Zes inbrekers dringen woning te Latour binnen
Het Korps Politie Suriname bericht, dat een 40-jarige man vanochtend, zondag 9 juni 2019, door inbrekers is neergeschoten in zijn woning (aan de Goede Hoopweg te Goede Verwachting, aldus de Ware Tijd) in het politieressort Latour.
Zes inbrekers drongen de woning binnen nadat zij de voordeur hadden open getrapt.
De man en zijn vrouw werden in hun slaapkamer overrompeld. Daarbij heeft een van de inbrekers de man in zijn borststreek geschoten. Een zwager van het slachtoffer, die in een andere kamer lag te slapen, werd ook overrompeld.
De inbrekers hebben een som geld, een gouden halsketting, ruw goud en zaktelefoons buitgemaakt.
De neergeschoten man is zwaargewond ter verpleging opgenomen in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo.
Dagelijkse selectie Surinaams nieuws en relevant nieuws uit Latijns-Amerika en Caribisch gebied - Verrassend, actueel, informatief, met oog voor haar lezers!
zondag 9 juni 2019
Somohardjo (Pertjajah Luhur, PL): 'Alleen door samen te werken kunnen we het redden'
'We gaan samenwerken met allen die tegen het huidige beleid zijn'
De Pertjajah Luhur (PL) zal de komende dagen en weken intensief overleg voeren met gelijkgestemde partijen. Het is de bedoeling om heel gauw te komen tot een intentieverklaring. 'We hebben één gemeenschappelijke vijand: degene die Suriname verarmt', zei PL-voorzitter Paul Somohardjo gisteravond tijdens een goed bezochte structurenvergadering te Dessa, Lelydorp, aldus Starnieuws vandaag, zondag 9 juni 2019.
Op de vergadering waren ook aanwezig KTPI-leider Willy Soemita (Kerukunan Tulodo Pranatan Inggil), PDO-topman Waldi Nain (Partij voor Democratie en Ontwikkeling) en voorzitter John Nasibdar van Nieuw Suriname.
Somohardjo noemde de ABOP ook als één van de partijen waarmee overleg zal worden gevoerd. 'We zijn op dezelfde golflengte. We gaan een intentieverklaring tekenen voor een samenwerking, want alleen door samen te werken kunnen we het redden. We gaan samenwerken met allen die tegen het huidige beleid zijn', gaf de PL-voorzitter zijn structuren mee. Op 5 december, de verjaardag van de partij, moet al bekend zijn met wie de partij zal samenwerken. 'En ook met wie we gaan delen. We hoeven niet alles voor onszelf. We zijn bereid te delen. Maar het moet wel een rechtvaardige verdeling zijn.'
Tijdens de structurenvergadering werden vijf ressortbesturen geïnstalleerd, die van De Nieuwe Grond, Koewarasan, Lelydorp, Houttuin en Saramaccapolder. Binnenkort zal de installatie plaatsvinden van de overige ressortbesturen, dDomburg en Kwatta.
De structurenvergadering was in feite bedoeld als een voortzetting van de Satrya-beweging, die enkele maanden eerder was geïntroduceerd. Inmiddels hebben de satrya’s zich al als voorhoedestrijders aangemeld, maar volgens Somohardjo moet de partij thans geschikte ressortraads- en districtsraad-kandidaten scouten. 'We zoeken nu goede zaadjes die we daarna gaan planten en die moeten uitgroeien tot bomen die mooie vruchten dragen. We vragen daarom aan alle kernen die hier zijn om te solliciteren', luidde zijn oproep.
Vóór 31 oktober moeten alle belangstellenden hun namen hebben opgegeven. Dat betekent dat zij vier maanden de tijd hebben om te solliciteren. Daarna zal de partijleiding overgaan tot screening en selectie. Nagegaan wordt of degenen die zich hebben opgegeven in staat zijn om het volk goed te vertegenwoordigen. Op 5 december zullen de aspirant-kandidaten worden bekend gemaakt aan het volk. Zij moeten zich dan tot het uiterste moeten inzetten om bij de kandidaatstelling daadwerkelijk een plek op de lijst te hebben.
De Pertjajah Luhur (PL) zal de komende dagen en weken intensief overleg voeren met gelijkgestemde partijen. Het is de bedoeling om heel gauw te komen tot een intentieverklaring. 'We hebben één gemeenschappelijke vijand: degene die Suriname verarmt', zei PL-voorzitter Paul Somohardjo gisteravond tijdens een goed bezochte structurenvergadering te Dessa, Lelydorp, aldus Starnieuws vandaag, zondag 9 juni 2019.
Op de vergadering waren ook aanwezig KTPI-leider Willy Soemita (Kerukunan Tulodo Pranatan Inggil), PDO-topman Waldi Nain (Partij voor Democratie en Ontwikkeling) en voorzitter John Nasibdar van Nieuw Suriname.
Somohardjo noemde de ABOP ook als één van de partijen waarmee overleg zal worden gevoerd. 'We zijn op dezelfde golflengte. We gaan een intentieverklaring tekenen voor een samenwerking, want alleen door samen te werken kunnen we het redden. We gaan samenwerken met allen die tegen het huidige beleid zijn', gaf de PL-voorzitter zijn structuren mee. Op 5 december, de verjaardag van de partij, moet al bekend zijn met wie de partij zal samenwerken. 'En ook met wie we gaan delen. We hoeven niet alles voor onszelf. We zijn bereid te delen. Maar het moet wel een rechtvaardige verdeling zijn.'
Tijdens de structurenvergadering werden vijf ressortbesturen geïnstalleerd, die van De Nieuwe Grond, Koewarasan, Lelydorp, Houttuin en Saramaccapolder. Binnenkort zal de installatie plaatsvinden van de overige ressortbesturen, dDomburg en Kwatta.
De structurenvergadering was in feite bedoeld als een voortzetting van de Satrya-beweging, die enkele maanden eerder was geïntroduceerd. Inmiddels hebben de satrya’s zich al als voorhoedestrijders aangemeld, maar volgens Somohardjo moet de partij thans geschikte ressortraads- en districtsraad-kandidaten scouten. 'We zoeken nu goede zaadjes die we daarna gaan planten en die moeten uitgroeien tot bomen die mooie vruchten dragen. We vragen daarom aan alle kernen die hier zijn om te solliciteren', luidde zijn oproep.
Vóór 31 oktober moeten alle belangstellenden hun namen hebben opgegeven. Dat betekent dat zij vier maanden de tijd hebben om te solliciteren. Daarna zal de partijleiding overgaan tot screening en selectie. Nagegaan wordt of degenen die zich hebben opgegeven in staat zijn om het volk goed te vertegenwoordigen. Op 5 december zullen de aspirant-kandidaten worden bekend gemaakt aan het volk. Zij moeten zich dan tot het uiterste moeten inzetten om bij de kandidaatstelling daadwerkelijk een plek op de lijst te hebben.
VHP-Assembleelid Jogi: 'Regering heeft onwaarheden verkondigd in parlement over Agrarisch Kredietfonds'
'Uit staatsbesluit blijkt, dat het AKF is opgeheven, het bestaat niet meer'
VHP-Assembleelid Mahinder Jogi keurt het af dat de regering onjuiste informatie in De Nationale Assemblee (DNA) heeft verschaft over het Agrarisch Kredietfonds (AKF). Terwijl de minister van Landbouw, Visserij en Veeteelt (LVV) tijdens de begrotingsbehandeling gezegd heeft, dat het AKF nu zit bij het ministerie van Financiën, heeft minister Gillmore Hoefdraad op zijn beurt weer gesteld dat het fonds is ondergebracht bij de Nationale Ontwikkelingsbank (NOB).
De volksvertegenwoordiger wijst op het staatsbesluit nr. 4 2019 ‘Besluit Opheffing Agrarisch Krediet Fonds’, waaruit blijkt dat het AKF per 18 december 2018 is opgeheven.
'De regering heeft onwaarheden verkondigd in het parlement, want uit het staatsbesluit blijkt dat het AKF is opgeheven. Het bestaat niet meer', zegt de VHP’er zondag 9 juni 2019 in het Dagblad Suriname.
De parlementariër vindt het een kwalijke zaak dat de Financiën-minister helemaal niet op de hoogte was van een staatsbesluit dat de Raad van Ministers heeft gepasseerd. 'Hij is niet op de hoogte of hij zit onwaarheden te verkondigen', stelt de VHP’er. Hij heeft het staatsbesluit ondertussen al persoonlijk overhandigd aan president Desi Bouterse. Dat vicepresident Ashwin Adhin ook in dezelfde lijn als Hoefdraad uitleg heeft gegeven, maakt de bezorgdheid van de VHP’er nog groter.
Jogi wijst naar artikel 7 van het voornoemd staatsbesluit waarin staat: ‘met inwerkingtreding van dit staatsbesluit komen, met uitzondering van de kredietovereenkomsten en de zekerheden aangegaan bij de kredieten met een door het bestuur en de beheerder van het fonds, te vervallen het Besluit Agrarisch Krediet Fonds (S.B. 2007 no.125, zoals gewijzigd bij S.B. 2009, no. 77), het Reglement Beheer Agrarisch Krediet Fonds, de Beheersovereenkomst Agrarisch Krediet Fonds tussen het bestuur van het fonds en de Landbouwbank NV d.d. 29 november 2007 en alle overige uitvoeringsbesluiten en regelingen van het Besluit Agrarisch Krediet Fonds’.
Uitgaande van dit artikel benadrukt Jogi, dat niemand meer door tussenkomst van het AKF bij enige bankinstelling kan aankloppen voor een lening of terugbetaling. 'Boeren klagen. Sma wani pai, ma den no sabi pe den musu pai. Ze willen aflossen en zijn bang voor de consequenties', aldus de VHP’er.
Het AKF is onder de Nieuw Front-regering in 2007 in het leven geroepen. Jogi memoreert nog de uitspraak van Bouterse in 2010 waarin het staatshoofd na zijn aantreden de belofte deed om Suriname te maken tot de voedselschuur van het Caraïbisch gebied.
'Maar president, wat heeft u tot nu toe gedaan als u niet eens een agrarisch kredietfonds kan behouden en beheren? U kunt het fonds niet eens optoppen en geen goedkope leningen aan de boeren bieden om een tractor te kopen. Juist omdat u een slecht beleid hebt gevoerd, zou je het AKF moeten optoppen. Hoe wilt u de agrarische productie in Suriname op gang brengen. U hebt niet eens de rente bij banken omlaag kunnen houden, terwijl er een beleid is gevoerd waarbij de wisselkoers moordend omhoog is gesprongen. Hierdoor is alles duur geworden. Je maakt gewag van het bezoek van de premier van Antigua en zaken die je gaat exporteren. Maar wat ga je precies exporteren? Wat produceer je dat je gaat exporteren? De president is aan het dromen', aldus Jogi.
De totale balanswaarde van het AKF per 31 december 2015 bedroeg Srd 23.740.810 bij de Landbouwbank. Per 12 september 2018 bedroeg het saldo op de bankrekening van het AKF een bedrag van Srd 6.155.390,06. Dit bedrag is na de opheffing van het AKF overgeheveld naar de NOB (Nationale Ontwikkelingsbank van Suriname N.V.). In het staatsbesluit stelt de regering ‘dat voor de zekerheid en versoepeling van financieringen voor de totale agrarische sector het nodig is om het Agrarisch Krediet Fonds op te heffen en regels vast te stellen terzake de gevolgen daarvan’.
VHP-Assembleelid Mahinder Jogi keurt het af dat de regering onjuiste informatie in De Nationale Assemblee (DNA) heeft verschaft over het Agrarisch Kredietfonds (AKF). Terwijl de minister van Landbouw, Visserij en Veeteelt (LVV) tijdens de begrotingsbehandeling gezegd heeft, dat het AKF nu zit bij het ministerie van Financiën, heeft minister Gillmore Hoefdraad op zijn beurt weer gesteld dat het fonds is ondergebracht bij de Nationale Ontwikkelingsbank (NOB).
De volksvertegenwoordiger wijst op het staatsbesluit nr. 4 2019 ‘Besluit Opheffing Agrarisch Krediet Fonds’, waaruit blijkt dat het AKF per 18 december 2018 is opgeheven.
'De regering heeft onwaarheden verkondigd in het parlement, want uit het staatsbesluit blijkt dat het AKF is opgeheven. Het bestaat niet meer', zegt de VHP’er zondag 9 juni 2019 in het Dagblad Suriname.
De parlementariër vindt het een kwalijke zaak dat de Financiën-minister helemaal niet op de hoogte was van een staatsbesluit dat de Raad van Ministers heeft gepasseerd. 'Hij is niet op de hoogte of hij zit onwaarheden te verkondigen', stelt de VHP’er. Hij heeft het staatsbesluit ondertussen al persoonlijk overhandigd aan president Desi Bouterse. Dat vicepresident Ashwin Adhin ook in dezelfde lijn als Hoefdraad uitleg heeft gegeven, maakt de bezorgdheid van de VHP’er nog groter.
Jogi wijst naar artikel 7 van het voornoemd staatsbesluit waarin staat: ‘met inwerkingtreding van dit staatsbesluit komen, met uitzondering van de kredietovereenkomsten en de zekerheden aangegaan bij de kredieten met een door het bestuur en de beheerder van het fonds, te vervallen het Besluit Agrarisch Krediet Fonds (S.B. 2007 no.125, zoals gewijzigd bij S.B. 2009, no. 77), het Reglement Beheer Agrarisch Krediet Fonds, de Beheersovereenkomst Agrarisch Krediet Fonds tussen het bestuur van het fonds en de Landbouwbank NV d.d. 29 november 2007 en alle overige uitvoeringsbesluiten en regelingen van het Besluit Agrarisch Krediet Fonds’.
Uitgaande van dit artikel benadrukt Jogi, dat niemand meer door tussenkomst van het AKF bij enige bankinstelling kan aankloppen voor een lening of terugbetaling. 'Boeren klagen. Sma wani pai, ma den no sabi pe den musu pai. Ze willen aflossen en zijn bang voor de consequenties', aldus de VHP’er.
Het AKF is onder de Nieuw Front-regering in 2007 in het leven geroepen. Jogi memoreert nog de uitspraak van Bouterse in 2010 waarin het staatshoofd na zijn aantreden de belofte deed om Suriname te maken tot de voedselschuur van het Caraïbisch gebied.
'Maar president, wat heeft u tot nu toe gedaan als u niet eens een agrarisch kredietfonds kan behouden en beheren? U kunt het fonds niet eens optoppen en geen goedkope leningen aan de boeren bieden om een tractor te kopen. Juist omdat u een slecht beleid hebt gevoerd, zou je het AKF moeten optoppen. Hoe wilt u de agrarische productie in Suriname op gang brengen. U hebt niet eens de rente bij banken omlaag kunnen houden, terwijl er een beleid is gevoerd waarbij de wisselkoers moordend omhoog is gesprongen. Hierdoor is alles duur geworden. Je maakt gewag van het bezoek van de premier van Antigua en zaken die je gaat exporteren. Maar wat ga je precies exporteren? Wat produceer je dat je gaat exporteren? De president is aan het dromen', aldus Jogi.
De totale balanswaarde van het AKF per 31 december 2015 bedroeg Srd 23.740.810 bij de Landbouwbank. Per 12 september 2018 bedroeg het saldo op de bankrekening van het AKF een bedrag van Srd 6.155.390,06. Dit bedrag is na de opheffing van het AKF overgeheveld naar de NOB (Nationale Ontwikkelingsbank van Suriname N.V.). In het staatsbesluit stelt de regering ‘dat voor de zekerheid en versoepeling van financieringen voor de totale agrarische sector het nodig is om het Agrarisch Krediet Fonds op te heffen en regels vast te stellen terzake de gevolgen daarvan’.
SPBA-voorzitter Oemraw somber gestemd over rijstsector
'Elke LVV-minister doet een hoop beloftes, alleen zijn die tot nu toe niet waargemaakt'
De voorzitter van de Surinaamse Padieboeren Associatie (SPBA), Harinannan Oemraw, vindt dat de situatie in de rijstsector niet rooskleurig is. 'Ministers van Landbouw, Veeteelt en Visserij komen en gaan. Elke minister doet een hoop beloftes, alleen zijn die tot nu toe niet waargemaakt. Niet die beloftes zijn belangrijk, maar de uitvoering ervan. Dus, wij boeren zijn niet enthousiast over al die beloftes die voor de zoveelste keer gedaan worden. Het resultaat moet er zijn en dan kunnen we zeggen dat eindelijk een minister de beloften heeft waargemaakt', zegt Oemraw vandaag, zondag 9 juni 2019, op Starnieuws.
Sinds afgelopen maand is Rabin Parmessar aangetreden als bewindsman op dit ministerie.
Oemraw maakt zich zorgen om het feit, dat boeren nu binnen een maand proberen massaal in te zaaien. Dit houdt in dat ze dan ook massaal zullen oogsten, waardoor er geen spreiding is en zal er een overschot ontstaan bij de opkoper. Ook waren de pompen te laat opgestart, waardoor nu nog boeren bezig zijn te oogsten in de regentijd. Verder lijden de boeren een verlies van Srd 48 per baal natte padie. Dit verlies gaat door tot de diverse hypotheken die de landbouwers hebben lopen bij de banken. Bezittingen van deze boeren belanden dan op de veilig en raakt zo een rijstboer dan failliet.
'Het ergste is dat er aldoor gezegd wordt dat de boeren alleen naar subsidie vragen. De werkelijkheid is, dat juist de boeren de totale overheid subsidiëren. Want als de prijs van witte rijst omhoog zou gaan, zouden de boeren een betere prijs kunnen krijgen bij de opkoper. Maar, deze prijs wordt niet verhoogd en dit gaat dan ten koste van de landbouwer. Dus, de vraag is nu: wie subsidieert? In elk geval echt niet de overheid', stelt Oemraw.
Landbouwkundige Soedeshchand Jairam zegt dat de boeren steeds verliezen lijden. Het gevolg hiervan is dat een deel niet meer in staat is om verder te gaan. Volgens Jairam is de toename van inzaai het gevolg van de uitvoering van het Agrarische Plan 2005-2010 dat gefinancierd werd door de Europese Unie. Vooral de infrastructuur die leidde tot belangrijke rijstgebieden, werd toen begaanbaar gemaakt. Hij noemt de weg naar Nanipolder en het Labenigebied. Het gevolg hiervan is dat boeren in deze gebieden grote arealen hebben ingezaaid. Volgens Jairam is het belangrijk om te gaan voor ordening en organisatie van de totale sector.
'De institutionele ordening moet er zijn, anders houdt de rijstsector niet lang meer in stand. Hierin zijn andere landen ons behoorlijk voor', meent Jairam. Hij zegt dat bijvoorbeeld er steeds minder onderzoek gedaan. Zo doet ADRON (Anne van Dijk Rijst Onderzoekscentrum Nickerie) in Nickerie veel minder nu dan voorheen. En dit resultaat is volgens Jairam te merken aan de kwaliteit van zowel onze rijst en de rijstrassen die nu zijn.
Jairam én Oemraw hopen dat de rijstsector structureel aangepakt wordt en dat deze sector gered wordt van ondergang.
De voorzitter van de Surinaamse Padieboeren Associatie (SPBA), Harinannan Oemraw, vindt dat de situatie in de rijstsector niet rooskleurig is. 'Ministers van Landbouw, Veeteelt en Visserij komen en gaan. Elke minister doet een hoop beloftes, alleen zijn die tot nu toe niet waargemaakt. Niet die beloftes zijn belangrijk, maar de uitvoering ervan. Dus, wij boeren zijn niet enthousiast over al die beloftes die voor de zoveelste keer gedaan worden. Het resultaat moet er zijn en dan kunnen we zeggen dat eindelijk een minister de beloften heeft waargemaakt', zegt Oemraw vandaag, zondag 9 juni 2019, op Starnieuws.
Sinds afgelopen maand is Rabin Parmessar aangetreden als bewindsman op dit ministerie.
Oemraw maakt zich zorgen om het feit, dat boeren nu binnen een maand proberen massaal in te zaaien. Dit houdt in dat ze dan ook massaal zullen oogsten, waardoor er geen spreiding is en zal er een overschot ontstaan bij de opkoper. Ook waren de pompen te laat opgestart, waardoor nu nog boeren bezig zijn te oogsten in de regentijd. Verder lijden de boeren een verlies van Srd 48 per baal natte padie. Dit verlies gaat door tot de diverse hypotheken die de landbouwers hebben lopen bij de banken. Bezittingen van deze boeren belanden dan op de veilig en raakt zo een rijstboer dan failliet.
'Het ergste is dat er aldoor gezegd wordt dat de boeren alleen naar subsidie vragen. De werkelijkheid is, dat juist de boeren de totale overheid subsidiëren. Want als de prijs van witte rijst omhoog zou gaan, zouden de boeren een betere prijs kunnen krijgen bij de opkoper. Maar, deze prijs wordt niet verhoogd en dit gaat dan ten koste van de landbouwer. Dus, de vraag is nu: wie subsidieert? In elk geval echt niet de overheid', stelt Oemraw.
Landbouwkundige Soedeshchand Jairam zegt dat de boeren steeds verliezen lijden. Het gevolg hiervan is dat een deel niet meer in staat is om verder te gaan. Volgens Jairam is de toename van inzaai het gevolg van de uitvoering van het Agrarische Plan 2005-2010 dat gefinancierd werd door de Europese Unie. Vooral de infrastructuur die leidde tot belangrijke rijstgebieden, werd toen begaanbaar gemaakt. Hij noemt de weg naar Nanipolder en het Labenigebied. Het gevolg hiervan is dat boeren in deze gebieden grote arealen hebben ingezaaid. Volgens Jairam is het belangrijk om te gaan voor ordening en organisatie van de totale sector.
'De institutionele ordening moet er zijn, anders houdt de rijstsector niet lang meer in stand. Hierin zijn andere landen ons behoorlijk voor', meent Jairam. Hij zegt dat bijvoorbeeld er steeds minder onderzoek gedaan. Zo doet ADRON (Anne van Dijk Rijst Onderzoekscentrum Nickerie) in Nickerie veel minder nu dan voorheen. En dit resultaat is volgens Jairam te merken aan de kwaliteit van zowel onze rijst en de rijstrassen die nu zijn.
Jairam én Oemraw hopen dat de rijstsector structureel aangepakt wordt en dat deze sector gered wordt van ondergang.
Den Blauwvinger: Onderzoeksjournalistiek in Suriname komt nooit van de grond....
COLUMN: Journalistieke kwalitatieve basis en tijd en geld ontbreken
Surinaams journaille plaatst onderzoeksjournalistiek op voor haar te hoge ladder
Voor onderzoeksjournalistiek ontbreekt in Suriname een gedegen journalistieke basis. Immers, het land heeft geen kwalitatief goede en objectieve journalisten. Een echte journalist is dat 24 uur per dag, 7 dagen in de week en moet het leuk vinden om ook buiten kantooruren te werken aan artikelen en onderzoek te doen, ongeacht de hoogte van zijn/haar salaris. Een echte journalist creëert zijn eigen energie en tijd om zich te storten op onderzoek voor een artikel. De eerste echte Surinaamse journalist en zeker onderzoeksjournalist moet nog geboren worden. De doorsnee Surinaamse journalist is en schrijft oppervlakkig en ongeïnteresseerd, dat stralen negen van de tien artikelen uit.
Al in juli 2008 zei huidig eigenaresse van Starnieuws Nita Ramcharan: 'Ze moeten gewoon alles doen, van 1 juli tot hindostaanse immigratie. De journalist stelt dat als je over iets wilt schijven je onderzoek moet doen, maar dat dit over het algemeen niet haalbaar is. Een goede journalist gaat altijd proberen om waarover die schrijft onderzoek te doen. Eigenlijk moet dat gewoon. Het zou een levenshouding moeten zijn dat je niet schrijft over iets waar je niet genoeg onderzoek naar hebt gedaan. Maar, ik kijk meer naar hoe komt het dat dit niet gebeurt.' Volgens haar wordt over het algemeen toch wel veel gevraagd van een journalist en zijn er niet genoeg journalisten om diepgang te kunnen creëren. Zij zegt niet goed te praten dat journalisten zich niet genoeg verdiepen, maar zegt: 'Er is zoveel om te doen en er zijn maar weinig journalisten om alles te doen.' (Bron:
Zogenaamd...
Nu en dan zijn er initiatieven om onderzoeksjournalistiek leven in te blazen. Zo startte de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) 1 oktober 2018 met een zogenaamde drie maanden durende 'opleiding onderzoeksjournalistiek'. Gedurende de cursus werden zogenaamde journalisten in een workshopvorm getraind in het onderzoeken van milieuvraagstukken zoals klimaatverandering, kleinschalige goudwinning, hernieuwbare energie, afvalwater, biodiversiteit en milieubeleid met de bedoeling tot een duurzame oplossing te komen voor dergelijke vraagstukken. Deze zogenaamde opleiding werd voorbereid door zogenaamd milieuspecialiste (lees: https://suriname-tribune.blogspot.com/2013/06/surinaams-journaille-krijgt-les-over.html) en vermeend onderzoeksjournaliste Rachael Van Der Kooye, docente aan de zogenaamde, twijfelachtige, Academie voor Hoger Kunst en Cultuur Onderwijs. Slechts 13 cursisten namen deel aan de training.....
Maar, was het nu een opleiding, cursus of simpelweg een reeks workshops? Daarnaast richtte de SVJ zich slechts op milieu gerelateerde issues, terwijl serieuze onderzoeksjournalistiek veel meer moet zijn dan dat. Ook zouden media ruimte en financiën moeten vrijmaken willen ze werkelijk dat journalisten de tijd krijgen om onderzoeksartikelen te schrijven. Opmerkelijk is overigens, dat de cursus als doel had tot een duurzame oplossing te komen voor dergelijke milieu-vraagstukken. Curieuze doelstelling, te denken dat Surinaamse 'klaargestoomde onderzoeksjournalisten' door hun berichtgeving kunnen zorgen voor een duurzame oplossing van grootse milieuproblemen als klimaatverandering en kleinschalige goudwinning. De SVJ en de cursusleidsters leefden een illusie, een hoog gegrepen onwerkelijkheid..
Surinaams journaille plaatst onderzoeksjournalistiek op voor haar te hoge ladder
Voor onderzoeksjournalistiek ontbreekt in Suriname een gedegen journalistieke basis. Immers, het land heeft geen kwalitatief goede en objectieve journalisten. Een echte journalist is dat 24 uur per dag, 7 dagen in de week en moet het leuk vinden om ook buiten kantooruren te werken aan artikelen en onderzoek te doen, ongeacht de hoogte van zijn/haar salaris. Een echte journalist creëert zijn eigen energie en tijd om zich te storten op onderzoek voor een artikel. De eerste echte Surinaamse journalist en zeker onderzoeksjournalist moet nog geboren worden. De doorsnee Surinaamse journalist is en schrijft oppervlakkig en ongeïnteresseerd, dat stralen negen van de tien artikelen uit.
Al in juli 2008 zei huidig eigenaresse van Starnieuws Nita Ramcharan: 'Ze moeten gewoon alles doen, van 1 juli tot hindostaanse immigratie. De journalist stelt dat als je over iets wilt schijven je onderzoek moet doen, maar dat dit over het algemeen niet haalbaar is. Een goede journalist gaat altijd proberen om waarover die schrijft onderzoek te doen. Eigenlijk moet dat gewoon. Het zou een levenshouding moeten zijn dat je niet schrijft over iets waar je niet genoeg onderzoek naar hebt gedaan. Maar, ik kijk meer naar hoe komt het dat dit niet gebeurt.' Volgens haar wordt over het algemeen toch wel veel gevraagd van een journalist en zijn er niet genoeg journalisten om diepgang te kunnen creëren. Zij zegt niet goed te praten dat journalisten zich niet genoeg verdiepen, maar zegt: 'Er is zoveel om te doen en er zijn maar weinig journalisten om alles te doen.' (Bron:
Zogenaamd...
Nu en dan zijn er initiatieven om onderzoeksjournalistiek leven in te blazen. Zo startte de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) 1 oktober 2018 met een zogenaamde drie maanden durende 'opleiding onderzoeksjournalistiek'. Gedurende de cursus werden zogenaamde journalisten in een workshopvorm getraind in het onderzoeken van milieuvraagstukken zoals klimaatverandering, kleinschalige goudwinning, hernieuwbare energie, afvalwater, biodiversiteit en milieubeleid met de bedoeling tot een duurzame oplossing te komen voor dergelijke vraagstukken. Deze zogenaamde opleiding werd voorbereid door zogenaamd milieuspecialiste (lees: https://suriname-tribune.blogspot.com/2013/06/surinaams-journaille-krijgt-les-over.html) en vermeend onderzoeksjournaliste Rachael Van Der Kooye, docente aan de zogenaamde, twijfelachtige, Academie voor Hoger Kunst en Cultuur Onderwijs. Slechts 13 cursisten namen deel aan de training.....
Maar, was het nu een opleiding, cursus of simpelweg een reeks workshops? Daarnaast richtte de SVJ zich slechts op milieu gerelateerde issues, terwijl serieuze onderzoeksjournalistiek veel meer moet zijn dan dat. Ook zouden media ruimte en financiën moeten vrijmaken willen ze werkelijk dat journalisten de tijd krijgen om onderzoeksartikelen te schrijven. Opmerkelijk is overigens, dat de cursus als doel had tot een duurzame oplossing te komen voor dergelijke milieu-vraagstukken. Curieuze doelstelling, te denken dat Surinaamse 'klaargestoomde onderzoeksjournalisten' door hun berichtgeving kunnen zorgen voor een duurzame oplossing van grootse milieuproblemen als klimaatverandering en kleinschalige goudwinning. De SVJ en de cursusleidsters leefden een illusie, een hoog gegrepen onwerkelijkheid..
Symposium of 'opfriscursus'- Tja, zo simpel kan in essentie onderzoeksjournalistiek zijn!
Op 6,7 en 8 juni 2019 werd het symposium ‘Check check & double check’ gehouden over onderzoeksjournalistiek in Suriname en de Antillen. Er werden trainingen en workshops gehouden. 'Het is goed als journalisten een opfriscursus volgen en nieuwe instrumenten aangereikt krijgen' zei Hennah Draaibaar, journaliste (oud-correspondente voor de NOS) en directrice van organisator Back Lot Academy. Voor aanvang van het zogenaamde symposium zei Draaibaar, 'Het is niet aan mij om het journalistieke veld te beoordelen.' Veelzeggend, want ook zij moet weten hoe belabberd, kwalitatief slecht dat veld is. Ze wil, durft, kennelijk haar vingers niet branden aan collega's.
Hoofdspreker was Christiaan Triebert, nu 'visual investigator' bij The New Yorks Times. Hij studeerde in 2016 af in Conflict Studies aan King’s College in Londen, is journalist en werkt ook voor het onderzoekscollectief Bellingcat, waar hij onderzoek doet door gebruik te maken van open bronnen zoals beelden van social media, webcams en Google Maps, tja, zo simpel kan in essentie onderzoeksjournalistiek zijn!
De uitgever van Parbode, Nederlander Jaap Hoogendam, sprak over zijn verschillende onderzoeksverhalen. Terecht, immers hij en zijn blad zijn de enigen in Suriname die tijd, ruimte en middelen hebben om aan serieuze, echte onderzoeksjournalistiek te doen....Het blad publiceert maandelijks interessante verhalen, objectief, gedegen
'Het probleem is dat onderzoeksjournalistiek duur is'
SVJ-voorzitster Carla Boëtius zei in haar toespraak bij de opening van het symposium over onderzoeksjournalistiek, dat 'het probleem is dat onderzoeksjournalistiek duur is, waardoor media-eigenaren vaak niet geneigd zijn om daarin te investeren.' De SVJ gaat na op welke manier er fondsen kunnen worden gecreëerd om onderzoeksjournalistiek te stimuleren. 'In Suriname met zijn kleinschaligheid, waar bijna een ieder elkaar kent, blijft het een uitdaging om artikelen, waaraan gedegen onderzoek vooraf is gegaan, te publiceren.'
Allemaal leuk en aardig, maar de basis ontbreekt
Maar, workshops, trainingen, cursusjes en een 'symposium' organiseren is allemaal leuk en aardig, maar als de solide betonnen basis ontbreekt – (kwalitatief goede, objectieve) – de gedreven, serieuze 24/7 journalist, zijn al die goedbedoelde initiatieven losse flodders die hun doel missen, die tot niets leiden, zeker niet tot de te hoog gegrepen onderzoeksjournalistiek waarvoor directies van mediabedrijven tijd en geld moeten vrijmaken voor hun redacties!
Hoogachtend,
Op 6,7 en 8 juni 2019 werd het symposium ‘Check check & double check’ gehouden over onderzoeksjournalistiek in Suriname en de Antillen. Er werden trainingen en workshops gehouden. 'Het is goed als journalisten een opfriscursus volgen en nieuwe instrumenten aangereikt krijgen' zei Hennah Draaibaar, journaliste (oud-correspondente voor de NOS) en directrice van organisator Back Lot Academy. Voor aanvang van het zogenaamde symposium zei Draaibaar, 'Het is niet aan mij om het journalistieke veld te beoordelen.' Veelzeggend, want ook zij moet weten hoe belabberd, kwalitatief slecht dat veld is. Ze wil, durft, kennelijk haar vingers niet branden aan collega's.
Christiaan Triebert |
De uitgever van Parbode, Nederlander Jaap Hoogendam, sprak over zijn verschillende onderzoeksverhalen. Terecht, immers hij en zijn blad zijn de enigen in Suriname die tijd, ruimte en middelen hebben om aan serieuze, echte onderzoeksjournalistiek te doen....Het blad publiceert maandelijks interessante verhalen, objectief, gedegen
'Het probleem is dat onderzoeksjournalistiek duur is'
SVJ-voorzitster Carla Boëtius zei in haar toespraak bij de opening van het symposium over onderzoeksjournalistiek, dat 'het probleem is dat onderzoeksjournalistiek duur is, waardoor media-eigenaren vaak niet geneigd zijn om daarin te investeren.' De SVJ gaat na op welke manier er fondsen kunnen worden gecreëerd om onderzoeksjournalistiek te stimuleren. 'In Suriname met zijn kleinschaligheid, waar bijna een ieder elkaar kent, blijft het een uitdaging om artikelen, waaraan gedegen onderzoek vooraf is gegaan, te publiceren.'
Allemaal leuk en aardig, maar de basis ontbreekt
Maar, workshops, trainingen, cursusjes en een 'symposium' organiseren is allemaal leuk en aardig, maar als de solide betonnen basis ontbreekt – (kwalitatief goede, objectieve) – de gedreven, serieuze 24/7 journalist, zijn al die goedbedoelde initiatieven losse flodders die hun doel missen, die tot niets leiden, zeker niet tot de te hoog gegrepen onderzoeksjournalistiek waarvoor directies van mediabedrijven tijd en geld moeten vrijmaken voor hun redacties!
Hoogachtend,
Den Blauwvinger
10 juni 2019
Paramaribo – Suriname
Abonneren op:
Posts (Atom)