Het Amazonewoud beschermen is van fundamenteel belang voor de planeet
De inauguratie van de nieuwe Braziliaanse president Jair Bolsonaro doet de vrees toenemen voor snellere ontbossing in het Amazonewoud. Daar zijn goede redenen voor, schrijft Anthony Pereira, directeur van het Brazilië-instituut aan het King’s College London, donderdag 10 januari 2019.
Maar er zijn ook factoren, zowel in binnen- als buitenland, die de schade kunnen beperken.
Voor Bolsonaro en zijn kabinet lijkt milieubescherming in de eerste plaats een belemmering voor ontwikkeling. Zij nieuwe minister van Leefmilieu Ricardo Salles liet al weten, dat het debat over klimaatverandering van 'secundair belang' is.
Salles werd onlangs nog veroordeeld, omdat hij frauduleus mijnbedrijven bevoordeeld zou hebben als staatssecretaris voor Leefmilieu in São Paulo. Onder zijn leiderschap zal het ministerie waarschijnlijk lijden onder besparingen en er zijn al sleuteldepartementen geschrapt.
Bolsonaro zelf heeft gezegd dat hij de macht wil verminderen van het Braziliaanse Agentschap voor Bosbescherming (IBAMA,
Instituto Brasileiro do Meio Ambiente e dos Recursos Naturais Renováveis) om boetes uit te schrijven voor bedrijven en personen die illegaal ontbossen of vervuilen. De ontbossing, die tussen 2004 en 2017 vertraagde met 75 procent, begon al voor de inauguratie van Bolsonaro opnieuw te versnellen: met 13,7 procent tussen augustus 2017 en juli 2018.
Bolsonaro twitterde medio december 2018, dat hij de Braziliaanse agrobedrijven onafhankelijk wil maken van ingevoerde meststoffen.
Maar, de grondstoffen in Brazilië zelf ontginnen zou nog meer milieuschade aanrichten. De grootste bekende voorraad kalium, gebruikt in meststof, ligt aan de rand van de rivier Madeira in het Amazonegebied.
De nieuwe president lijkt ook voorstander van meer stuwdammen (er liggen 334 voorstellen voor nieuwe stuwdammen in het Amazonegebied op tafel). Hij trok ook het Braziliaanse voorstel in om de volgende Klimaatconferentie te organiseren, later dit jaar. En op zijn eerste dag als president tekende hij een voorlopige maatregel die de autoriteit om land af te bakenen voor inheemse bevolkingsgroepen
overdraagt van het ministerie van Justitie naar het ministerie van Landbouw. Daardoor wordt het erg waarschijnlijk dat er geen nieuwe territoria worden afgebakend voor inheemse groepen, een verkiezingsbelofte van Bolsonaro.
Maar, Bolsonaro heeft geen vrij spel. Hij spreekt alsof de agribusiness en de bescherming van het milieu niet samengaan, en hij lijkt het milieu te willen opgeven voor de veeteelt, mijnbouw en houtkap. Maar, ook andere stemmen hebben iets te zeggen in Brazilië, en er zal op zijn minst enige aandacht moeten zijn voor de visie dat duurzame landbouw, die de biodiversiteit beschermt, beter is voor de Braziliaanse vooruitzichten op ontwikkeling en het wereldwijde klimaat.
Voor zijn inauguratie zei Bolsonaro dat hij het ministerie van Leefmilieu onderschikt wilde maken aan dat van Landbouw. Maar,
na stevige kritiek door milieubewegingen en ambtenaren in de Braziliaanse milieudiensten liet hij dat idee varen. Zelfs sommige landbouwbelangen spraken zich uit, uit vrees dat hun internationaal imago en daarmee de toegang tot sommige markten, met name de Europese, schade zou kunnen ondervinden als ze
geassocieerd worden met ontbossing.
Bovendien heeft Brazilië een milieubeweging die niet moet onderdoen voor die in Europa of Noord-Amerika. Het was de sterkte van die beweging die ervoor zorgde, dat de Braziliaanse Grondwet uit 1988 verschillende ecologische veiligheidsmechanismen bevat, inclusief beschermde gebieden, inheemse reservaten en een systeem van milieuvergunningen.
José Lutzenberger, een ecologische pionier en voormalig minister van Leefmilieu, hielp mee de Eco92-conferentie in Rio te organiseren en het enorme reservaat voor de Yanomami-indianen
af te bakenen.
Die conferentie in Rio was onderdeel van een proces dat uiteindelijk leidde tot het Internationale Klimaatakkoord van Parijs in 2015, waar ook de Braziliaanse betrokkenheid belangrijk was. En in zijn laatste dagen als president liet Michel Temer een rapport na voor zijn opvolger met de raad om Brazilië in het klimaatakkoord van Parijs te houden en te streven naar een uitstootloze economie tegen 2060.
Ook externe factoren kunnen druk uitoefenen op de regering-Bolsonaro. Zo hoest de regering van Noorwegen 93 procent op van het geld voor het Amazonefonds. Dat steunt meer dan honderd projecten, samen goed voor honderden miljoenen dollars, om milieuwetten af te dwingen en een duurzame economie in het regenwoud te ontwikkelen.
Maar, de Noorse bijdragen komen met een voorwaarde: dat de ontbossing onder bepaalde limieten gehouden wordt. Tijdens zijn laatste bezoek aan Oslo in 2017 werd Temer nog vriendelijk herinnerd aan die limieten.
De regering-Bolsonaro zal naar alle waarschijnlijkheid in stilte enkele van haar doelen willen bereiken. Naast het verzwakken van het ministerie van Leefmilieu kan ze een signaal geven aan gouverneurs en congresdelegaties dat de wetten rond ontbossing niet langer streng afgedwongen zullen worden.
Waarnemers zullen daarom met aandacht de gebeurtenissen op het terrein moeten volgen. Middenveldorganisaties en journalisten in de Amazone die werken voor publicaties als
InfoAmazonia en
O Eco zijn erg goede bronnen van dergelijke informatie. Er bestaat enige internationale steun voor die journalisten. Zo beheert het Pulitzer Centre het
Rainforest Journalism Fund, ook gesteund door de Noorse regering, dat beurzen uitreikt aan journalisten die berichten over ontbossing.
De Braziliaanse
minister voor Buitenlandse Zaken Ernesto Araújo beweert dat initiatieven zoals het Klimaatakkoord van Parijs liberaal, ‘globalistisch’ en een onderdeel van een ‘gigantische marxistische culturele agenda’ zijn. Vanuit dat perspectief schenden internationale ngo’s en buitenlandse staten die zich bemoeien met het Amazonegebied de Braziliaanse soevereiniteit.
Maar dat is vooral een rookgordijn.
In het Klimaatakkoord van Parijs beloofde de Braziliaanse regering uit vrije wil om de Braziliaanse uitstoot van broeikasgassen met 37 procent te verminderen tegen 2025 en met 43 tegen 2030. Het
Braziliaanse Forum voor Klimaatverandering dat tot die beloftes kwam, kreeg input uit 340 overheidsinstanties, bedrijven, ngo’s en academici. En het land heeft al verschillende voordelen wat betreft de transitie naar een CO2-arme economie, inclusief relatief schone energie en zo’n 60 miljoen hectare aan verwilderd weidegebied dat opnieuw bebost zou kunnen worden.
Het Amazonewoud beschermen is van fundamenteel belang voor de planeet, en er zijn in Brazilië heel wat mensen die daarvan overtuigd zijn. Ze verwerpen het idee dat ontwikkeling en milieubescherming elkaar uitsluiten, en steunen de transitie van de economie in het Amazonegebied naar duurzaamheid. In de komende jaren zal moeten blijken of die visie het ook kan halen.
(Suriname Mirror/MO.be/The Conversation)