Wilfried Hawker |
Vrijdag, 8 december was het 35 jaar geleden, dat 15 tegenstanders van het toenmalige militaire bewind van legerbevelhebber D. Bouterse, huidig president van Suriname, in Fort Zeelandia zonder vorm van proces werden geëxecuteerd, na gefolterd te zijn. Als reden werd opgegeven, dat zij betrokken geweest zouden zijn bij een couppoging. Nog afgezien van het feit, dat daarvoor geen enkel bewijs was, is dat geen enkele rechtvaardiging voor executies en foltering. Een proces in de rechtbank zou de enige weg geweest moeten zijn.
Het regime Bouterse heeft zich echter vanaf de op 25 februari 1980 geslaagde militaire coup aan meer misdaden schuldig gemaakt: Zoals de gewelddadige dood van de vermeende tegencouper, de militair F. Ormskerk (mei 1980), onrechtmatige arrestaties/slechte detentieomstandigheden van leden van de voormalige 'oude politiek' en dissidente militairen, de executie, zonder vorm van proces, van tegencouper sergeant-majoor Hawker, in maart 1982, oorlogsmisdaden in de Binnenlandse Oorlog tegen voormalig rebellenleider en huidig politicus R. Brunswijk (waaronder de massaslachting te Moiwana).
Degenen, die bij deze misdaden betrokken geweest zijn, dienen alsnog berecht te worden.
Maar, om terug te komen op de Decembermoorden: Het is een grote stap voorwaarts, dat de strafeis tegen de verdachten van de Decembermoorden nu is geformuleerd. Te hopen is, dat er niet weer politieke manoeuvres zullen plaatsvinden (zoals misbruik van artikel 148, Surinaamse Grondwet) om de rechtsgang te frustreren.
Zonder berechting van politieke misdrijven is geen democratische rechtsstaat mogelijk.
Astrid Essed
Amsterdam [Z-O]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten