediend en nog aandienen. Recent nog de benarde financiële situatie van Luchthavenbeheer, kennelijk vanwege wanbeheer van de vorige leiding waardoor gemaakte arbeidsafspraken met het personeel door de huidige leiding niet kunnen worden nagekomen. Vaak heeft men tegen mij hier in het parlement staan roepen kom met bewijzen, wanneer ik vermeende gevallen van misbruik van staatsmiddelen aan de orde stelde. Iets wat lijkt op een omgekeerde wereld. Bij vermeende corruptieve zaken, moet niet ik, maar de regering in actie komen. De CLAD-rapporten (Centrale Landsaccountantsdienst) liegen er niet om en bevestigen dat er op vele gebieden financieel wanbeleid gevoerd is. Over bewijzen gesproken. We kunnen niet op dezelfde voet doorgaan voorzitter. Ik betreur daarom opnieuw het feit, dat niet met voortvarendheid gewerkt wordt aan de afronding van de behandeling van de Anti-Corruptiewet. Andere wetsvoorstellen genieten de voorkeur terwijl de schandalen zich opstapelen: schoolboekenproject, cassavefabriek, naschoolse opvang, Carifesta, aankoop ambassade Brussel, EBS, schandalen op het ministerie van Sport- en Jeugdzaken en onlangs nog pakketten van het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting die verduisterd waren, et cetera.'
VHP-voorman Chandrikapersad Santokhi ging in een verklaring van zijn partij op 9 december 2016, naar aanleiding van de VN Internationale Anti-Corruptie Dag, in op het feit dat de concept Anti-Corruptiewet nog steeds niet op de agenda van het parlement is geplaatst:
'Suriname heeft geen anti-corruptie wetgeving, maar het Wetboek van Strafrecht verwijst naar anti-corruptie. Het ministerie van Justitie en Politie is verantwoordelijk voor de bestrijding van corruptie. Om de corruptie te bestrijden had de Nieuw Front regering, vertegenwoordigd door ex-minister Chan Santokhi van Justitie en Politie het projectprogramma ‘Mensenrechten, Rechtszorg en Anti Corruptie’ in juni 2009 getekend. De United Nations Development Programme (UNDP) had zich gecommitteerd om de regering bij te staan in de strijd tegen corruptie. De vertegenwoordiger van VN-organisatie UNDP zei – in 2012 – in De Nationale Assemblee, dat Suriname er 'erg lang' over deed om een Anti-Corruptiewet aan te nemen. Hij verwees naar het rapportcijfer 3 dat Suriname kreeg van anti-corruptie organisatie ‘Transparency International’. Helaas behoort Suriname nog steeds tot de groep van zeer corrupte landen in de wereld.
Vlak voor de verkiezingen, in januari 2014, werd de herziene versie van de ontwerp anti-corruptie wet door president Bouterse ingediend bij de Assemblee. Tot heden is het niet bekend wanneer de behandeling van de anti-corruptie wet op de agenda wordt geplaatst.'
'De Anti-Corruptiewet zal op de manier waarop deze nu geformuleerd is, alleen maar een dekmantel zijn om zogenaamd corruptie te bestrijden. Het is gewoon kolder', zei oud-diplomaat, politicus en NPS'er Arnold Kruisland dinsdag 20 december in het Dagblad Suriname.
Kruisland, die bij het eerste concept voorzitter van de commissie van rapporteurs voor deze wet was, geeft aan dat het huidig concept door de jaren heen dusdanig is gewijzigd dat president Desi Bouterse alle gezag zal uitoefenen op degenen die de corruptie inderdaad moeten gaan herkennen en bestrijden. Bovendien is een Anti-Corruptiewet zonder het enquêterecht waardeloos. 'Zolang je als parlement afhankelijk bent van de organen die door de staat beheerst worden, zal je nooit corruptie kunnen bestrijden.'
Suriname nadert 2017, zonder een Anti-Corruptiewet. De regering i.c. president Bouterse lijkt niet echt voorstander van die wet te zijn. De vraag kan gesteld worden of een Anti-Corruptiewet feitelijk iets toevoegt aan het Wetboek van Strafrecht, waarin strafbare delicten als fraude, oplichting, diefstal en verduistering zijn opgenomen. In ieder geval ziet het ernaar uit, dat de conceptwet weer niet behandeld gaat worden in het parlement. Maar, is het deze keer weer uitstel of een verkapt afstel?
(Red. De Surinaamse Krant, zaterdag 24 december 2016)
'De Anti-Corruptiewet zal op de manier waarop deze nu geformuleerd is, alleen maar een dekmantel zijn om zogenaamd corruptie te bestrijden. Het is gewoon kolder', zei oud-diplomaat, politicus en NPS'er Arnold Kruisland dinsdag 20 december in het Dagblad Suriname.
Kruisland, die bij het eerste concept voorzitter van de commissie van rapporteurs voor deze wet was, geeft aan dat het huidig concept door de jaren heen dusdanig is gewijzigd dat president Desi Bouterse alle gezag zal uitoefenen op degenen die de corruptie inderdaad moeten gaan herkennen en bestrijden. Bovendien is een Anti-Corruptiewet zonder het enquêterecht waardeloos. 'Zolang je als parlement afhankelijk bent van de organen die door de staat beheerst worden, zal je nooit corruptie kunnen bestrijden.'
Suriname nadert 2017, zonder een Anti-Corruptiewet. De regering i.c. president Bouterse lijkt niet echt voorstander van die wet te zijn. De vraag kan gesteld worden of een Anti-Corruptiewet feitelijk iets toevoegt aan het Wetboek van Strafrecht, waarin strafbare delicten als fraude, oplichting, diefstal en verduistering zijn opgenomen. In ieder geval ziet het ernaar uit, dat de conceptwet weer niet behandeld gaat worden in het parlement. Maar, is het deze keer weer uitstel of een verkapt afstel?
(Red. De Surinaamse Krant, zaterdag 24 december 2016)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten