(Bron foto: Nationaal Informatie Instituut) |
Om op duurzame wijze de visstand in de zeewateren van Brazilië, Suriname, Frans-Guyana, Trinidad en Tobago en Guyana te benutten wordt gewerkt aan een langjarig beheersplan.
Suriname was dinsdag en woensdag (26 en 27 november 2019) in Royal Ballroom Torarica gastland van de derde bijeenkomst van de 'Working group on shrimp and groundfish of the North Brazil-Guianas Shelf'. De bijeenkomst werd georganiseerd door de Western Central Atlantic Fishery Commission (WECAFC) van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), het Caribbean Regional Fisheries Mechanism (CRFM) en het Institut Français de Recherche pour l'Exploitation de la Mer (IFREMER).
Wanneer het visserijmanagementplan gereed moet zijn, is niet helemaal duidelijk. Maar het moet zo snel als mogelijk gereed gemaakt worden, zegt Radjes Asraf, hoofdbeleidsmedewerker bij het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), tevens coördinator van de workshop, donderdag 28 november in de Ware Tijd.
Tijdens de bijeenkomst hebben de deelnemende landen de stand van zaken van hun visserijbeleid gepresenteerd. Asraf legt uit, dat de vissen over en weer trekken naar de wateren van de verschillende landen. Dit maakt het noodzakelijk dat een eenduidig beheersplan wordt uitgevoerd om onder meer overbevissing en andere zaken die de visstand negatief kunnen beïnvloeden te voorkomen of te minimaliseren. Hij voegt toe, dat elk van de landen een managementplan moet hebben op basis waarvan kan worden nagegaan welk beleid de buurlanden uitvoeren.
Suriname is 'op de goede weg' en heeft een Visserij Managementplan 2014-2018, dat momenteel wordt bijgewerkt. LVV hoopt in het eerste kwartaal van 2020 het herziene beheersplan gereed te hebben.
Tijdens de tweede vergadering van de werkgroep vorig jaar op Barbados werd de bijgewerkte informatie over het huidige beheer van de garnalen- en visbestanden besproken, de status van sociaal-economische en biologische gegevens voor deze visserijtypen geëvalueerd en zijn de meest dringende behoeften aan data voor succesvol beheer geïdentificeerd. Ook zaken als herziening van de regionale strategie voor bijvangst, de vereiste stappen en acties om een subregionaal beheersplan voor garnalen en vis te ontwikkelen en uit te voeren, kwamen toen aan de orde.
In de betrokken landen is intussen onderzoek gedaan naar de stand van zaken omtrent hun visserijsector. Aan de hand van de bevindingen, verzamelde data en aanbevelingen zal een regionaal visserijbeheersplan voor vier tot vijf jaar worden gemaakt, dat regelmatig zal moeten worden bijgesteld. Het plan moet voornamelijk betrekking hebben op de vissoorten en garnalen die in de vijf deelnemende landen voorkomen.
Uit onderzoek in Suriname kwam naar voren dat er geen vrouwen actief betrokken zijn bij visvangst. Sommige vrouwen in de sector zouden hebben aangegeven wel op vissersboten te willen werken, maar dat de vaartuigen niet voldoen aan de vereisten voor vrouwen. Onder meer beschikken zij niet over toiletten en doucheruimten. Geïnterviewde mannen zouden hebben aangegeven dat visserswerk mannenwerk is en dat de boten niet zijn afgestemd op vrouwen. Zij kunnen in het traject van verwerking en verkoop wel een rol vervullen.
In landen als Guyana en Trinidad en Tobago zouden vrouwen hebben aangegeven ook graag op vissersboten te willen werken, maar dat ze vanwege het feit dat ze voor kinderen en gezin moeten zorgen daartoe geen gelegenheid hebben.
(Suriname Mirror/de Ware Tijd/Nationaal Informatie Instituut)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten