'Ik luister niet eens naar wat de heer Manglie aankaart'
Minister Soeresh Algoe van Landbouw, Visserij en Veeteelt (LVV) heeft geen tijd zich bezig te houden met de voortdurende kritiek van rijstmagnaat Imro Manglie op hem en zijn beleid op het ministerie. 'Ik luister niet eens naar wat de heer Manglie aankaart. Ik weet ook niet wat die man precies wil. Wat ik wel weet, is dat hij een stalweide in 1997 heeft afgepakt van de mensen van Nickerie, waar de arme landbouwers hun koeien lieten grazen. Het is triest', zegt de bewindsman donderdag 25 januari 2018 in het Dagblad Suriname.
‘Een taxichauffeur die een vliegtuig wil besturen’, deze vergelijking maakte Manglie enkele maanden geleden over de LVV-minister. Volgens Manglie, die ook voorzitter is van de Vereniging van Rijstexporteurs (VRE), is de bewindsman corrupt en zou hij slechts bezig zijn met vriendjespolitiek en het behartigen van enge belangen.
Het perceel waarover Algoe het heeft, blijkt te gaan om het areaal groot 413,9 hectare gelegen in het district Nickerie aan de Karachieweg en aan het Van Vouwkanaal, deel uitmakende van de Clarapolder Stalweide. Het gedeelte dat aan Manglie is toegewezen, is ongeveer de helft van de totale Stalweide II. Op verzoek van Nickeriaanse veeboeren werd het areaal kort na de toewijzing weer ingetrokken door de regering. De boeren klaagden over goede weidegrond voor hun koeien.
Doordat Manglie een hevige juridische strijd leverde tegen dit besluit, kreeg hij middels een vonnis van de rechter 12 jaren later het recht toch aan zijn zijde.
De toenmalige minister van Natuurlijke Hulpbronnen, Errol Alibux, had het terrein op 31 januari 1997 aan Manglie afgestaan voor de uitoefening van landbouw. Algoe voert aan, dat Manglie toentertijd beloofd had citrus op voornoemde locatie te planten, maar heeft dat echter niet gedaan. Nu blijkt volgens hem, dat de ondernemer daar bezig is rode rijst te planten. 'Wanneer je daar langs rijdt, dan lijkt het op rode rijst.'
De minister benadrukt dat hij met niemand een probleem heeft, ook niet met Manglie, en altijd een open oor heeft voor een ieder. Indien de ondernemer graag een probleem met hem zou willen bespreken, bestaat die mogelijkheid ook altijd. 'De deur van LVV staat open en een ieder is daar welkom. LVV is niet van mij, maar van het volk van Suriname', aldus de minister.
Dagelijkse selectie Surinaams nieuws en relevant nieuws uit Latijns-Amerika en Caribisch gebied - Verrassend, actueel, informatief, met oog voor haar lezers!
donderdag 25 januari 2018
Colombia verwijderd ruim 200 dakloze Venezolanen van sportveld in grensstad Cucuta
'We zijn vertrokken met de droom om te werken en te
ontsnappen aan de dictatuur van Maduro, maar helaas
sturen ze ons terug'
Colombia heeft woensdag 24 januari 2018 meer dan 200 dakloze Venezolanen uitgezet, die op een sportveld in grensstad Cucuta hadden geslapen, wat het groeiende onbehagen toont over een toevloed van migranten uit het naburige Venezuela dat getroffen is door een crisis.
De Venezolanen werden bij het krieken van de dag van het veld gehaald, in een middenklasse buurt, waar ze in geïmproviseerde tenten of op kartonnen dozen hadden geslapen. Een paar Venezolanen beledigde de Venezolaanse linkse president Nicolas Maduro toen ze in vrachtwagens stapten van Colombiaanse Migratie Aagentschap, zo zag een verslaggever van Reuters.
De meesten werden naar Venezuela gedeporteerd, omdat ze geen geldige paspoorten hadden, hoewel sommigen beloofden opnieuw de grens over te steken als ze de kans krijgen.
'We zijn vertrokken met de droom om te werken en te ontsnappen aan de dictatuur van Nicolas Maduro in Venezuela, maar helaas sturen ze ons terug', zei Jesus Millan, 45 minuten nadat hij teruggestuurd werd naar Venezuela. Hij had in een wasstraat in Colombia gewerkt. De ongeveer 50 Venezolanen die wel een paspoort hadden zouden 1.480 km (920 mijl) naar de Ecuadoraanse grens worden gereden, zeiden de Colombiaanse autoriteiten.
Colombia, dat al de thuisbasis is van de meest Venezolaanse migranten in Zuid-Amerika, is bijzonder kwetsbaar voor de aanzwellende crisis in Venezuela. Een eerdere golf van degenen die probeerden te ontsnappen aan de instortende economie van Venezuela, de torenhoge inflatie en voedseltekorten, zorgde ervoor dat ingenieurs in de toen nog ontluikende olie-industrie van Colombia werkten of werkten in multinationale ondernemingen in de hoofdstad Bogota.
Nu stapt echter een groeiend aantal arme Venezolanen op bussen om hun weg te vinden naar Colombiaanse grenssteden, van waaruit ze geld proberen te verdienen om hun reis voort te zetten naar rijkere landen in Zuid-Amerika.
De uitzettingen in Cucuta kwamen in de nasleep van een klein anti-Venezolaans protest in de stad op zondag. De lokale bevolking zei , dat hun kinderen niet langer in parken of sportvelden konden spelen en uitte de angst dat de migranten zich zouden bekeren tot misdaad om hun brood te verdienen.
(Bron foto: Reuters/Carlos Garcia Rawlins) |
Colombia heeft woensdag 24 januari 2018 meer dan 200 dakloze Venezolanen uitgezet, die op een sportveld in grensstad Cucuta hadden geslapen, wat het groeiende onbehagen toont over een toevloed van migranten uit het naburige Venezuela dat getroffen is door een crisis.
De Venezolanen werden bij het krieken van de dag van het veld gehaald, in een middenklasse buurt, waar ze in geïmproviseerde tenten of op kartonnen dozen hadden geslapen. Een paar Venezolanen beledigde de Venezolaanse linkse president Nicolas Maduro toen ze in vrachtwagens stapten van Colombiaanse Migratie Aagentschap, zo zag een verslaggever van Reuters.
El 24 de enero cientos de personas migrantes venezolanas que se encontraban en Cúcuta, Colombia, fueron desalojadas de una cancha deportiva a raíz de tensiones con la población residente. pic.twitter.com/orS50HWAv2 pic.twitter.com/Ouub96pOi0— ElisaCaruana (@Otrolia) January 25, 2018
De meesten werden naar Venezuela gedeporteerd, omdat ze geen geldige paspoorten hadden, hoewel sommigen beloofden opnieuw de grens over te steken als ze de kans krijgen.
'We zijn vertrokken met de droom om te werken en te ontsnappen aan de dictatuur van Nicolas Maduro in Venezuela, maar helaas sturen ze ons terug', zei Jesus Millan, 45 minuten nadat hij teruggestuurd werd naar Venezuela. Hij had in een wasstraat in Colombia gewerkt. De ongeveer 50 Venezolanen die wel een paspoort hadden zouden 1.480 km (920 mijl) naar de Ecuadoraanse grens worden gereden, zeiden de Colombiaanse autoriteiten.
Colombia deporta venezolanos que acampaban en Cúcuta https://t.co/QcakVASABe pic.twitter.com/trzHRsGZ1V— Birlocha Birlocha (@birlocha1201) January 25, 2018
Colombia, dat al de thuisbasis is van de meest Venezolaanse migranten in Zuid-Amerika, is bijzonder kwetsbaar voor de aanzwellende crisis in Venezuela. Een eerdere golf van degenen die probeerden te ontsnappen aan de instortende economie van Venezuela, de torenhoge inflatie en voedseltekorten, zorgde ervoor dat ingenieurs in de toen nog ontluikende olie-industrie van Colombia werkten of werkten in multinationale ondernemingen in de hoofdstad Bogota.
Nu stapt echter een groeiend aantal arme Venezolanen op bussen om hun weg te vinden naar Colombiaanse grenssteden, van waaruit ze geld proberen te verdienen om hun reis voort te zetten naar rijkere landen in Zuid-Amerika.
De uitzettingen in Cucuta kwamen in de nasleep van een klein anti-Venezolaans protest in de stad op zondag. De lokale bevolking zei , dat hun kinderen niet langer in parken of sportvelden konden spelen en uitte de angst dat de migranten zich zouden bekeren tot misdaad om hun brood te verdienen.
'We discrimineren niemand, maar ze creëren problemen in
woonwijken', zegt Oscar Gerardino, een ambtenaar van de provinciale
overheid van Norte de Santander in Colombia.
Het aantal Venezolanen dat
in Colombia woont steeg in de laatste helft van 2017 met 62 procent
tot meer dan 550.000, zei de migratieautoriteit van Colombia eerder deze
maand. De Verenigde Naties zijn bereid meer hulp naar Colombia te
sturen om het land te helpen om te gaan met de aankomende migranten, zei
secretaris-generaal Antonio Guterres vorige week tijdens een bezoek aan
het Andesland.
(Suriname Mirror/Reuters/Twitter/YouTube/Voz de América)
(Suriname Mirror/Reuters/Twitter/YouTube/Voz de América)
Doorzoeking op Curaçao van makelaarskantoor in verband met OM-zaak 'Maximus'
Geld opdrachtgevers betaald voor moord Helmin Wiels mogelijk geïnvesteerd in onroerend goed
Functionarissen van het Recherche Samenwerkingsteam onder supervisie van een rechter-commissaris hebben donderdagochtend 25 januari 2018 een doorzoeking verricht in het kantoor van een makelaar aan de Caracasbaaiweg, zo meldt Paradise FM.
Het Openbaar Ministerie (OM) had hiertoe opdracht gegeven in het kader van het onderzoek ‘Maximus’ naar de opdrachtgevers van de moord op Helmin Wiels in 2013.
Het vermoeden bestaat namelijk, dat een deel van het geld dat door de opdrachtgevers is betaald voor moord, is geïnvesteerd in onroerend goed. Het makelaarskantoor en de medewerkers daarvan zijn niet zelf als verdachte aangemerkt, bevestigt woordvoerder van het OM Guillano Schoop.
Officieel heeft het Openbaar Ministerie ex-minister George Jamaloodin en zijn halfbroer loterijbaas Robbie dos Santos als verdachte aangemerkt. Jamaloodin zit nog steeds vast in Venezuela; wanneer hij wordt uitgeleverd is nog steeds onduidelijk.
Functionarissen van het Recherche Samenwerkingsteam onder supervisie van een rechter-commissaris hebben donderdagochtend 25 januari 2018 een doorzoeking verricht in het kantoor van een makelaar aan de Caracasbaaiweg, zo meldt Paradise FM.
Het Openbaar Ministerie (OM) had hiertoe opdracht gegeven in het kader van het onderzoek ‘Maximus’ naar de opdrachtgevers van de moord op Helmin Wiels in 2013.
Het vermoeden bestaat namelijk, dat een deel van het geld dat door de opdrachtgevers is betaald voor moord, is geïnvesteerd in onroerend goed. Het makelaarskantoor en de medewerkers daarvan zijn niet zelf als verdachte aangemerkt, bevestigt woordvoerder van het OM Guillano Schoop.
Officieel heeft het Openbaar Ministerie ex-minister George Jamaloodin en zijn halfbroer loterijbaas Robbie dos Santos als verdachte aangemerkt. Jamaloodin zit nog steeds vast in Venezuela; wanneer hij wordt uitgeleverd is nog steeds onduidelijk.
Stagnatie in proces in Colombia om 45.000-90.000 vermisten in gewapend conflict te vinden
Verantwoordelijk Officier van Justitie wacht op benodigde gelden
De Officier van Justitie die verantwoordelijk is voor het vinden van tienduizenden mensen die vermist zijn geraakt in het gewapende conflict in Colombia, wacht nog steeds op het geld dat haar in staat zou stellen om aan haar zware taak te beginnen. Het zoekteam, dat tussen 45.000 en 90.000 slachtoffers moet proberen te vinden, is nog niet begonnen aan zijn titanenonderzoek, mogelijk vanwege een gebrek aan politieke wil, zei directrice Luz Marina Monzon.
De speciale Officier van Justitie heeft onderzoekers kunnen inhuren terwijl tienduizenden gezinnen wachten op de resultaten van haar onderzoek, vertelde ze aan het tijdschrift Semana. In de loop van meer dan 50 jaar intern conflict tussen de Colombiaanse regering en de op marxistische leest geschoeide FARC (Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia) zijn tienduizenden slachtoffers met geweld verdwenen.
Als onderdeel van de historische vredesovereenkomst, stemde de FARC ermee in 'informatie over te geven voor de lokalisatie van de overblijfselen van slachtoffers die zij kennen, en zal bijdragen aan hun waardige overgave' aan geliefden, van wie sommigen al decenia wachten op hun verdwenen gezinsleden .
Het Openbaar Ministerie heeft documenten overhandigd om mensen te helpen vinden die vermoedelijk zijn vermoord door de militaire of paramilitaire strijdkrachten. De overeenkomst om een onderzoekseenheid op te richten die het recupereren van slachtofferresten zou vergemakkelijken, was een essentieel onderdeel van de overeenkomst om samen te werken met het mechanisme van overgangsjustitie en de waarheidscommissie.
Tot nu toe heeft de regering-Santos nagelaten te leveren, tot grote frustratie van de directeur van Vermiste Personen Onderzoeks Eenheid. Monzon legde uit, dat de vertraging is gecentreerd rond het onvermogen van de staat om de structuur van de zoekeenheid te definiëren.
Mocht de eenheid op nationaal niveau de status van een entiteit krijgen, dan zal deze profiteren van substantiële middelen waardoor ervaren mensen met uitgebreide kennis kunnen worden aangenomen. Monzon vreest echter, dat 'als het op het algemene niveau wordt gelaten, het niet erg concurrerend zal zijn'.
Welke structuur ook wordt gefinaliseerd, de directrice van de eenheid acht het essentieel, dat die samenwerkt met de Speciale Jurisdictie voor de Vrede (JEP, Justicia Especial para la Paz) en de waarheidscommissie.
Terwijl het vredesproces in Colombia zijn cruciale fase nadert van het een halve eeuw durende conflict, is het van essentieel belang dat de regering-Santos de structuren opzet om Vermiste Personen Onderzoeks Eenheid in te stellen.
Onder de voorwaarden van de overeenkomst en de structuur van de speciale commissie voor rechtspraak en waarheid, zullen de agressors in het conflict details en locaties verstrekken die verband houden met het verdwijnen van tienduizenden Colombiaanse burgers.
De Vermiste Personen Onderzoeks Eenheid meldt dat er 45.466 gevallen moeten worden onderzocht, terwijl het kantoor van de medische onderzoekers als taak heeft het lokaliseren, opgraven en overbrengen van de overblijfselen van degenen die zijn geregistreerd, 77.000, als verdwenen. Het National Center for Historical Memory (NCMH) hanteert een aantal van zo'n 90.000.
(Suriname Mirror/Colombia Reports/Twitter/YouTube)
De Officier van Justitie die verantwoordelijk is voor het vinden van tienduizenden mensen die vermist zijn geraakt in het gewapende conflict in Colombia, wacht nog steeds op het geld dat haar in staat zou stellen om aan haar zware taak te beginnen. Het zoekteam, dat tussen 45.000 en 90.000 slachtoffers moet proberen te vinden, is nog niet begonnen aan zijn titanenonderzoek, mogelijk vanwege een gebrek aan politieke wil, zei directrice Luz Marina Monzon.
Suecia acompaña la creación de la Unidad de Búsqueda de Personas Desaparecidas; fundamental para el Sistema Integral para las Víctimas en Colombia. Su directora Luz Marina Monzón estuvo en la embajada conversando sobre los avances de la Unidad pic.twitter.com/u22sAdJCuz— Sweden in Colombia (@SwedeninCOL) January 25, 2018
De speciale Officier van Justitie heeft onderzoekers kunnen inhuren terwijl tienduizenden gezinnen wachten op de resultaten van haar onderzoek, vertelde ze aan het tijdschrift Semana. In de loop van meer dan 50 jaar intern conflict tussen de Colombiaanse regering en de op marxistische leest geschoeide FARC (Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia) zijn tienduizenden slachtoffers met geweld verdwenen.
#Entrevista con Luz Marina Monzón, directora de esta unidad y defensora de derechos humanos https://t.co/uToUbB4kfU Vía Contagioradio1— Plano Sur (@Plano_Online) January 24, 2018
Als onderdeel van de historische vredesovereenkomst, stemde de FARC ermee in 'informatie over te geven voor de lokalisatie van de overblijfselen van slachtoffers die zij kennen, en zal bijdragen aan hun waardige overgave' aan geliefden, van wie sommigen al decenia wachten op hun verdwenen gezinsleden .
Het Openbaar Ministerie heeft documenten overhandigd om mensen te helpen vinden die vermoedelijk zijn vermoord door de militaire of paramilitaire strijdkrachten. De overeenkomst om een onderzoekseenheid op te richten die het recupereren van slachtofferresten zou vergemakkelijken, was een essentieel onderdeel van de overeenkomst om samen te werken met het mechanisme van overgangsjustitie en de waarheidscommissie.
Tot nu toe heeft de regering-Santos nagelaten te leveren, tot grote frustratie van de directeur van Vermiste Personen Onderzoeks Eenheid. Monzon legde uit, dat de vertraging is gecentreerd rond het onvermogen van de staat om de structuur van de zoekeenheid te definiëren.
Mocht de eenheid op nationaal niveau de status van een entiteit krijgen, dan zal deze profiteren van substantiële middelen waardoor ervaren mensen met uitgebreide kennis kunnen worden aangenomen. Monzon vreest echter, dat 'als het op het algemene niveau wordt gelaten, het niet erg concurrerend zal zijn'.
Welke structuur ook wordt gefinaliseerd, de directrice van de eenheid acht het essentieel, dat die samenwerkt met de Speciale Jurisdictie voor de Vrede (JEP, Justicia Especial para la Paz) en de waarheidscommissie.
Terwijl het vredesproces in Colombia zijn cruciale fase nadert van het een halve eeuw durende conflict, is het van essentieel belang dat de regering-Santos de structuren opzet om Vermiste Personen Onderzoeks Eenheid in te stellen.
Onder de voorwaarden van de overeenkomst en de structuur van de speciale commissie voor rechtspraak en waarheid, zullen de agressors in het conflict details en locaties verstrekken die verband houden met het verdwijnen van tienduizenden Colombiaanse burgers.
De Vermiste Personen Onderzoeks Eenheid meldt dat er 45.466 gevallen moeten worden onderzocht, terwijl het kantoor van de medische onderzoekers als taak heeft het lokaliseren, opgraven en overbrengen van de overblijfselen van degenen die zijn geregistreerd, 77.000, als verdwenen. Het National Center for Historical Memory (NCMH) hanteert een aantal van zo'n 90.000.
(Suriname Mirror/Colombia Reports/Twitter/YouTube)
EBS in 2017 geconfronteerd met 420 zogenoemde mastaanrijdingen
(Bron foto: EBS) |
De N.V. Energiebedrijven Suriname (EBS) heeft vandaag, donderdag 25 januari 2018, bekendgemaakt, dat zij in 2017 420 mastaanrijdingen heeft, meer dan 1 mastaanrijding per dag. Het bedrijf heeft in 2017 vele miljoenen Surinaamse dollars aan onkosten gemaakt om de schade te herstellen en de storingen die hierdoor optreden te verhelpen.
Naast mastaanrijdingen en graafwerkzaamheden zijn er ook 106 gevallen in 2017 geregistreerd waarbij elektriciteitskabels zijn losgerukt door trucks of schade veroorzaakt is door vliegers die in het net terecht kwamen tot zelfs gevallen waarbij burgers dicht bij een elektriciteitsmast vuil verbranden en daardoor de houten elektriciteitsmast schade opliep. De EBS registreerde het vorig jaar 9 gevallen waarbij een transformator werd beschadigd.
Masten, onder- en bovengrondse hoogspannings- en laagspanningskabels, huisaansluitkabels, transformatoren, straatverlichting en toebehoren worden dagelijks vernield door de vele mastaanrijdingen en andere schade veroorzaakt door derden aan het netwerk van de EBS. Hierbij moet telkens materiaal, mankracht en equipment worden ingezet voor de herstelwerkzaamheden.
Daarnaast zitten klanten voor een kortere of langere periode tijdelijk zonder elektriciteit. Afhankelijk van het type storing kan het aantal manuren dat gepaard gaat met de herstelwerkzaamheden, variëren tussen de 3 en 35 uren. Er wordt afhankelijk van het type storing gewerkt met 3 tot 10 man om een storing op te heffen.
Ook komen bij de meeste storingen kosten voor het inhuren van speciaal equipment, zoals 'pole masters' en hoogwerkers.
Via de verzekering incasseert de EBS de totale schade bij lange na niet. Historische data van de afgelopen 8 jaar tonen aan, dat het bedrijf ongeveer 62% van de schadeclaims via de verzekering incasseert, en de overige 38% in de afgelopen jaren om verschillende redenen niet heeft kunnen innen.
De EBS doet derhalve een dringend beroep op de weggebruikers om oplettend te zijn in het verkeer. Indien de weggebruiker schade veroorzaakt aan de infrastructuur van de EBS, dan zal de weggebruiker volledig hiervoor aansprakelijk gesteld worden en zal zulks onherroepelijk op hem of haar worden verhaald. Dit geldt niet alleen voor mastaanrijdingen, maar ook voor elke andere vorm van schade aan het net toegebracht door een handeling of juist een nalaten van een derde, met als gevolg schade aan EBS-infrastructuur.
'MinOWC moet eerst zelf gedekoloniseerd worden, alvorens bijdragen aan dekolonisatie onderwijs'
PALU-voorzitter Hok: 'Soms weten we niet eens hoe erg we als volk gekoloniseerd zijn'
- 'Het TRIS kwam alleen in actie tegen ons Surinamers om hier de rust te bewaren'
Hok manifesteert zich als subjectieve ongenuanceerde anti-koloniaal anno 2018....
PALU-voorzitter Jim Hok stelt, dat het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) eerst als instituut zelf gedekoloniseerd worden, alvorens het kan bijdragen aan dekolonisatie van het Surinaamse onderwijs.
Het beste bewijs voor deze stelling is gelegen in de recente misgreep om Belgische experts aan te trekken voor deze job boven Surinaamse deskundigen. Dit komt bovenop een debacle van niet eens zo lang terug waarbij een poging is gedaan tot vernieuwing van het onderwijs middels de introductie van wel erg 'Hollandse' schoolboeken, zegt Hok, zo is vandaag, donderdag 25 januari 2018, te lezen o Starnieuws
'Niemand hoeft over deze uitspraak hard feelings te hebben. De PALU zal de eerste zijn om te erkennen dat dekolonisatie geen eenvoudig proces is. Het koloniale denken is hard en diep in ons volk geslagen. Om dat denken er weer uit te halen is een heel proces.'
'Het verdient zelfs een pluimpje dat bij het ministerie kennelijk het bewustzijn leeft dat ons onderwijs gedekoloniseerd moet worden. Soms weten we niet eens hoe erg we als volk gekoloniseerd zijn. Ga maar na dat er politieke partijen bestaan die de hele dag bezig zijn te bedenken hoe zij met behulp van Nederland hier in Suriname de politieke zeggenschap kunnen veroveren, dat wil zeggen in de regering komen. En dan staan we er niet bij stil hoeveel steun zij ook nog krijgen van delen van ons volk. Noch die partijen, noch de stemmers zijn zich voldoende ervan bewust dat vanaf onze onafhankelijkheid alle Surinaamse regeringen zijn tegengewerkt door politiek Den Haag. Ook de regeringen die zich erg loyaal opstelden naar Nederland. Zij vragen zich bovendien te weinig af, indien ze daadwerkelijk regeermacht zouden krijgen met de ondersteuning van Nederland, hoe vrij zij wel zouden zijn om hier een beleid te voeren waarin de belangen van de Surinamers zelf op de eerste plaats komen.'
'Want daar gaat het toch om in dit staatkundig onafhankelijk land? Dat er bij het ministerie van Onderwijs het bewustzijn leeft dat wij moeten dekoloniseren is dus wel degelijk een goede zaak. Wij hoeven er ook niet aan te twijfelen dat de aangetrokken Belgische experts er alles aan zullen doen om Nederland uit de boeken te schrappen. Daar zullen zij zo hun eigen redenen voor hebben, gegeven hun huidige en vroegere relatie met Nederland. Maar onze dekolonisatie, dat wil zeggen onze samenleving vrij maken van de hebi’s die in de koloniale tijd in de hersenen van het volk en in de structuren van het land zijn verankerd, is niet een zaak van het ministerie van Onderwijs alleen, en zeker niet een zaak van Belgen. Onze dekolonisatie is een collectieve zaak, het is iets van ons allen en we moeten het dan ook samen doen. Bovendien moeten we elkaar daarbij helpen.'
'Neem nou de kwestie van het monument dat we bij Fort Zeelandia hebben geplaatst voor de Nederlandse Troepenmacht in Suriname, afgekort TRIS. Met alle respect voor de Surinamers die bij de TRIS hebben gediend, moeten wij ons realiseren dat dit leger toen een onderdrukkingsleger was van Nederland. Dit leger kwam alleen in actie tegen ons Surinamers om hier de rust te bewaren. Toen Guyanese militairen in 1969 post Tigri aan de grens innamen en het werkelijk nodig was om het Surinaams grondgebied te verdedigen, heeft Nederland de opdracht gegeven om in de kazerne te blijven, omdat het Nederlandse belang van toen niet gediend was bij militaire actie tegen Guyana. Een monument is een eerbetoon. Een eerbetoon geef je als volk in de eerste plaats aan je eigen helden. Wanneer we aangeven dat de TRIS het Nederlandse onderdrukkingsleger in Suriname was, dan moeten we ons toch afvragen welke eer we daaraan willen betonen. Het is verder tekenend voor de verhoudingen, dat de Surinamers die in de TRIS hebben gediend nooit dezelfde erkenning en voorzieningen hebben gehad als hun Nederlandse collega’s. Het mag dan ook duidelijk zijn, dat niet alleen het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur als instituut gedekoloniseerd moet worden. Bovenal geldt dat dekolonisatie een collectief proces is en het wordt tijd om dat eindelijk eens bewust in ons nationaal beleid mee te nemen.'
- 'Het TRIS kwam alleen in actie tegen ons Surinamers om hier de rust te bewaren'
Hok manifesteert zich als subjectieve ongenuanceerde anti-koloniaal anno 2018....
PALU-voorzitter Jim Hok stelt, dat het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) eerst als instituut zelf gedekoloniseerd worden, alvorens het kan bijdragen aan dekolonisatie van het Surinaamse onderwijs.
Het beste bewijs voor deze stelling is gelegen in de recente misgreep om Belgische experts aan te trekken voor deze job boven Surinaamse deskundigen. Dit komt bovenop een debacle van niet eens zo lang terug waarbij een poging is gedaan tot vernieuwing van het onderwijs middels de introductie van wel erg 'Hollandse' schoolboeken, zegt Hok, zo is vandaag, donderdag 25 januari 2018, te lezen o Starnieuws
'Niemand hoeft over deze uitspraak hard feelings te hebben. De PALU zal de eerste zijn om te erkennen dat dekolonisatie geen eenvoudig proces is. Het koloniale denken is hard en diep in ons volk geslagen. Om dat denken er weer uit te halen is een heel proces.'
'Het verdient zelfs een pluimpje dat bij het ministerie kennelijk het bewustzijn leeft dat ons onderwijs gedekoloniseerd moet worden. Soms weten we niet eens hoe erg we als volk gekoloniseerd zijn. Ga maar na dat er politieke partijen bestaan die de hele dag bezig zijn te bedenken hoe zij met behulp van Nederland hier in Suriname de politieke zeggenschap kunnen veroveren, dat wil zeggen in de regering komen. En dan staan we er niet bij stil hoeveel steun zij ook nog krijgen van delen van ons volk. Noch die partijen, noch de stemmers zijn zich voldoende ervan bewust dat vanaf onze onafhankelijkheid alle Surinaamse regeringen zijn tegengewerkt door politiek Den Haag. Ook de regeringen die zich erg loyaal opstelden naar Nederland. Zij vragen zich bovendien te weinig af, indien ze daadwerkelijk regeermacht zouden krijgen met de ondersteuning van Nederland, hoe vrij zij wel zouden zijn om hier een beleid te voeren waarin de belangen van de Surinamers zelf op de eerste plaats komen.'
'Want daar gaat het toch om in dit staatkundig onafhankelijk land? Dat er bij het ministerie van Onderwijs het bewustzijn leeft dat wij moeten dekoloniseren is dus wel degelijk een goede zaak. Wij hoeven er ook niet aan te twijfelen dat de aangetrokken Belgische experts er alles aan zullen doen om Nederland uit de boeken te schrappen. Daar zullen zij zo hun eigen redenen voor hebben, gegeven hun huidige en vroegere relatie met Nederland. Maar onze dekolonisatie, dat wil zeggen onze samenleving vrij maken van de hebi’s die in de koloniale tijd in de hersenen van het volk en in de structuren van het land zijn verankerd, is niet een zaak van het ministerie van Onderwijs alleen, en zeker niet een zaak van Belgen. Onze dekolonisatie is een collectieve zaak, het is iets van ons allen en we moeten het dan ook samen doen. Bovendien moeten we elkaar daarbij helpen.'
'Neem nou de kwestie van het monument dat we bij Fort Zeelandia hebben geplaatst voor de Nederlandse Troepenmacht in Suriname, afgekort TRIS. Met alle respect voor de Surinamers die bij de TRIS hebben gediend, moeten wij ons realiseren dat dit leger toen een onderdrukkingsleger was van Nederland. Dit leger kwam alleen in actie tegen ons Surinamers om hier de rust te bewaren. Toen Guyanese militairen in 1969 post Tigri aan de grens innamen en het werkelijk nodig was om het Surinaams grondgebied te verdedigen, heeft Nederland de opdracht gegeven om in de kazerne te blijven, omdat het Nederlandse belang van toen niet gediend was bij militaire actie tegen Guyana. Een monument is een eerbetoon. Een eerbetoon geef je als volk in de eerste plaats aan je eigen helden. Wanneer we aangeven dat de TRIS het Nederlandse onderdrukkingsleger in Suriname was, dan moeten we ons toch afvragen welke eer we daaraan willen betonen. Het is verder tekenend voor de verhoudingen, dat de Surinamers die in de TRIS hebben gediend nooit dezelfde erkenning en voorzieningen hebben gehad als hun Nederlandse collega’s. Het mag dan ook duidelijk zijn, dat niet alleen het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur als instituut gedekoloniseerd moet worden. Bovenal geldt dat dekolonisatie een collectief proces is en het wordt tijd om dat eindelijk eens bewust in ons nationaal beleid mee te nemen.'
SZF weer onder vuur vanwege achterstallige betalingen, nu wordt gevuurd door Vereniging van Apothekers
'SZF kondigt eenzijdig aan het al niet aan de tijd aangepast apotheektarief te verlagen'
De Vereniging van Apothekers in Suriname (VvA) voorziet grote problemen in de continuïteit van de farmaceutische dienstverlening voor SZF-patiënten. Over de declaraties van de maand november 2017 zijn de apotheken door het SZF slechts voor 50% uitbetaald en het SZF weigert aan te geven wanneer de rest van de gelden zullen worden gestort.
Daarnaast heeft er nog helemaal geen uitbetaling over de maand december 2017 plaatsgevonden. Dit stelt de VvA vandaag, donderdag 25 januari 2018, in een persbericht, aldus Starnieuws.
Benadrukt wordt dat de apotheken dagelijks geneesmiddelen verstrekken aan SZF-patiënten en daarvoor vaak contant hun voorraden dienen aan te vullen. Apotheken kunnen straks ook hun personeel niet op tijd uitbetalen en dan zijn de andere bedrijfskosten nog niet eens genoemd.
Verder is te melden, dat de vergoeding die apotheken ontvangen bovenop de inkoopprijs van geneesmiddelen al jaren achterhaald is vanwege enorme kostenstijgingen door onder andere koersverhogingen. Dit is door de beroepsgroep al langer bij het SZF aangekaart. Desondanks hebben de apotheken steeds de dienstverlening gecontinueerd.
Als klap op de vuurpijl heeft het SZF gisteren eenzijdig aangekondigd het al niet aan de tijd aangepast apotheektarief te verlagen. Deze werkwijze van het SZF is onacceptabel voor de apotheken. De inkomstenvermeerdering van de apotheken vanwege enkele prijsverhogingen staan in geen verhouding tot de kosten stijgingen op het gebied van personeel, huisvesting, verpakkingskosten etc.
Bij het uitblijven van de tijdige betaling aan apotheken en bij het eenzijdig verlagen van de apotheek vergoeding door het SZF zullen de apotheken niet meer garant kunnen staan voor een continue en adequate dienstverlening. 'SZF-verzekerden: u bent geïnformeerd!', waarschuwt de VvA.
'Intrekking concessierechten nimmer gebaseerd op rancune'
RGB-ministerie reageert op mediaberichten inzake intrekking concessierecht Brunswijk
Naar aanleiding van berichten in de media over de intrekking van het concessierecht op naam van de heer Brunswijk, Ronnie, wenst het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer het volgende te weerleggen:
Aan Brunswijk, voornoemd, is bij beschikking van de minister van ROGB dd. 24 december 2013, Bureau no. 4047-13/Min RGB, voor de duur van vijf jaar een concessie tot exploitatie van hout op het terrein vermoedelijk groot 4822ha, gelegen in het district Marowijne, ten westen van de Marowijnerivier en bekend als terrein no. 17c, toegekend.
Procedure
Nadat een aanvraag voor een concessie wordt ingediend, wordt er door de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB) een onderzoek ingesteld naar de vereisten aan welke de aanvrager dient te voldoen. Afhankelijk van het advies wordt door de minister bepaald als de concessie al dan niet wordt toegekend aan de aanvrager. Indien de concessie wordt toegewezen, moet de concessiehouder voldoen aan een aantal wettelijke verplichtingen. Eén van ze is het betalen van concessierechten over het desbetreffend concessiegebied.
Case Brunswijk
Uit de administratie van de SBB is gebleken, dat Brunswijk de verschuldigde concessierechten niet heeft voldaan vanaf december 2014 tot en met december 2017. De SBB heeft herhaalde malen Brunswijk middels een schrijven aangemaand het verschuldigde bedrag aan concessierechten, welke inmiddels is opgelopen, te voldoen. Brunswijk had in een persoonlijk onderhoud met de minister van RGB aangegeven dit in orde te zullen maken.
Tevens heeft hij de bewindsvrouw medegedeeld dat hij wegens omstandigheden niet altijd bereikbaar is, maar dat de communicatie via zijn directe contactpersonen te weten de heer Robin Brunswijk en Hugo Blinker zou verlopen. Beide heren, te weten Brunswijk en Blinker, hebben uit handen van het ministerie diverse aanmaningsbrieven ontvangen, maar de terugkoppeling met het ministerie bleef tot heden ten dage uit. Dat was de directe reden voor het ministerie van ROGB c.q. de SBB om conform de wet: artikel 32 lid 1onder a en 36 lid 1 onder c van de Wet Bosbeheer, de concessierechten toegekend aan Brunswijk op 19 januari 2017 in te trekken.
Vraagtekens
In de Ware Tijd online verscheen op 10 januari 2018 een bericht met een quote van Brunswijk: “al trekken ze al mijn concessies in, er zijn andere manieren om aan geld te komen” baart het ministerie enigszins zorgen, daar de indruk ontstaat dat de concessie uitgeoogst is. Het ministerie van ROGB betreurt deze houding van Brunswijk, voor wie zij altijd een deur open heeft gehouden om te communiceren, waarvan hij het niet nodig achtte daarvan gebruik te maken.
Het ministerie wenst met klem te benadrukken dat de maatregel met betrekking tot intrekking van concessies niet slechts op Brunswijk wordt toegepast, doch elke concessiehouder die in gebreke blijft ten aanzien van concessieverplichtingen mag soortgelijke maatregelen tegemoet zien. Voor concessionarissen die aanmaningen hebben ontvangen van SBB en het verschuldigde bedrag niet in één keer kunnen voldoen, bestaat altijd de mogelijkheid om middels dialoog te komen tot een betalingsregeling.
Naar aanleiding van berichten in de media over de intrekking van het concessierecht op naam van de heer Brunswijk, Ronnie, wenst het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer het volgende te weerleggen:
Aan Brunswijk, voornoemd, is bij beschikking van de minister van ROGB dd. 24 december 2013, Bureau no. 4047-13/Min RGB, voor de duur van vijf jaar een concessie tot exploitatie van hout op het terrein vermoedelijk groot 4822ha, gelegen in het district Marowijne, ten westen van de Marowijnerivier en bekend als terrein no. 17c, toegekend.
Procedure
Nadat een aanvraag voor een concessie wordt ingediend, wordt er door de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB) een onderzoek ingesteld naar de vereisten aan welke de aanvrager dient te voldoen. Afhankelijk van het advies wordt door de minister bepaald als de concessie al dan niet wordt toegekend aan de aanvrager. Indien de concessie wordt toegewezen, moet de concessiehouder voldoen aan een aantal wettelijke verplichtingen. Eén van ze is het betalen van concessierechten over het desbetreffend concessiegebied.
Case Brunswijk
Uit de administratie van de SBB is gebleken, dat Brunswijk de verschuldigde concessierechten niet heeft voldaan vanaf december 2014 tot en met december 2017. De SBB heeft herhaalde malen Brunswijk middels een schrijven aangemaand het verschuldigde bedrag aan concessierechten, welke inmiddels is opgelopen, te voldoen. Brunswijk had in een persoonlijk onderhoud met de minister van RGB aangegeven dit in orde te zullen maken.
Tevens heeft hij de bewindsvrouw medegedeeld dat hij wegens omstandigheden niet altijd bereikbaar is, maar dat de communicatie via zijn directe contactpersonen te weten de heer Robin Brunswijk en Hugo Blinker zou verlopen. Beide heren, te weten Brunswijk en Blinker, hebben uit handen van het ministerie diverse aanmaningsbrieven ontvangen, maar de terugkoppeling met het ministerie bleef tot heden ten dage uit. Dat was de directe reden voor het ministerie van ROGB c.q. de SBB om conform de wet: artikel 32 lid 1onder a en 36 lid 1 onder c van de Wet Bosbeheer, de concessierechten toegekend aan Brunswijk op 19 januari 2017 in te trekken.
Vraagtekens
In de Ware Tijd online verscheen op 10 januari 2018 een bericht met een quote van Brunswijk: “al trekken ze al mijn concessies in, er zijn andere manieren om aan geld te komen” baart het ministerie enigszins zorgen, daar de indruk ontstaat dat de concessie uitgeoogst is. Het ministerie van ROGB betreurt deze houding van Brunswijk, voor wie zij altijd een deur open heeft gehouden om te communiceren, waarvan hij het niet nodig achtte daarvan gebruik te maken.
Het ministerie wenst met klem te benadrukken dat de maatregel met betrekking tot intrekking van concessies niet slechts op Brunswijk wordt toegepast, doch elke concessiehouder die in gebreke blijft ten aanzien van concessieverplichtingen mag soortgelijke maatregelen tegemoet zien. Voor concessionarissen die aanmaningen hebben ontvangen van SBB en het verschuldigde bedrag niet in één keer kunnen voldoen, bestaat altijd de mogelijkheid om middels dialoog te komen tot een betalingsregeling.
Wie leidt bond Beveiligings- en Bijstandsdienst Suriname (BBS)? Gentle of Seedorf?
Seedorf: 'Gentle is niet de statutair voorzitter'
Hoewel Sergio Gentle, penningmeester van de Surinaamse Politiebond (SPB), zich de waarnemend voorzitter noemt van de bond Beveiligings- en Bijstandsdienst Suriname (BBS), zegt John Seedorf dat hij nog steeds de voorzitter is. Het dagelijks bestuur van de SPB noemt zich vanaf juli 2017 ook het dagelijks bestuur van de BBS, zo bericht de Ware Tijd vandaag, donderdag 25 januari 2018.
Hoewel Seedorf geen vergadering had uitgeschreven, zegt Gentle dat hij volgens de statuten is gekozen. Van waarnemend minister Ferdinand Welzijn van Justitie en Politie kreeg zijn bestuur vorig jaar te horen, dat de bewindsman niet met bonden onderhandelt, maar daartoe mandaat geeft aan een diensthoofd. Anderhalve week geleden kreeg het bestuur-Gentle een brief van Welzijn. Op het ministerie aangekomen kregen de vertegenwoordigers te horen, dat de minister niet hun had moeten uitnodigen. De brief had naar het bestuur-Seedorf gestuurd moeten worden.
Gentle is niet de statutair voorzitter, zegt Seedorf. Hij stelt dat er vorig jaar een vergadering is belegd waarop veel niet-leden waren. Hij had die bijeenkomst niet uitgeschreven. 'Gentle heeft incorrecte handelingen gepleegd. Laat hij het correct doen. Ik stel me niet opnieuw herkiesbaar.'
Seedorf zegt, dat hij in onderhandeling is met de leiding van het ministerie. Als deze gesprekken zijn afgerond zal hij een vergadering beleggen waarna bestuursverkiezingen worden uitgeschreven. Op de vraag of hij nog gedragen wordt door de leden heeft Seedorf geen afdoend antwoord. Hij zegt dat op vergaderingen soms maar negentien leden komen opdagen. Hij wijt dit aan de situatie in het land waarbij werkers geen geloof meer hebben in de vakbond. 'Niemand krijgt ondersteuning.'
Hij stelt dat werkers meer vertrouwen in zichzelf moeten hebben. 'Ze zijn gauw blij met een dode mus. Zo ontstaat verpaupering.' Seedorf zegt verder, dat hij uitkijkt naar de uitvoering van het akkoord dat is ingediend onder minister Chandrikapersad Santokhi van Justitie en Politie. Hij zegt dat diens opvolger, minister Jennifer van Dijk-Silos het eisenpakket al in uitvoering had genomen. Toen kwam er een wisseling van de wacht. Eugène van der San werd minister en nu is er weer een waarnemend minister.
Hoewel Sergio Gentle, penningmeester van de Surinaamse Politiebond (SPB), zich de waarnemend voorzitter noemt van de bond Beveiligings- en Bijstandsdienst Suriname (BBS), zegt John Seedorf dat hij nog steeds de voorzitter is. Het dagelijks bestuur van de SPB noemt zich vanaf juli 2017 ook het dagelijks bestuur van de BBS, zo bericht de Ware Tijd vandaag, donderdag 25 januari 2018.
Hoewel Seedorf geen vergadering had uitgeschreven, zegt Gentle dat hij volgens de statuten is gekozen. Van waarnemend minister Ferdinand Welzijn van Justitie en Politie kreeg zijn bestuur vorig jaar te horen, dat de bewindsman niet met bonden onderhandelt, maar daartoe mandaat geeft aan een diensthoofd. Anderhalve week geleden kreeg het bestuur-Gentle een brief van Welzijn. Op het ministerie aangekomen kregen de vertegenwoordigers te horen, dat de minister niet hun had moeten uitnodigen. De brief had naar het bestuur-Seedorf gestuurd moeten worden.
Gentle is niet de statutair voorzitter, zegt Seedorf. Hij stelt dat er vorig jaar een vergadering is belegd waarop veel niet-leden waren. Hij had die bijeenkomst niet uitgeschreven. 'Gentle heeft incorrecte handelingen gepleegd. Laat hij het correct doen. Ik stel me niet opnieuw herkiesbaar.'
Seedorf zegt, dat hij in onderhandeling is met de leiding van het ministerie. Als deze gesprekken zijn afgerond zal hij een vergadering beleggen waarna bestuursverkiezingen worden uitgeschreven. Op de vraag of hij nog gedragen wordt door de leden heeft Seedorf geen afdoend antwoord. Hij zegt dat op vergaderingen soms maar negentien leden komen opdagen. Hij wijt dit aan de situatie in het land waarbij werkers geen geloof meer hebben in de vakbond. 'Niemand krijgt ondersteuning.'
Hij stelt dat werkers meer vertrouwen in zichzelf moeten hebben. 'Ze zijn gauw blij met een dode mus. Zo ontstaat verpaupering.' Seedorf zegt verder, dat hij uitkijkt naar de uitvoering van het akkoord dat is ingediend onder minister Chandrikapersad Santokhi van Justitie en Politie. Hij zegt dat diens opvolger, minister Jennifer van Dijk-Silos het eisenpakket al in uitvoering had genomen. Toen kwam er een wisseling van de wacht. Eugène van der San werd minister en nu is er weer een waarnemend minister.
Nurmohamed (VHP): 'We moeten appreciëren dat Belgische experts Surinaams onderwijs willen helpen'
'De Belgische wetenschappers kunnen niet in hun eentje aan de slag gaan, ze werken nauw samen met mensen van Suriname'
Volksvertegenwoordiger Riad Nurmohamed (VHP) is verbijsterd, dat de Belgische wetenschappers, die in de komende jaren het basisonderwijs zullen transformeren, bekogeld worden met afkrakende opinies vanuit de samenleving. Hij licht woensdag 24 januari 2018 in het Dagblad Suriname toe, dat landen als Nederland en België gekenmerkt worden door uitstekend onderwijs. 'We moeten experts uit zulke landen, die Suriname willen helpen, juist appreciëren', zegt Nurmohamed.
Tevens beweert hij, dat deze landen niet naar geldzucht streven. De autoriteiten moeten ervoor zorg dragen dat de voorgenomen projecten beleidsmatig begroot worden in de komende jaren. 'Het onderhoud van zo een programma moet ook in het budget opgenomen worden; dit is nergens in de begroting aangehaald.'
De parlementariër merkt op dat critici het verwijt hebben, dat de buitenlandse experts compleet zullen bepalen hoe het Surinaams onderwijs eruit moet zien, terwijl zij de Surinaamse praktijk niet kennen. Daarnaast vrezen velen voor de moeilijkheidsgraad na de hervorming van het onderwijs. Dit is iets wat Nurmohamed niet kan bevatten. 'De Belgische wetenschappers kunnen niet in hun eentje aan de slag gaan; ze werken nauw samen met mensen van Suriname.'
Het betreft overigens een deel van de tweede fase van het Basic Education Improvement Project (Beip) waarin de buitenlandse experts een rol zullen vervullen.
Nurmohamed zegt, dat landen jaarlijks een project mogen indienen bij de Vrije Universiteit van Brussel (VUB). Zo heeft Suriname een project ingediend en hiervoor groen licht gekregen.
'Sommige van die professoren werken al lang in Suriname, waardoor zij een binding hebben gehad met ons land; ze hebben al 10 jaren een ontwikkelingssamenwerking met de universiteit van Suriname.'
De volksvertegenwoordiger vindt het absurd, dat er zelfs in De Nationale Assemblee (DNA) kritiek wordt geleverd op het niveau van het huidig onderwijs dat door leerlingen pittig wordt ervaren. 'Ons onderwijs is nu vrij gemakkelijk; het moet op alle niveaus, vanaf de lagere school tot de universiteit, opgetrokken worden. We zijn inmiddels 30 jaren achter geraakt.'
De transformatie van het onderwijs is voornamelijk van belang om kritische burgers te vormen in het land. 'Maar, er zijn mensen die juist willen dat de kinderen minder intelligent blijven.'
Aangezien er binnen het onderwijs een groot tekort is aan lokale expertise, is het noodzakelijk om buitenlandse expertise in te schakelen. 'De masteropleiding Onderwijskunde bijvoorbeeld is pas in het afgelopen jaar van start gegaan in Suriname', vertelt Nurmohamed.
Volksvertegenwoordiger Riad Nurmohamed (VHP) is verbijsterd, dat de Belgische wetenschappers, die in de komende jaren het basisonderwijs zullen transformeren, bekogeld worden met afkrakende opinies vanuit de samenleving. Hij licht woensdag 24 januari 2018 in het Dagblad Suriname toe, dat landen als Nederland en België gekenmerkt worden door uitstekend onderwijs. 'We moeten experts uit zulke landen, die Suriname willen helpen, juist appreciëren', zegt Nurmohamed.
Tevens beweert hij, dat deze landen niet naar geldzucht streven. De autoriteiten moeten ervoor zorg dragen dat de voorgenomen projecten beleidsmatig begroot worden in de komende jaren. 'Het onderhoud van zo een programma moet ook in het budget opgenomen worden; dit is nergens in de begroting aangehaald.'
De parlementariër merkt op dat critici het verwijt hebben, dat de buitenlandse experts compleet zullen bepalen hoe het Surinaams onderwijs eruit moet zien, terwijl zij de Surinaamse praktijk niet kennen. Daarnaast vrezen velen voor de moeilijkheidsgraad na de hervorming van het onderwijs. Dit is iets wat Nurmohamed niet kan bevatten. 'De Belgische wetenschappers kunnen niet in hun eentje aan de slag gaan; ze werken nauw samen met mensen van Suriname.'
Het betreft overigens een deel van de tweede fase van het Basic Education Improvement Project (Beip) waarin de buitenlandse experts een rol zullen vervullen.
Nurmohamed zegt, dat landen jaarlijks een project mogen indienen bij de Vrije Universiteit van Brussel (VUB). Zo heeft Suriname een project ingediend en hiervoor groen licht gekregen.
'Sommige van die professoren werken al lang in Suriname, waardoor zij een binding hebben gehad met ons land; ze hebben al 10 jaren een ontwikkelingssamenwerking met de universiteit van Suriname.'
De volksvertegenwoordiger vindt het absurd, dat er zelfs in De Nationale Assemblee (DNA) kritiek wordt geleverd op het niveau van het huidig onderwijs dat door leerlingen pittig wordt ervaren. 'Ons onderwijs is nu vrij gemakkelijk; het moet op alle niveaus, vanaf de lagere school tot de universiteit, opgetrokken worden. We zijn inmiddels 30 jaren achter geraakt.'
De transformatie van het onderwijs is voornamelijk van belang om kritische burgers te vormen in het land. 'Maar, er zijn mensen die juist willen dat de kinderen minder intelligent blijven.'
Aangezien er binnen het onderwijs een groot tekort is aan lokale expertise, is het noodzakelijk om buitenlandse expertise in te schakelen. 'De masteropleiding Onderwijskunde bijvoorbeeld is pas in het afgelopen jaar van start gegaan in Suriname', vertelt Nurmohamed.
Onderzoeksschip RV Pelagia gaat koralen en blauwalgen in Caribische Zee onderzoeken
Er varen geologen, zeebiologen, ecologen en oceanografen mee
Onderzoeksschip RV Pelagia vertrekt vandaag, donderdag 25 januari 2018, uit de haven van Willemstad om voor anderhalve maand onderzoek te doen naar klimaatverandering in de Caribische Zee. In de omgeving van Curaçao, Bonaire, Aruba, Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius onderzoeken mariene biologen koralen en blauwalgen, nutriënten in oceaanstromingen en het rijke ecosysteem op de flanken van de zeeberg bij Saba. Dit bericht het Antilliaans Dagblad.
De NICO-expeditie (Netherlands Initiative Changing Oceans) is een wetenschappelijke vaartocht waaraan 100 onderzoekers van 20 organisaties deelnemen. Uniek aan de expeditie is het multidisciplinaire karakter. Er varen geologen, zeebiologen, ecologen en oceanografen mee die onder meer onderzoeksvragen hebben opgepakt uit de Oceanennotitie die de Rijksministerraad vorig jaar heeft goedgekeurd.
Vanaf de Curaçaose haven vaart het schip richting Bonaire waar wordt gekeken naar blauwalgen op 50 tot 90 meter diepte. Deze blauwalgen hebben mogelijk een negatief effect op ondiepere koraalriffen en daarnaast zijn wetenschappers geïnteresseerd in de gifstoffen die deze bacteriën kunnen produceren die schadelijk zijn voor vissen. Verder zal er onderzoek gedaan worden naar het functioneren van deze blauwwieren overdag en ’s nachts en naar welke bronnen van stikstof zij gebruiken.
Onderweg verrichten de onderzoekers ook allerlei reguliere metingen omdat omgevingsinvloeden zoals temperatuur, zoutgehalte en concentraties van voedingsstoffen waarschijnlijk zijn veranderd als gevolg van vervuiling, overbevissing en klimaatverandering.
Tussen Aruba en Sint Maarten gaan oceanografen op zoek naar oceaanstromingen. Dit zijn belangrijke transportsystemen die voedingsstoffen van a naar b brengen. Satellieten geven informatie over de locatie en grootte van deze ‘oceaanwervels’ maar niet over hun eigenschappen onder het wateroppervlak. Kennis over deze wervels is van groot belang om de effecten op het lokale klimaat en het ecosysteem te begrijpen, zo stellen de onderzoekers.
Onderzoeksschip RV Pelagia vertrekt vandaag, donderdag 25 januari 2018, uit de haven van Willemstad om voor anderhalve maand onderzoek te doen naar klimaatverandering in de Caribische Zee. In de omgeving van Curaçao, Bonaire, Aruba, Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius onderzoeken mariene biologen koralen en blauwalgen, nutriënten in oceaanstromingen en het rijke ecosysteem op de flanken van de zeeberg bij Saba. Dit bericht het Antilliaans Dagblad.
Vandaag vertrekt de Pelagia uit Willemstad. Premier Rhuggenaath van Curaçao gooit om 17:30 de trossen los. De komende anderhalve maand doen we onderzoek naar klimaatverandering in de Caribische Zee. Check: https://t.co/mBJkU3UxHo #ChangingOceans @NWOALW @UniUtrecht @VU_Science pic.twitter.com/4GrFFfSS72— NICOexpedition (@NICOexpedition) January 25, 2018
De NICO-expeditie (Netherlands Initiative Changing Oceans) is een wetenschappelijke vaartocht waaraan 100 onderzoekers van 20 organisaties deelnemen. Uniek aan de expeditie is het multidisciplinaire karakter. Er varen geologen, zeebiologen, ecologen en oceanografen mee die onder meer onderzoeksvragen hebben opgepakt uit de Oceanennotitie die de Rijksministerraad vorig jaar heeft goedgekeurd.
Vanaf de Curaçaose haven vaart het schip richting Bonaire waar wordt gekeken naar blauwalgen op 50 tot 90 meter diepte. Deze blauwalgen hebben mogelijk een negatief effect op ondiepere koraalriffen en daarnaast zijn wetenschappers geïnteresseerd in de gifstoffen die deze bacteriën kunnen produceren die schadelijk zijn voor vissen. Verder zal er onderzoek gedaan worden naar het functioneren van deze blauwwieren overdag en ’s nachts en naar welke bronnen van stikstof zij gebruiken.
Onderweg verrichten de onderzoekers ook allerlei reguliere metingen omdat omgevingsinvloeden zoals temperatuur, zoutgehalte en concentraties van voedingsstoffen waarschijnlijk zijn veranderd als gevolg van vervuiling, overbevissing en klimaatverandering.
Tussen Aruba en Sint Maarten gaan oceanografen op zoek naar oceaanstromingen. Dit zijn belangrijke transportsystemen die voedingsstoffen van a naar b brengen. Satellieten geven informatie over de locatie en grootte van deze ‘oceaanwervels’ maar niet over hun eigenschappen onder het wateroppervlak. Kennis over deze wervels is van groot belang om de effecten op het lokale klimaat en het ecosysteem te begrijpen, zo stellen de onderzoekers.
Curator failliet verklaarde Insel Air Aruba vindt ‘Venezolaanse vordering’ waardeloos
Met de aanvraag van de conversievergunning is iets mis gegaan
De curator van het vorig jaar failliet verklaarde Insel Air Aruba nv - die vennootschapsrechtelijk onafhankelijk is van de nog wel operationele Insel Air International bv op Curaçao - beschouwt de ‘Venezolaanse vordering’ als waardeloos, zo schrijft het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 25 januari 2018.
Los van de vraag of Venezuela financieel überhaupt in staat is en welwillend is om het uitstaande bedrag in dollars te betalen, blijkt er destijds met de aanvraag van de conversievergunning iets mis te zijn gegaan. Het gaat ten minste om de zeer substantiële post van 46 miljoen florin (26 miljoen dollar), die al in 2014 voor het eerst op de balans verschijnt.
Nader onderzoek door curator Jeannot de Cuba naar de ‘Venezolaanse vordering(en)’ heeft tot het inzicht geleid dat Insel Aruba ‘geen opeisbare geldelijke vordering heeft op de Venezolaanse Staat in eigenlijke zin, doch hooguit een recht op conversie van een bepaald bedrag in bolívars in Amerikaanse dollars tegen de officiële door de Venezolaanse Staat vastgestelde wisselkoers.'
De curator van het vorig jaar failliet verklaarde Insel Air Aruba nv - die vennootschapsrechtelijk onafhankelijk is van de nog wel operationele Insel Air International bv op Curaçao - beschouwt de ‘Venezolaanse vordering’ als waardeloos, zo schrijft het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 25 januari 2018.
Los van de vraag of Venezuela financieel überhaupt in staat is en welwillend is om het uitstaande bedrag in dollars te betalen, blijkt er destijds met de aanvraag van de conversievergunning iets mis te zijn gegaan. Het gaat ten minste om de zeer substantiële post van 46 miljoen florin (26 miljoen dollar), die al in 2014 voor het eerst op de balans verschijnt.
Nader onderzoek door curator Jeannot de Cuba naar de ‘Venezolaanse vordering(en)’ heeft tot het inzicht geleid dat Insel Aruba ‘geen opeisbare geldelijke vordering heeft op de Venezolaanse Staat in eigenlijke zin, doch hooguit een recht op conversie van een bepaald bedrag in bolívars in Amerikaanse dollars tegen de officiële door de Venezolaanse Staat vastgestelde wisselkoers.'
Venezolaanse blokkade kan desastreuze economische gevolgen hebben voor Curaçaose overheidsbedrijven
Kompania di Tou Kòrsou, KTK, zou het hardst worden getroffen
Indien de stop tussen Venezuela en Curaçao aanhoudt, zal dit desastreuze economische gevolgen kunnen hebben voor Curaçaose overheidsbedrijven. Curaçao Ports Authority (CPA) heeft al aangegeven, dat zij verspreid onder CPA en dochterondernemingen CPO en Kompania di Tou Kòrsou (KTK) op jaarlijkse basis ongeveer 30,2 miljoen gulden mis zou lopen. Dat blijkt uit een economische impactstudie naar de grenssluiting tussen Venezuela en Curaçao in handen van het Antilliaans Dagblad, aldus het dagblad vandaag, donderdag 25 januari 2018.
Minister Steven Martina (MAN) van Economische Ontwikkeling heeft hier dinsdag in de Staten al deels over uitgeweid.
KTK zou in deze het hardst worden getroffen, aangezien dit bedrijf grofweg 25 miljoen gulden - 75 procent van de KTK-inkomsten - van de totale 30,2 miljoen gulden vertegenwoordigt. Het overig bedrag zou worden misgelopen door haven- en liggelden van de raffinaderij en Bullenbaai ter waarde van grofweg 1,7 miljoen gulden. En door liggelden te Waaigat/Scharloo van Venezolaanse barkjes ter waarde van ongeveer 500.000 gulden.
Loodsgelden ten behoeve van schepen die de raffinaderij en Bullenbaai aandoen, sommen op tot een bedrag van nabij de 3 miljoen gulden.
Indien de stop tussen Venezuela en Curaçao aanhoudt, zal dit desastreuze economische gevolgen kunnen hebben voor Curaçaose overheidsbedrijven. Curaçao Ports Authority (CPA) heeft al aangegeven, dat zij verspreid onder CPA en dochterondernemingen CPO en Kompania di Tou Kòrsou (KTK) op jaarlijkse basis ongeveer 30,2 miljoen gulden mis zou lopen. Dat blijkt uit een economische impactstudie naar de grenssluiting tussen Venezuela en Curaçao in handen van het Antilliaans Dagblad, aldus het dagblad vandaag, donderdag 25 januari 2018.
Minister Steven Martina (MAN) van Economische Ontwikkeling heeft hier dinsdag in de Staten al deels over uitgeweid.
KTK zou in deze het hardst worden getroffen, aangezien dit bedrijf grofweg 25 miljoen gulden - 75 procent van de KTK-inkomsten - van de totale 30,2 miljoen gulden vertegenwoordigt. Het overig bedrag zou worden misgelopen door haven- en liggelden van de raffinaderij en Bullenbaai ter waarde van grofweg 1,7 miljoen gulden. En door liggelden te Waaigat/Scharloo van Venezolaanse barkjes ter waarde van ongeveer 500.000 gulden.
Loodsgelden ten behoeve van schepen die de raffinaderij en Bullenbaai aandoen, sommen op tot een bedrag van nabij de 3 miljoen gulden.
Minister Hoefdraad: 'Er moeten harde noten gekraakt worden om uit de crisis te komen'
'De koers is stabiel gebleven en de inflatie is vele malen minder dan vorig jaar'
'Een groot probleem is echter het buiten de proporties gegroeide ambtenarenapparaat'
Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën heeft gisteravond in zijn rede gehouden op de nieuwjaarsreceptie van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) in de Royal Ballroom van Hotel Torarica, aangegeven dat er harde noten gekraakt moeten worden om uit de crisis te komen, maar ook om de economie gezond te blijven houden. Dit meldt Starnieuws vandaag, donderdag 25 januari 2018.
Hoefdraad heeft tijdens zijn presentatie aangegeven, dat de maatregelen die zijn genomen om de staatskas te spekken en te bezuinigen op de staatsuitgaven positieve resultaten heeft opgeleverd. De koers is stabiel gebleven en de inflatie is vele malen minder dan vorig jaar. Een groot probleem is echter nog het 'buiten de proporties' gegroeide ambtenarenapparaat. De lonen van de ambtenaren leggen een zware druk op het budget.
Dit jaar wordt er werk van gemaakt om de druk te verminderen. Er komt gauw een doorlichting. Spookambtenaren en ambtenaren met dubbele functies worden aangepakt, kondigt de minister aan.
Veel van de problemen hebben hun oorsprong in de geschiedenis, stelde Hoefdraad. Er is nooit of te weinig sinds de onafhankelijkheid gedaan om plannen uit te voeren die het land door crises heen zouden kunnen loodsen, meent Hoefdraad. De huidige regering zit daardoor onder andere voor immense uitdagingen, legt de minister uit. Daar moet de komende tijd verandering in komen, zegt Hoefdraad.
Winston Ramautarsing, voorzitter van de VES, merkt op dat de bevindingen en visie van Hoefdraad op een aantal punten overeenkomen met die van de VES. Hij zegt steun toe aan de minister. 'Vooral als zaken transparant aan toe gaan', benadrukte Ramaurasing. 'De VES zal wel altijd kritisch blijven.'
'Een groot probleem is echter het buiten de proporties gegroeide ambtenarenapparaat'
Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën heeft gisteravond in zijn rede gehouden op de nieuwjaarsreceptie van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) in de Royal Ballroom van Hotel Torarica, aangegeven dat er harde noten gekraakt moeten worden om uit de crisis te komen, maar ook om de economie gezond te blijven houden. Dit meldt Starnieuws vandaag, donderdag 25 januari 2018.
Hoefdraad heeft tijdens zijn presentatie aangegeven, dat de maatregelen die zijn genomen om de staatskas te spekken en te bezuinigen op de staatsuitgaven positieve resultaten heeft opgeleverd. De koers is stabiel gebleven en de inflatie is vele malen minder dan vorig jaar. Een groot probleem is echter nog het 'buiten de proporties' gegroeide ambtenarenapparaat. De lonen van de ambtenaren leggen een zware druk op het budget.
Dit jaar wordt er werk van gemaakt om de druk te verminderen. Er komt gauw een doorlichting. Spookambtenaren en ambtenaren met dubbele functies worden aangepakt, kondigt de minister aan.
Veel van de problemen hebben hun oorsprong in de geschiedenis, stelde Hoefdraad. Er is nooit of te weinig sinds de onafhankelijkheid gedaan om plannen uit te voeren die het land door crises heen zouden kunnen loodsen, meent Hoefdraad. De huidige regering zit daardoor onder andere voor immense uitdagingen, legt de minister uit. Daar moet de komende tijd verandering in komen, zegt Hoefdraad.
Winston Ramautarsing, voorzitter van de VES, merkt op dat de bevindingen en visie van Hoefdraad op een aantal punten overeenkomen met die van de VES. Hij zegt steun toe aan de minister. 'Vooral als zaken transparant aan toe gaan', benadrukte Ramaurasing. 'De VES zal wel altijd kritisch blijven.'
Politiebond verzet zich tegen vervallen verklaren boven 90 dagen verloftegoeden na 31 december 2017
'Nu betalen agenten de rekening van iets wat gevolg is van structureel personeelstekort'
Waarnemend minister Welzijn: 'De vraag is waarom mensen hun verlof niet gewoon opnemen, men creëert problemen en wenst dat ik ze eensklaps moet oplossen'
Waarnemend korpschef Antonio Chin heeft aan politieambtenaren schriftelijk meegedeeld, dat verloftegoeden boven 90 dagen, na 31 december 2017, wegens tijdsverloop zijn vervallen, conform de Personeelswet. De voorzitter van de Surinaamse Politiebond (SPB), Raoul Hellings, zegt vandaag, donderdag 25 januari 2018, op Starnieuws, dat de korpsleiding duidelijk is gemaakt dat deze maatregel niet geaccepteerd zal worden.
Het treft het hele Korps Politie Suriname (KPS) van hoog tot laag. Het SPB-bestuur heeft dit probleem in een onderhoud met de toenmalige minister van Justitie en Politie, Jennifer van Dijk-Silos, en de korpsleiding aangekaart. Toen had de minister aangegeven, dat de dagen niet vervallen mochten worden verklaard, omdat de fout niet bij ambtenaren ligt, legt Hellings uit.
De leiding van het KPS moest van de minister een verlofreguleringsplan maken om de mensen in staat te stellen hun verlof op te nemen of terug te brengen tot het wettelijke maximum. 'Het KPS heeft nagelaten zulks te doen, en nu betalen de politieambtenaren de rekening van iets wat het gevolg is van een structureel personeelstekort. Dat gaat de SPB niet pikken, en het laatste woord hierin is nog niet gezegd', stelt de voorzitter van de Politiebond.
'Wanneer de mensen hun verlof willen opnemen wordt dat geweigerd middels het argument dat de dienst het niet toelaat', benadrukt Hellings.
Hij merkt op dat de waarnemend korpschef de tweede man in de organisatie was en zou wel op de hoogte moeten zijn van wat toen is besproken. Chin heeft aangegeven aan het SPB-bestuur niet op de hoogte te zijn van het gesprek met de toenmalige minister.
Waarnemend minister Ferdinand Welzijn zegt, dat het inderdaad geen prettige situatie is. 'De vraag is waarom mensen hun verlof niet gewoon opnemen. Men creëert problemen en wenst dat ik ze eensklaps moet oplossen', stelt de minister.
Hij benadrukt dat om bestaande regelingen te wijzigen, de regering een besluit zou moeten nemen. Het gaat om een besluit in de Personeelswet, dat een minister niet kan wijzigen zonder goedkeuring van de Raad van Ministers.
De voorzitter van de SPB beweert echter, dat mensen dag in dag uit diensten moeten draaien, waardoor zij hun verlof niet kunnen opnemen. De minister moet het probleem niet van zich afschuiven, aangezien minister Van Dijk-Silos opdracht had gegeven om een verlofreguleringsplan op te stellen en uit te voeren.
'Het gaat om een managementvraagstuk. Als de personeelsadministratie merkt dat er mensen zijn met teveel verlofdagen, waarom heeft men ze niet met verplicht verlof gestuurd? En bovendien is het geen probleem van een enkeling in het korps. Bijkans het hele korps, vanaf de laagste rangen tot de hoogste baas, heeft dit probleem. Wanneer de politieagenten massaal hun dagen opnemen, gaan de leidinggevenden of de minister het werk van hen doen?'
Waarnemend minister Welzijn: 'De vraag is waarom mensen hun verlof niet gewoon opnemen, men creëert problemen en wenst dat ik ze eensklaps moet oplossen'
Waarnemend korpschef Antonio Chin heeft aan politieambtenaren schriftelijk meegedeeld, dat verloftegoeden boven 90 dagen, na 31 december 2017, wegens tijdsverloop zijn vervallen, conform de Personeelswet. De voorzitter van de Surinaamse Politiebond (SPB), Raoul Hellings, zegt vandaag, donderdag 25 januari 2018, op Starnieuws, dat de korpsleiding duidelijk is gemaakt dat deze maatregel niet geaccepteerd zal worden.
Het treft het hele Korps Politie Suriname (KPS) van hoog tot laag. Het SPB-bestuur heeft dit probleem in een onderhoud met de toenmalige minister van Justitie en Politie, Jennifer van Dijk-Silos, en de korpsleiding aangekaart. Toen had de minister aangegeven, dat de dagen niet vervallen mochten worden verklaard, omdat de fout niet bij ambtenaren ligt, legt Hellings uit.
De leiding van het KPS moest van de minister een verlofreguleringsplan maken om de mensen in staat te stellen hun verlof op te nemen of terug te brengen tot het wettelijke maximum. 'Het KPS heeft nagelaten zulks te doen, en nu betalen de politieambtenaren de rekening van iets wat het gevolg is van een structureel personeelstekort. Dat gaat de SPB niet pikken, en het laatste woord hierin is nog niet gezegd', stelt de voorzitter van de Politiebond.
'Wanneer de mensen hun verlof willen opnemen wordt dat geweigerd middels het argument dat de dienst het niet toelaat', benadrukt Hellings.
Hij merkt op dat de waarnemend korpschef de tweede man in de organisatie was en zou wel op de hoogte moeten zijn van wat toen is besproken. Chin heeft aangegeven aan het SPB-bestuur niet op de hoogte te zijn van het gesprek met de toenmalige minister.
Waarnemend minister Ferdinand Welzijn zegt, dat het inderdaad geen prettige situatie is. 'De vraag is waarom mensen hun verlof niet gewoon opnemen. Men creëert problemen en wenst dat ik ze eensklaps moet oplossen', stelt de minister.
Hij benadrukt dat om bestaande regelingen te wijzigen, de regering een besluit zou moeten nemen. Het gaat om een besluit in de Personeelswet, dat een minister niet kan wijzigen zonder goedkeuring van de Raad van Ministers.
De voorzitter van de SPB beweert echter, dat mensen dag in dag uit diensten moeten draaien, waardoor zij hun verlof niet kunnen opnemen. De minister moet het probleem niet van zich afschuiven, aangezien minister Van Dijk-Silos opdracht had gegeven om een verlofreguleringsplan op te stellen en uit te voeren.
'Het gaat om een managementvraagstuk. Als de personeelsadministratie merkt dat er mensen zijn met teveel verlofdagen, waarom heeft men ze niet met verplicht verlof gestuurd? En bovendien is het geen probleem van een enkeling in het korps. Bijkans het hele korps, vanaf de laagste rangen tot de hoogste baas, heeft dit probleem. Wanneer de politieagenten massaal hun dagen opnemen, gaan de leidinggevenden of de minister het werk van hen doen?'
Tripartiete commissie Herziening Wet Minimum Uurloon: 'Wet moet worden vereenvoudigd'
Wet moet vereenvoudigd voor meer effectiviteit bij zowel uitvoering als handhaving
De Wet Minimum Uurloon moet worden vereenvoudigd. Dit blijkt uit het finale advies van de tripartiete commissie Herziening Wet Minimum Uurloon aan minister Soewarto Moestadja van Arbeid. Uit het advies kan worden opgemaakt, aldus het Nationaal Informatie Instituut, NII, woensdag 24 januari 2018, dat de bestaande wet Minimum Uurloon zal Wet Minimum Uurloon moet worden vereenvoudigd voor meer effectiviteit bij zowel uitvoering als handhaving. Voor deze vergemakkelijking zal de tekst van de bestaande wet volledig worden vervangen.
De kern van de bestaande wet en de filosofie daarachter zullen ongewijzigd blijven. Het advies is in de vorm van een ontwerpwet. De minister vindt dat de vorige regering en het parlement politieke durf hebben getoond om een minimumloonstelsel in te stellen, nadat vier decennialang door opeenvolgende regeringen werd getalmd met de invoering ervan.
De praktijk van de drie jaar oude wet heeft hem geleerd dat de wet aangescherpt dient te worden. Deze bevinding is mede gebaseerd op signalen die het ministerie hebben bereikt vanuit de vakbeweging en bedrijfsleven over onvoldoende aansluiting van de wet op hun opvattingen betreffende 'decent work' in relatie tot de economie. Dit is de reden waarom hij drie maanden geleden de commissie heeft geïnstalleerd met de bedoeling de wet onder de loep te nemen, meldt het Nationaal Informatie Instituut.
De commissie heeft alle belanghebbenden gehoord en heeft op basis daarvan het finale advies gepresenteerd.
De aanscherping van de wet zal inhouden dat er een loonraad in het leven zal worden geroepen bestaande uit alle relevante partijen, voor vaststelling van de hoogte van het minimumloon. In de bestaande wet is geen mechanisme opgenomen op basis waarvan de hoogte van het minimum uurloon dient te worden vastgesteld.
De minimumlonen van de afgelopen drie jaren waren al in 2014 vastgesteld toen het parlement de wet aannam. De commissie heeft in haar advies een uitgewerkt voorstel gedaan ter instelling van een vaststellingsmechanisme voor het minimumloon.
Het voorstel is dat er een algemeen minimumloon wordt vastgesteld, in de plaats van het huidige systeem waarbij hogere minimumlonen zijn vastgesteld voor bepaalde sectoren. Ook is het voorstel gedaan om het minimumloon vast te stellen op basis van het nettoloon, na aftrek van loonbelasting en AOV.
De minister zal nu het ontwerp aanbieden aan het Arbeidsadviescollege (AAC). Gezien het belang van deze wet, verwacht hij dat het AAC spoedig het ontwerp van advies zal voorzien, waarna het aan de Raad van Ministers kan worden aangeboden voor goedkeuring. De Wet Minimum Uurloon is op 1 januari 2015 inwerking getreden.
(Bron foto: NII) |
De Wet Minimum Uurloon moet worden vereenvoudigd. Dit blijkt uit het finale advies van de tripartiete commissie Herziening Wet Minimum Uurloon aan minister Soewarto Moestadja van Arbeid. Uit het advies kan worden opgemaakt, aldus het Nationaal Informatie Instituut, NII, woensdag 24 januari 2018, dat de bestaande wet Minimum Uurloon zal Wet Minimum Uurloon moet worden vereenvoudigd voor meer effectiviteit bij zowel uitvoering als handhaving. Voor deze vergemakkelijking zal de tekst van de bestaande wet volledig worden vervangen.
De kern van de bestaande wet en de filosofie daarachter zullen ongewijzigd blijven. Het advies is in de vorm van een ontwerpwet. De minister vindt dat de vorige regering en het parlement politieke durf hebben getoond om een minimumloonstelsel in te stellen, nadat vier decennialang door opeenvolgende regeringen werd getalmd met de invoering ervan.
De praktijk van de drie jaar oude wet heeft hem geleerd dat de wet aangescherpt dient te worden. Deze bevinding is mede gebaseerd op signalen die het ministerie hebben bereikt vanuit de vakbeweging en bedrijfsleven over onvoldoende aansluiting van de wet op hun opvattingen betreffende 'decent work' in relatie tot de economie. Dit is de reden waarom hij drie maanden geleden de commissie heeft geïnstalleerd met de bedoeling de wet onder de loep te nemen, meldt het Nationaal Informatie Instituut.
De commissie heeft alle belanghebbenden gehoord en heeft op basis daarvan het finale advies gepresenteerd.
De aanscherping van de wet zal inhouden dat er een loonraad in het leven zal worden geroepen bestaande uit alle relevante partijen, voor vaststelling van de hoogte van het minimumloon. In de bestaande wet is geen mechanisme opgenomen op basis waarvan de hoogte van het minimum uurloon dient te worden vastgesteld.
De minimumlonen van de afgelopen drie jaren waren al in 2014 vastgesteld toen het parlement de wet aannam. De commissie heeft in haar advies een uitgewerkt voorstel gedaan ter instelling van een vaststellingsmechanisme voor het minimumloon.
Het voorstel is dat er een algemeen minimumloon wordt vastgesteld, in de plaats van het huidige systeem waarbij hogere minimumlonen zijn vastgesteld voor bepaalde sectoren. Ook is het voorstel gedaan om het minimumloon vast te stellen op basis van het nettoloon, na aftrek van loonbelasting en AOV.
De minister zal nu het ontwerp aanbieden aan het Arbeidsadviescollege (AAC). Gezien het belang van deze wet, verwacht hij dat het AAC spoedig het ontwerp van advies zal voorzien, waarna het aan de Raad van Ministers kan worden aangeboden voor goedkeuring. De Wet Minimum Uurloon is op 1 januari 2015 inwerking getreden.
IAmGold breidt zucht naar goud uit te Brokolonko
Concessie ligt vlakbij de Saramacca-concesssie van Canadezen
De Canadese goudmijnmultinational IAmGold heeft goudexploratierechten verworven voor de Brokolonko-concessie. Dit meldt de Ware Tijd vandaag, donderdag 25 januari 2018, zich baserend op een gisteren door IAmGold, onderstaand, utgebracht persbericht. Deze concessie ligt vlakbij de Saramacca-concesssie waar het bedrijf eerder op een grote goudafzetting is gestuit. De nieuwe concessie ligt ongeveer 30 kilometer verwijderd van de Rosebel-mijn in Brokopondo en ten noordwesten van de Saramacca- en Sarafinaconcessie.
IAmGold stelt, dat in tegenstelling tot de Saramacca- en Sarafinaconcessie, het recht om in het Brokolonko-gebied te exploreren rechtstreeks van de Surinaamse overheid is verkregen.
'Het verkrijgen van de exploratierechten te Brokolonko betekent een volgende stap in onze strategie om mogelijke concessies in de nabijheid van de Rosebel-mijn te verwerven', aldus Steve Letwin, algemeen directeur bij IAmGold. 'Het was in september vorig jaar dat we een jaar na de overname de eerste schatting van de reserves in Saramacca bekendmaakten, en we werken nu aan de start van de productie in 2019', aldus de directeur. Hij voegt er aan toe, dat IAmGold gelooft dat Brokolonko op dezelfde goudrijke strook als Saramacca zit. Het zou een andere bron van zacht gesteente van hogere kwaliteit kunnen opleveren die de levensduur van Rosebel kan verlengen en ook het productiekostenprofiel van deze plant kan verbeteren.
De toegang tot meerdere concessies nabij Rosebel biedt voorts de mogelijkheid om nog enkele levensjaren aan de Rosebel-mijn toe te voegen. Dit stelt IAmGold ook in de gelegenheid een opkomend goudgebied met Rosebel als middelpunt te consolideren wat tot voordeel van de Canadezen en Suriname zal zijn.
De Brokolonko-concesssie is ongeveer 105 vierkante kilometer groot. In dit gebied werd vanaf de jaren '60 aan kleinschalige goudwinning gedaan. Vanaf de jaren '90 heeft Golden Star Resources exploratie in het gebied uitgevoerd, later in een joint venture met Newmont Mining. Volgens de overeenkomst met IAmGold kan Suriname een belang tot maximaal 30 procent verwerven in alle concessies die de multinational krijgt.
http://www.iamgold.com/English/investors/news-releases/news-releases-details/2018/IAMGOLD-Consolidating-an-Emerging-New-Gold-District-Anchored-by-Rosebel/default.aspx
TORONTO, Jan. 24, 2018 /CNW/ - IAMGOLD Corporation
("IAMGOLD" or the "Company") has signed an agreement with the
Government of Suriname whereby it has been granted the exploration
rights to the Brokolonko property. The property is located approximately
30 kilometres from the Rosebel mill in Suriname and just northwest of
the previously acquired Saramacca property and the Sarafina property
optioned to IAMGOLD. Unlike Saramacca and Sarafina, IAMGOLD
has not acquired Brokolonko from a third party, but has instead secured
the rights to exploration directly from the Government of Suriname.
(See attached map).
"Securing the exploration rights to Brokolonko cements another step
in our strategy to consolidate prospective land packages within the
vicinity of the Rosebel Mine," said Steve Letwin, IAMGOLD's
President and CEO. "It was just last September that we announced an
initial resource estimate for Saramacca a year following its
acquisition, and are now working towards an initial production start in
2019. Brokolonko, which we believe is located on the same mineralization
trend as Saramacca, could yield another source of higher grade, softer
rock that would further extend the life of Rosebel and further improve
its cost profile. Having access to numerous concessions around Rosebel
presents an opportunity to add years to the life of the Rosebel mine,
and is allowing us to consolidate an emerging new gold district anchored
by Rosebel that is mutually beneficial to IAMGOLD and the Republic of Suriname."
The Brokolonko property is the third property that IAMGOLD has secured within the Unincorporated Joint Venture "UJV" area as defined in the Agreement with the Government of Suriname announced on April 15, 2013. The UJV area is a circular area, excluding the Rosebel concession, which extends 45 kilometres from the Rosebel mill and comprises approximately 6,200 square kilometres. Under the Agreement the Government of Suriname has the option of taking a 30% participating interest in any of the properties falling under the jurisdiction of the UJV agreement, with IAMGOLD retaining the other 70%.
The Brokolonko property, comprising approximately 105 km2, has a history of episodic small scale mining activity dating back to the 1960's. Regionally, the area has been explored since the 1990's, principally by Golden Star Resources and later as a joint venture between Golden Star and Newmont Mining. Much of that work focused on what was delineated as the Anomaly M Trend on the Saramacca concession. Reconnaissance work and geochemical auger sampling programs undertaken by predecessors in the general northwest extension identified a series of gold anomalies on both the Sarafina and Brokolonko properties. To date the Brokolonko property has been tested by limited drilling.
Next Steps
The Brokolonko property will require significant future exploration to confirm the presence of mineralization and to advance it to a resource stage. In the coming months, geological compilation and mapping will be initiated, along with auger geochemistry to confirm the location and intensity of historical gold anomalies identified by predecessors. To support this targeting effort, an airborne magnetic and Versatile Time Domain Electromagnetic survey is scheduled to begin in mid-February for completion by the end of March. The survey will cover the Saramacca structural corridor interpreted to extend from the Saramacca concession northwest through the Sarafina and Brokolonko concessions, a distance of approximately 15 kilometres. Targets arising from this initial phase of exploration will be prioritized for follow up by a 'first pass' reverse circulation drilling program to be planned following the initial work program.
Qualified Person InformationThe technical information relating to exploration activities disclosed in this news release was prepared under the supervision of, and reviewed and verified by, Craig MacDougall, P.Geo., Senior Vice President, Exploration, IAMGOLD. Mr. MacDougall is a Qualified Person as defined by National Instrument 43-101.
About IAMGOLDIAMGOLD (www.iamgold.com) is a mid-tier mining company with four operating gold mines on three continents. A solid base of strategic assets in North and South America and West Africa is complemented by development and exploration projects and continued assessment of accretive acquisition opportunities. IAMGOLD is in a strong financial position with extensive management and operational expertise.
De Canadese goudmijnmultinational IAmGold heeft goudexploratierechten verworven voor de Brokolonko-concessie. Dit meldt de Ware Tijd vandaag, donderdag 25 januari 2018, zich baserend op een gisteren door IAmGold, onderstaand, utgebracht persbericht. Deze concessie ligt vlakbij de Saramacca-concesssie waar het bedrijf eerder op een grote goudafzetting is gestuit. De nieuwe concessie ligt ongeveer 30 kilometer verwijderd van de Rosebel-mijn in Brokopondo en ten noordwesten van de Saramacca- en Sarafinaconcessie.
IAmGold stelt, dat in tegenstelling tot de Saramacca- en Sarafinaconcessie, het recht om in het Brokolonko-gebied te exploreren rechtstreeks van de Surinaamse overheid is verkregen.
'Het verkrijgen van de exploratierechten te Brokolonko betekent een volgende stap in onze strategie om mogelijke concessies in de nabijheid van de Rosebel-mijn te verwerven', aldus Steve Letwin, algemeen directeur bij IAmGold. 'Het was in september vorig jaar dat we een jaar na de overname de eerste schatting van de reserves in Saramacca bekendmaakten, en we werken nu aan de start van de productie in 2019', aldus de directeur. Hij voegt er aan toe, dat IAmGold gelooft dat Brokolonko op dezelfde goudrijke strook als Saramacca zit. Het zou een andere bron van zacht gesteente van hogere kwaliteit kunnen opleveren die de levensduur van Rosebel kan verlengen en ook het productiekostenprofiel van deze plant kan verbeteren.
De toegang tot meerdere concessies nabij Rosebel biedt voorts de mogelijkheid om nog enkele levensjaren aan de Rosebel-mijn toe te voegen. Dit stelt IAmGold ook in de gelegenheid een opkomend goudgebied met Rosebel als middelpunt te consolideren wat tot voordeel van de Canadezen en Suriname zal zijn.
De Brokolonko-concesssie is ongeveer 105 vierkante kilometer groot. In dit gebied werd vanaf de jaren '60 aan kleinschalige goudwinning gedaan. Vanaf de jaren '90 heeft Golden Star Resources exploratie in het gebied uitgevoerd, later in een joint venture met Newmont Mining. Volgens de overeenkomst met IAmGold kan Suriname een belang tot maximaal 30 procent verwerven in alle concessies die de multinational krijgt.
http://www.iamgold.com/English/investors/news-releases/news-releases-details/2018/IAMGOLD-Consolidating-an-Emerging-New-Gold-District-Anchored-by-Rosebel/default.aspx
IAMGOLD Consolidating an Emerging New Gold District Anchored by Rosebel
Jan 24, 2018
Exploration rights granted to Brokolonko property near Saramacca
The Brokolonko property is the third property that IAMGOLD has secured within the Unincorporated Joint Venture "UJV" area as defined in the Agreement with the Government of Suriname announced on April 15, 2013. The UJV area is a circular area, excluding the Rosebel concession, which extends 45 kilometres from the Rosebel mill and comprises approximately 6,200 square kilometres. Under the Agreement the Government of Suriname has the option of taking a 30% participating interest in any of the properties falling under the jurisdiction of the UJV agreement, with IAMGOLD retaining the other 70%.
The Brokolonko property, comprising approximately 105 km2, has a history of episodic small scale mining activity dating back to the 1960's. Regionally, the area has been explored since the 1990's, principally by Golden Star Resources and later as a joint venture between Golden Star and Newmont Mining. Much of that work focused on what was delineated as the Anomaly M Trend on the Saramacca concession. Reconnaissance work and geochemical auger sampling programs undertaken by predecessors in the general northwest extension identified a series of gold anomalies on both the Sarafina and Brokolonko properties. To date the Brokolonko property has been tested by limited drilling.
Next Steps
The Brokolonko property will require significant future exploration to confirm the presence of mineralization and to advance it to a resource stage. In the coming months, geological compilation and mapping will be initiated, along with auger geochemistry to confirm the location and intensity of historical gold anomalies identified by predecessors. To support this targeting effort, an airborne magnetic and Versatile Time Domain Electromagnetic survey is scheduled to begin in mid-February for completion by the end of March. The survey will cover the Saramacca structural corridor interpreted to extend from the Saramacca concession northwest through the Sarafina and Brokolonko concessions, a distance of approximately 15 kilometres. Targets arising from this initial phase of exploration will be prioritized for follow up by a 'first pass' reverse circulation drilling program to be planned following the initial work program.
Qualified Person InformationThe technical information relating to exploration activities disclosed in this news release was prepared under the supervision of, and reviewed and verified by, Craig MacDougall, P.Geo., Senior Vice President, Exploration, IAMGOLD. Mr. MacDougall is a Qualified Person as defined by National Instrument 43-101.
About IAMGOLDIAMGOLD (www.iamgold.com) is a mid-tier mining company with four operating gold mines on three continents. A solid base of strategic assets in North and South America and West Africa is complemented by development and exploration projects and continued assessment of accretive acquisition opportunities. IAMGOLD is in a strong financial position with extensive management and operational expertise.
Beginnende brand in het presidentieel paleis
Brand vermoedelijk ontstaan door overbelasting paar telefoonkabels
In het presidentieel paleis was gisteravond, woensdag 24 januari 2018, een beginnende brand. Brandmeester Lyndon Mac Nack zegt opp Starnieuws, dat de brandweer van Knuffelsgracht rookontwikkeling constateerde bij de ontvangstbalie van het paleis.
Enkele telefoonkabels zijn doorgebrand. De brand is vermoedelijk ontstaan door overbelasting. De schade is beperkt gebleven.
In korte tijd had de brandweer het vuur onder controle. De brandweer werd gelijk ingeschakeld toen er een rookmelding werd ontdekt. Mac Nack merkt op, dat verder onderzoek zal plaatsvinden naar hoe de brand kon zijn ontstaan. De brandweer was met twee voertuigen ter plekke.
In het presidentieel paleis was gisteravond, woensdag 24 januari 2018, een beginnende brand. Brandmeester Lyndon Mac Nack zegt opp Starnieuws, dat de brandweer van Knuffelsgracht rookontwikkeling constateerde bij de ontvangstbalie van het paleis.
Enkele telefoonkabels zijn doorgebrand. De brand is vermoedelijk ontstaan door overbelasting. De schade is beperkt gebleven.
In korte tijd had de brandweer het vuur onder controle. De brandweer werd gelijk ingeschakeld toen er een rookmelding werd ontdekt. Mac Nack merkt op, dat verder onderzoek zal plaatsvinden naar hoe de brand kon zijn ontstaan. De brandweer was met twee voertuigen ter plekke.
Minister Dodson kondigt tweede 'flash report' inzake scalians Marowijnerivier aan
'Niemand moet zich plotseling als pleitbezorger van scalians opwerpen'
'Laten wij elkaar geen verhalen vertellen, scalians zijn al langer dan 20 jaren in Suriname'
Het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) heeft in het afgelopen jaar enkele stappen gezet in de ordening van de mijnbouwsector. Na tussenkomst van de justitiële autoriteit werd een schikking getroffen tussen NH en vier scalianhouders, Armadillo Mining, Hager Mining, JPP International en Maxi Goldmining. Deze schikking hield in, dat pontonhouders met negen scalians vanaf december 2015 tot en met december 2017 in het zuidoostelijk deel van de Sarakreek te Brokopondo aan goudwinning mogen doen.
In de afgelopen periode is het ministerie weer in beeld vanwege onduidelijke activiteiten van de scalians op het stuwmeer. Eerst kwam het bericht, dat de scalians op het meer opereerden om goud te zoeken. Vervolgens kwam een bericht van het Nationaal Informatie Instituut, dat aangaf dat de scalians kwik opruimen uit het meer.
Later werd door minister Regilio Dodson aangegeven, dat de scalians zijn gevraagd om te helpen bij een onderzoek naar de omvang van kwikvervuiling en kwikgebruik in en rond het stuwmeer. Zij doen dit formeel kosteloos. Echter, dient te worden opgemerkt dat zij tijdens deze operaties (als bycatch) ook in aanraking komen met goud.
'Niemand moet zich plotseling als pleitbezorger van scalians opwerpen. Ik heb ze gevraagd. Ze helpen mee. Wat vinden zij daar? Daarachter vinden zij misschien 50 gram (goud) per dag. Dat is misschien om hun brandstof te betalen', aldus de bewindsman woensdag 24 januaari 2018 in het Dagblad Suriname.
Hij ontkent dus niet, dat er in dit proces, met medeweten van het ministerie, goud gewonnen wordt op het meer. De minister heeft het juist bevestigd. Dodson legt het accent echter nog steeds op regulering van de scalians. 'Laten wij elkaar geen verhalen vertellen. Scalians zijn al langer dan 20 jaren in Suriname operationeel van Langatabiki in Marowijne tot en met Oelemarie in Sipaliwini. Niemand moet verhalen vertellen over scalians nu. Pak een helikopter en vlieg maar over heen. In 2010-2011 zijn ze begonnen op het meer onder de vorige leiding van NH. Zij hebben hun ding gedaan. Ik heb ze gestopt. Er moet een evaluatie komen voor wat we doen en wat niet. Alles heb ik kenbaar gemaakt.'
De bewindsman deelt mee, dat binnenkort een tweede flash report zal worden uitgebracht. Hierin zal informatie over scalians in Marowijne worden prijsgeven. 'Dan zal je zien wie hier allemaal scalians heeft. Je hebt niet alleen Brazilianen, maar ook Surinamers hier. Een paar van de mannen op het meer zijn ook hier', aldus Dodson.
Er is vooralsnog geen datum of periode genoemd voor de uitgave van dit product. Dodson vindt het wel zaak dat volksvertegenwoordigers, die wel toegang kunnen krijgen tot informatie, de juiste paden eerst bewandelen, alvorens, zelf mee te gaan met de verhalen die buiten verteld worden. Hij herhaalt dat er veel vragen zijn die beantwoord moeten worden. Het ministerie is nog steeds in die fase. Vandaar dat hij meent de hulp van de scalianhouders te hebben ingeroepen.
'Laten wij elkaar geen verhalen vertellen, scalians zijn al langer dan 20 jaren in Suriname'
Het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) heeft in het afgelopen jaar enkele stappen gezet in de ordening van de mijnbouwsector. Na tussenkomst van de justitiële autoriteit werd een schikking getroffen tussen NH en vier scalianhouders, Armadillo Mining, Hager Mining, JPP International en Maxi Goldmining. Deze schikking hield in, dat pontonhouders met negen scalians vanaf december 2015 tot en met december 2017 in het zuidoostelijk deel van de Sarakreek te Brokopondo aan goudwinning mogen doen.
In de afgelopen periode is het ministerie weer in beeld vanwege onduidelijke activiteiten van de scalians op het stuwmeer. Eerst kwam het bericht, dat de scalians op het meer opereerden om goud te zoeken. Vervolgens kwam een bericht van het Nationaal Informatie Instituut, dat aangaf dat de scalians kwik opruimen uit het meer.
Later werd door minister Regilio Dodson aangegeven, dat de scalians zijn gevraagd om te helpen bij een onderzoek naar de omvang van kwikvervuiling en kwikgebruik in en rond het stuwmeer. Zij doen dit formeel kosteloos. Echter, dient te worden opgemerkt dat zij tijdens deze operaties (als bycatch) ook in aanraking komen met goud.
'Niemand moet zich plotseling als pleitbezorger van scalians opwerpen. Ik heb ze gevraagd. Ze helpen mee. Wat vinden zij daar? Daarachter vinden zij misschien 50 gram (goud) per dag. Dat is misschien om hun brandstof te betalen', aldus de bewindsman woensdag 24 januaari 2018 in het Dagblad Suriname.
Hij ontkent dus niet, dat er in dit proces, met medeweten van het ministerie, goud gewonnen wordt op het meer. De minister heeft het juist bevestigd. Dodson legt het accent echter nog steeds op regulering van de scalians. 'Laten wij elkaar geen verhalen vertellen. Scalians zijn al langer dan 20 jaren in Suriname operationeel van Langatabiki in Marowijne tot en met Oelemarie in Sipaliwini. Niemand moet verhalen vertellen over scalians nu. Pak een helikopter en vlieg maar over heen. In 2010-2011 zijn ze begonnen op het meer onder de vorige leiding van NH. Zij hebben hun ding gedaan. Ik heb ze gestopt. Er moet een evaluatie komen voor wat we doen en wat niet. Alles heb ik kenbaar gemaakt.'
De bewindsman deelt mee, dat binnenkort een tweede flash report zal worden uitgebracht. Hierin zal informatie over scalians in Marowijne worden prijsgeven. 'Dan zal je zien wie hier allemaal scalians heeft. Je hebt niet alleen Brazilianen, maar ook Surinamers hier. Een paar van de mannen op het meer zijn ook hier', aldus Dodson.
Er is vooralsnog geen datum of periode genoemd voor de uitgave van dit product. Dodson vindt het wel zaak dat volksvertegenwoordigers, die wel toegang kunnen krijgen tot informatie, de juiste paden eerst bewandelen, alvorens, zelf mee te gaan met de verhalen die buiten verteld worden. Hij herhaalt dat er veel vragen zijn die beantwoord moeten worden. Het ministerie is nog steeds in die fase. Vandaar dat hij meent de hulp van de scalianhouders te hebben ingeroepen.
Weggelopen meisje (14) slachtoffer van groepsverkrachting
Meisje door drie mannen in onbewoond pand in Kinkisakonweg verkracht
Het Dagblad Suriname bericht woensdag 24 januari 2018, dat de politie van Paramaribo zondag een melding binnen kreeg, dat een 14-jarig meisje naakt in een onbewoond pand in de Kinkisakonweg was aangetroffen.
Volgens het meisje was zij maandag 15 januari van huis weggelopen en logeerde sindsdien bij een zekere meneer M. Afgelopen zondag kwam iemand thuis bij M. die het meisje meenam met de bedoeling haar te voorzien van meer kleding.
Het meisje zegt, dat zij met die onbekende man naar het onbewoond pand is gelopen. Het meisje zat in dat pand op een matras te wachten op meer kleding. De man deed alsof hij iets zocht en op een bepaald moment kwamen er nog twee andere mannen bij. Het trio heeft toen groepsseks met het kind gehad en zij lieten haar alleen in het pand achter.
Buren hebben het meisje ontdekt en de politie ingeschakeld. De politie heeft een aangifte ter zake opgenomen. Het meisje is met een visum verwezen naar de Spoedeisende Hulp van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. Het meisje is door de politie overgedragen aan haar ouders. De aangifte van vermissing was gedaan bij politie Santodorp. Het onderzoek duurt voort. De identiteit van het trio is vooralsnog onbekend.
Het Dagblad Suriname bericht woensdag 24 januari 2018, dat de politie van Paramaribo zondag een melding binnen kreeg, dat een 14-jarig meisje naakt in een onbewoond pand in de Kinkisakonweg was aangetroffen.
Volgens het meisje was zij maandag 15 januari van huis weggelopen en logeerde sindsdien bij een zekere meneer M. Afgelopen zondag kwam iemand thuis bij M. die het meisje meenam met de bedoeling haar te voorzien van meer kleding.
Het meisje zegt, dat zij met die onbekende man naar het onbewoond pand is gelopen. Het meisje zat in dat pand op een matras te wachten op meer kleding. De man deed alsof hij iets zocht en op een bepaald moment kwamen er nog twee andere mannen bij. Het trio heeft toen groepsseks met het kind gehad en zij lieten haar alleen in het pand achter.
Buren hebben het meisje ontdekt en de politie ingeschakeld. De politie heeft een aangifte ter zake opgenomen. Het meisje is met een visum verwezen naar de Spoedeisende Hulp van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. Het meisje is door de politie overgedragen aan haar ouders. De aangifte van vermissing was gedaan bij politie Santodorp. Het onderzoek duurt voort. De identiteit van het trio is vooralsnog onbekend.
Oud-president Brazilië Lula da Silva kan deelname aan presidentsverkiezingen vergeten
(Bron foto: Twitter) |
Gevangenisstraf verhoogd van 9,5 jaar naar 12 jaar en een maand
De voormalig president van Brazilië, Luiz Inácio Lula da Silva, is woensdag 24 januari 2018 ook in hoger beroep schuldig bevonden aan corruptie en witwassen. Dat bleek toen twee van de drie rechters van de federale rechtbank de eerdere veroordeling bekrachtigden. Ze verhoogden de gevangenisstraf van 9,5 jaar naar 12 jaar en een maand.
De oud-president werd ervan verdacht, dat hij smeergeld had aangenomen van staatsoliemaatschappij Petrobas, in de vorm van een duur appartement aan zee. De rechter veroordeelde hem uiteindelijk voor het accepteren van ruim een miljoen euro aan steekpenningen van een bouwbedrijf. Dat bedrag zou gelijk staan aan de kosten van het opknappen van het appartement.
Lula da Silva is nog verdachte in vier andere corruptiezaken die nog niet voor de rechter zijn geweest. Ook zijn opvolgers, Dilma Roussef en Michel Temer worden verdacht van corruptie.
Lula was van begin 2003 tot 2011 president namens de linkse Partij van de Arbeiders (PT). Hij zou voor circa een miljoen euro aan steekpenningen hebben aangenomen van een grote bouwonderneming.
Lula wil meedoen aan de presidentsverkiezingen in oktober en kan zich tot 15 augustus inschrijven als kandidaat.
Hij kan tegen het jongste vonnis nog in beroep gaan om een eventuele veroordeling over die datum heen te tillen. Maar de verkiezingsautoriteiten kunnen zijn kandidatuur afwijzen.
A post shared by #CidadaoDetetive (@moralqueirozadv) on
(Suriname Mirror/RTL Nieuws/NOS/Instagram/YouTube/BBC Brasil)
Abonneren op:
Posts (Atom)