'Met een dergelijke borgstelling zou de inbeslagname opgeheven moeten worden'
Het Openbaar Ministerie (OM) in Nederland heeft een borgstelling van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) om de in beslag genomen geldzending vrij te krijgen geweigerd. Dit wordt bevestigd door CBvS-governor Robert van Trikt, aldus de Ware Tijd vrijdag 26 april 2019.
Aldo Verbruggen, een van de advocaten die de CBvS en de handelsbanken in deze zaak bijstaan, zegt dat met een dergelijke borgstelling de inbeslagname opgeheven zou moeten worden. 'Wij vinden dat er dan helemaal geen reden meer is om het geld langer vast te houden, maar zelfs daar denkt het Openbaar Ministerie genuanceerd over. Er is niet positief op gereageerd en wij kunnen oprecht niet begrijpen waarom niet.'.
Donderdag had het advocatenteam samen met de Surinaamse Bankiersvereniging tijdens een persconferentie uitleg gegeven over de besprekingen met het OM in Nederland om het geld vrij te krijgen.
De geldzending van 19,5 miljoen euro die namens Hakrinbank, Finabank en De Surinaamsche Bank door de CBvS werd verzorgd, is vorig jaar april geconfisqueerd.
Overleg over opheffing van de inbeslagneming heeft niets opgeleverd. Als gevolg daarvan is besloten een bezwaarschrift bij de rechtbank in Nederland in te dienen. Dat moet uiterlijk juni een feit zijn. Het Nederlandse OM heeft aangegeven, dat de Centrale Bank noch de handelsbanken verdachte zijn in het onderzoek naar de geldzending.
Er wordt witwassen vermoed. Door het OM zijn indicatoren opgevoerd die aanleiding vormden voor het vasthouden van het geld. Deze indicatoren zijn volgens Verbruggen van toepassing op 'een totaal andere situatie dan wat hier aan de hand was'.
Onder andere werd door het OM aangevoerd, dat het om gebruikte bankbiljetten ging, een volstrekt ongegrond argument, omdat bij geldzendingen doorgaans gebruikte bankbiljetten worden aangewend. 'Dit vormde geen rechtvaardiging voor de beslaglegging.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten