dinsdag 24 december 2019

VHP-voorzitter Santokhi over Bouterse-vonnis, Constitutioneel Hof en Afobakadam

'Het zou getuigen van moreel besef indien veroordeelde burger Bouterse zijn functie als president neerlegt'

'Door het gestuntel van de regering moet Suriname US$ 125 miljoen aan Alcoa betalen'


VHP-voorzitter Chandrikapersad Santokhi gaat vandaag, dinsdag 24 december 2019, op Starnieuws kort in op drie actuele vraagstukken: het Bouterse-vonnis, het Constitutioneel Hof en de Afobakadam die uiterlijk eind van deze maand in handen komt van Suriname. 

'Het zou hebben getuigd van moreel besef en verantwoordelijkheid indien de veroordeelde burger Bouterse zijn functie als president zou hebben neergelegd. Het is een feit, dat de burger Bouterse voor 20 jaar is veroordeeld door de Krijgsraad in het proces rond de 8 decembermoorden. De rechters hebben alle bewijslast bekeken en tientallen getuigen gehoord en zijn tot een gemotiveerd oordeel gekomen. Het vonnis is inmiddels voor iedereen beschikbaar op de website van de rechterlijke macht. Daarin staat precies wat er gebeurd is op 7 en 8 december 1982, hoe het gebeurd is, wie erbij betrokken was en wie verantwoordelijk was. Ook blijkt dat de vermoorde personen niet met een coup bezig waren. De vastgestelde feiten spreken voor zich.'

'Toen de rechtszaak begon was Bouterse geen president en stond er ook geen verkiezing vóór de deur, zodat het vonnis onmogelijk bedoeld kan zijn om hem politiek te schaden. Het proces heeft lang genoeg geduurd, zodat de raadslieden van Bouterse alle bewijslast en getuigen van hun kant hadden kunnen aandragen om de rechters tot een ander oordeel te doen komen. Andere verdachten bijvoorbeeld hebben wel feiten en omstandigheden aangedragen die tot hun vrijspraak hebben geleid. Ook was er voldoende tijd om bijvoorbeeld een waarheidscommissie aan het werk te zetten. Thans is het feit dat de heer Bouterse veroordeeld is en omdat hij de functie van president vervult, betekent het dat die functie ingenomen wordt door een veroordeelde persoon. Ongeacht ieders politieke kleur, dit is voor Suriname geen goed visitekaartje naar de eigen bevolking en naar het buitenland toe", voert de politicus aan. Het aantekenen van verzet en eventueel hoger beroep draait het rechtsproces en de veroordeling vooralsnog niet terug, maar geeft de veroordeelde een kans om met nieuwe feiten en bewijs te komen. De rechter bepaalt dan aan het eind van het proces of het vonnis in stand blijft dan wel vernietigd wordt of eventueel tot ander oordeel komt.'

'De politieke partij waar Bouterse voorzitter van is, de NDP, bestond nog niet toen de moorden werden gepleegd. De partij is ook niet veroordeeld, maar heeft zich wel actief gemengd in het rechtsproces en de uitkomst daarvan. Dat blijkt uit diverse pogingen in De Nationale Assemblee die ten doel hadden om het proces stop te zetten, zoals de Amnestiewet van 2012. Vier jaar lang is het rechtsproces onderbroken, omdat men de Amnestiewet wilde laten toetsen door het Constitutioneel Hof dat echter niet bestond.'

'De Krijgsraad heeft in 2016 de rechtszaak uiteindelijk voortgezet. In oktober 2019 is eindelijk de wet Constitutioneel Hof door De Nationale Assemblee aangenomen. Nu wil de NDP met grote spoed het Constitutioneel Hof implementeren met de kennelijke bedoeling om het vonnis buiten werking te stellen. Het Constitutioneel Hof kan een vonnis echter niet terugdraaien of nietig verklaren.'

'De Afobakadam wordt als het goed is binnenkort overgedragen aan Suriname. Dat had al lang moeten gebeuren, maar de regering heeft niet geluisterd naar deskundigen. Nu zit ze ook opgezadeld met een achterstallige betaling aan Alcoa. De VHP heeft ettelijke malen gewezen op het bar slechte resultaat van de onderhandelingen met Alcoa. De effecten beginnen nu concreet zichtbaar te worden. Door het gestuntel van de regering moet Suriname US$ 125 miljoen aan Alcoa betalen. En dit wordt geleend tegen een woekerrente van 12.5%, terwijl er goedkopere opties waren.'

'De VHP vreest dat Staatsolie het kind van de rekening wordt. De inkomsten uit Staatsolie zullen nu op een buitenlandse rekening worden gestort. Tegelijkertijd zal Staatsolie de US$ 15 miljoen aan rente moeten ophoesten. Samen met de kosten van onderhoud is dit circa US$ 30 miljoen extra kosten zonder cash inkomsten voor Staatsolie. Ook is niet duidelijk in welke staat de dam verkeert bij de overdracht en welke kosten hier eventueel mee gemoeid zullen zijn.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten