woensdag 20 maart 2019

De Telegraaf: 'Vluchtgevaarlijke Surinaamse ’Escobar’ (lees: Radj Oedit) in Nederland'

Suriname wacht op uitlevering van rijstondernemer door  Nederland

Advocaat van Oedit beweert: 'Vanwege medische redenen is het onmogelijk en risicovol voor hem om te reizen’


In een artikel in De Telegraaf vandaag, woensdag 20 maart 2019, wordt de Surinaamse rijstondernemer Radj Oedit de Surinaamse ‘Escobar’ genoemd. Volgens de schrijver van het artikel, misdaadjournalist Mick van Wely, is Oedit een ‘cokekopstuk’ en zou hij nauwe banden hebben met de Nationale Democratische Partij (NDP) van president Desi Bouterse en ook een geldschieter van de partij zijn.

Oedit’s advocaat Nico Meijering benadrukt daarentegen, dat zijn cliënt geen ’verleden’ heeft en een onberispelijke zakelijke staat van dienst heeft. De advocaat benadrukt verder, dat Oedit geen lid is van de NDP of geldschieter is van Bouterse.

Die eerste uitspraak van Meijering is opmerkelijk, omdat Oedit al eerder in verband is gebracht met drugs door Nederlandse media: 

In dit artikel van 4 april 2000 noemt Dagblad Trouw al de naam van Oedit. De krant schreef toen:


'(...) Commissaris Chan Santokhi, hoofd van de justitiële dienst van de politie, loopt de politieke partijen af om ze te waarschuwen voor dubieuze geldschieters. Hij verwijst ze naar de praktijken van het Cali-kartel dat in Colombia de verkiezing van de vorige president, Ernesto Samper, financierde. ,,Let op wie u iets aanbiedt. Het zijn geen duistere figuren met lapjes voor hun oog en tatoeages. Ze sturen mensen die u goed kent'', roept Santokhi. Hij doelt onder anderen op de Surinaamse zakenman Parmessar, alias 'de kleine Escobar', nog geen 35 jaar oud en al goed voor een vermogen van honderd miljoen dollar. Hij werd een paar jaar geleden in de VS aangehouden toen hij samen met Radj Oedit, alias 'Escobar' een vliegtuig wilde kopen en betalen met contant geld. (...)'

Ook het blad Vrij Nederland heeft het 7 mei 2014 over Oedit in een uitgebreid artikel over Bouterse. Vrij Nederland schreef:

'(...) Zo was zijn oorspronkelijke Bouterse-verkla­ring volgens Van Loon tot stand gekomen. In dat explosieve document uit 1999 beweerde de kroongetuige dat hij midden jaren negentig in contact was gekomen met mensen van het zogeheten Suri-kartel. Hij was samen met zijn Belgische handlanger Marcel Geladi via Frans-Guyana naar Suriname gereisd om daar in Paramaribo zaken te doen met Radj Oedit, een gekend kopstuk uit de Surinaamse drugsscene. Op een gegeven moment kwamen ze in een kantoortje waar ‘een man die kalend was met een klein ringbaardje’ de visa in hun paspoorten regelde. Daarna zou Oedit hebben gevraagd: ‘Weten jullie wel bij wie jullie nu zijn geweest?’ Dat was dus Desi Bouterse, dezelfde persoon die Van Loon op een later moment ‘in een hawaïshirt’ bij een volgende bespreking zag binnenlopen. Het bleek de grote baas op de achtergrond, met wie de criminele Belgen uiteindelijk aan tafel zouden belanden om te onderhandelen over honderden kilo’s coke. (...)'

Oedit zit sinds oktober 2018 in Nederland vast. Volgens De Telegraaf houdt het Nederlandse Openbaar Ministerie hem in een Nederlandse cel, omdat hij vluchtgevaarlijk zou zijn.

De autoriteiten in Suriname hebben om uitlevering gevraagd, maar O. vecht dat samen met zijn advocaat Nico Meijering aan. Volgens de strafpleiter is het ’vanwege medische redenen onmogelijk en risicovol voor hem om te reizen’.




Op 9 mei dient een rechtszitting rond zijn uitlevering.


(Suriname Mirror/De Telegraaf/Waterkant.net)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten