(Bron foto's: NII) |
Het Management Team Grondenrechten der Inheemse en Tribale volken in Suriname (MT), minister Edgar Dikan van Regionale Ontwikkeling (RO) en voorzitster Jennifer Geerlings-Simons van De Nationale Assemblee (DNA) hebben overleg gevoerd over het karakter van de ontwerpwet houdende ‘Wet Collectieve Rechten Inheemse en Tribale Volken’, aldus het Nationaal Informatie Instituut, NII, woensdag 9 oktober 2019.
Het wetsontwerp is op 2 oktober door voorzitter Wensley Misiedjan overhandigd aan minister Dikan. Het concept is nog niet bij DNA. Daardoor kon er dus ook niet inhoudelijk over het ontwerp worden gepraat.
Tijdens de ontmoeting heeft de MT-voorzitter aan de parlementsvoorzitster uitgelegd hoe de conceptwet is opgebouwd en wat de belangrijke aspecten zijn, waarmee rekening is gehouden.
Het ontwerp richt zich hoofdzakelijk op:
de wettelijke erkenning van de collectieve rechten van inheemse en tribale volken op hun woon- en leefgebieden;
het traditioneel gezag en haar bevoegdheden;
de demarcatie en Free Prior Informed Consent (FPIC).
FPIC omvat het recht op inspraak van de inheemse en tribale volken op besluitvormingen, die van invloed kunnen zijn op hun woongebieden en hun leefwijzen.
Misiedjan heeft Geerlings-Simons ook gezegd, dat een ontwerpwet tot wijziging of aanvulling van de Grondwet is geproduceerd, onafhankelijk van de ontwerpwet houdende ‘Wet Collectieve Rechten Inheemse en Tribale Volken’.
Het MT heeft gedurende de afgelopen maanden tal van inzichten meegenomen uit de reeks van consultaties met verschillende doelgroepen. Geerlings-Simons hoopt, dat met de conceptwet niet alleen de grondenrechten worden gereguleerd, maar dat ook een bijdrage wordt geleverd aan de algemene ontwikkeling van Suriname. Ze kan begrip opbrengen voor de groeiende behoefte in het binnenland aan medezeggenschap in de lokale woon- en leefgebieden. Voor de parlementsvoorzitster blijft het belangrijk, dat met de erkenning van de collectieve grondenrechten en traditioneel gezag in het binnenland een grondslag ontstaat, van waaruit kan worden geleerd hoe regionaal bestuur in andere gebieden in Suriname eventueel kan worden gereguleerd.
Geerlings-Simons is benieuwd naar de wijze waarop de conceptwet omspringt met de rechten van derden die al lang zijn gevestigd in de bij wet erkende woon- en leefgebieden.
Het MT zal volgende week een presentatie houden voor de Raad van Ministers (RvM). De ministers krijgen elk ook een exemplaar van de conceptwet, zodat ook zij de gelegenheid hebben om hun zienswijzen erop los te laten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten