(Bron foto: duiken.nl) |
In het wet-lab van Carmabi heeft een aantal zwevende karko-larven (Strombus gigas) zich getransformeerd tot kruipende minislakjes. De bedoeling is dat in de Curaçaose baaien met zeegras op den duur honderden tot duizenden gekweekte slakken worden uitgezet om de karko-stand op het eiland weer op peil te brengen. Want de karko, queen conch in het Engels, is een van de grootste zeeslakken ter wereld die alleen in het Caribisch gebied voorkomt, maar bijna verdwenen door overbevissing. Op Curaçao komt de slak alleen nog voor in de lagunes bij het Sea Aquarium, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 19 december 2019.
Marien biologisch onderzoeksinstituut Carmabi, Sea Aquarium en het Harbor Branch Oceanic Institue in Florida werken samen in het project ‘Nos karko bèk den boka’ dat dit jaar van start ging met financiële steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds Caribisch gebied en het innovatiefonds van het Wereld Natuur Fonds. Dat schrijft projectleider Michiel van Nierop in een uitgebreid bericht.
In september werden karko-eitjes verzameld bij het Sea Aquarium. Dat het is gelukt om een deel daarvan te laten opgroeien tot minislakjes van 3 millimeter, is al een enorm succes. De eitjes komen na vier, vijf dagen uit en de eerste dagen zijn de larven bijzonder kwetsbaar. Het kruipende mini-slakje leeft van dood organisch materiaal en zeegrasbladeren die geoogst worden in de baaien van Curaçao.
Een volwassen karko kan groeien tot een lengte van 35 centimeter en een gewicht van 2,3 kilogram. Volgens Van Nierop is het project op Curaçao uniek. Op dit moment gebeurt het kweken van karko alleen in onderzoeksinstituten en pogingen daarbuiten zijn ‘om diverse redenen’ niet gelukt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten