Regering benadrukt noodzaak integrale benadering Venezuela crisis
'De regering van Curaçao heeft kennisgenomen van de motie die de Tweede Kamer dinsdag heeft aangenomen inzake de verwijdering van vluchtelingen op Curaçao. De regering reageert onder normale omstandigheden niet op moties van de Tweede Kamer, aangezien deze gericht zijn aan de Nederlandse regering. Het zijn echter voor Curaçao op dit moment allesbehalve normale omstandigheden vanwege de crisis in Venezuela en de vergaande gevolgen daarvan voor ons eiland. Deze bijzondere situatie is voor de regering aanleiding om bij wijze van hoge uitzondering in te gaan op de inhoud en strekking van de motie van het Nederlandse parlement vanwege de noodzaak van een integrale benadering van de crisis in het koninkrijk', zo schrijft de regering donderdag 16 mei 2019.
'De regering verwelkomt de aandacht van de Tweede Kamer voor de crisis in ons buurland en de ernstige gevolgen die dit heeft voor de Caribische landen van het Koninkrijk. Zowel de crisis zelf met de complexe geopolitieke complicaties, als de zware impact die de crisis op verschillende manieren heeft op de eilanden, vergt immers een koninkrijksbrede benadering.
Maar, het is volgens de regering van Curaçao wel te betreuren dat de motie is aangenomen op grond van een feitelijk onjuiste constatering.
In de motie, die met een ruime meerderheid is aangenomen, vraagt de Tweede Kamer de Nederlandse regering om er bij de Curaçaose regering op aan te dringen dat er altijd een individuele toetsing plaatsvindt volgens de internationale regelgeving voordat personen die vragen om bescherming worden teruggestuurd naar Venezuela. De regering van Curaçao onderschrijft dat dit belangrijk is, en benadrukt derhalve dat een dergelijke individuele toetsing reeds onderdeel uitmaakt van de in Curaçao geldende procedure voor het vragen van bescherming op grond van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Aan deze procedure is met behulp van Nederlandse diensten zoals onder meer de IND de afgelopen tijd veel aandacht besteed.
Het is wel betreurenswaardig, dat de Tweede Kamer in de overwegingen die vermeld staan in de motie, geheel ten onrechte constateert dat Curaçao vluchtelingen die door de UNHCR zijn erkend, zou hebben teruggestuurd. De regering benadrukt dat dit een incorrecte voorstelling van zaken is, die ook niet - zoals de motie onterecht vermeld - door internationale organisaties is geconstateerd.
Curaçao heeft geen personen die een erkende status als vluchteling hebben gekregen van de UNHCR teruggestuurd naar Venezuela, en is dat ook niet van plan. Sterker nog, voor een aantal van de door de UNHCR erkende personen met de officiële status van vluchteling, vinden inmiddels interviews plaats met landen waarnaar deze reeds erkende vluchtelingen permanent zouden kunnen worden gehervestigd.
De Tweede Kamer is kennelijk helaas niet geheel op de hoogte van de precieze situatie zoals die zich op Curaçao voordoet, noch van de procedures zoals die gelden in ons land. Dit is jammer gezien de vereiste koninkrijksbrede aandacht voor de crisis en de vergaande gevolgen ervan.
Voor Curaçao zijn er naast de migratie van duizenden Venezolanen naar het eiland, veelal op illegale wijze per boot, ook in sociaal en economisch opzicht ernstige gevolgen voor onder meer de raffinaderij, de haven, het toerisme en de handel. Parlementariërs uit de Verenigde Staten blijken wel tot in detail bekend te zijn met de situatie op Curaçao, en de uitdagingen waar ons eiland voor staat. Dit werd duidelijk tijdens het werkbezoek begin deze week van premier Rhuggenaath aan Washington DC, waar hij onder meer enkele Congresleden sprak.
Kortgeleden bezocht een zevental leden van het Amerikaanse Congres ook Curaçao om zich in de gevolgen van de Venezolaanse crisis voor het eiland te verdiepen, toen zij op weg waren naar de grens met Colombia om ook daar met eigen ogen de gevolgen van de uittocht van miljoenen Venezolanen uit hun thuisland naar de buurlanden te zien. Tijdens het werkbezoek aan Washington kreeg premier Rhuggenaath bij Congresleden en bij de vertegenwoordigers van de Amerikaanse regering, onder wie de speciale Venezuela gezant Elliott Abrams en Under Secretary of State David Hale, grote waardering voor de rol van Curaçao, en was er ook warme belangstelling voor de omvangrijke problemen waarmee Curaçao kampt als gevolg van de crisis.
De Curaçaose regering wil er naartoe werken dat er binnen het koninkrijk op integrale en diepgaande wijze aandacht is voor de bijzonder complexe situatie waarmee de Caribische landen van het Koninkrijk worden geconfronteerd.
Tijdens het recente overleg tussen minister Blok van Buitenlandse Zaken en de premiers van Curaçao, Aruba en Sint Maarten is hier een aanzet toe gemaakt, evenals tijdens de recente bezoeken van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris Knops van Koninkrijksrelaties en minister Grapperhaus en staatssecretaris Harbers van Justitie en Veiligheid.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten