'Bij de rij- en voertuigenbelasting gaat het niet om de infrastructuur en onderhoud daarvan'
'Het gaat om geld dat de huidige regering nodig heeft'
Binnenkort treedt de rij- en voertuigenbelasting in werking. Naar schatting zal dit de staar 83 miljoen Srd opleveren, waarvan 10% bestemd zal zijn voor de Wegenautoriteit, die belast is met het onderhoud van de primaire wegen in Suriname. Deze ontwikkeling is in de optiek van Sham Binda, voorzitter van de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (AKMOS), totaal niet aan te duiden als een belasting.
'Elke belasting wordt geheven ten behoeve van het volk; de burgers moeten het dus terugzien in hun woon- en leefomstandigheden. Maar, bij de rij- en voertuigenbelasting gaat het niet om de infrastructuur en onderhoud daarvan, het gaat om geld dat de huidige regering nodig heeft. Met een begrotingstekort van Srd 8.7 miljard hoeven wij niet veel te verwachten van deze regering', aldus zondag 18 november 2018 in het Dagblad Suriname.
Deze trend is overigens niet nieuw binnen de huidige autoriteiten. Zij hebben veelvuldig bewezen kostenverhogende maatregelen te proclameren zodra ze krap bij kas zitten.
'Met een hoge inflatie gaat de regering altijd op zoek naar geld. Men heeft weer een gewicht gelegd op de schouders van de burgers. Maar, het is van belang dat het draaglijk is.'
Op zich kijkt Binda niet op tegen het hanteren van de rij- en voertuigenbelasting, mits het onderworpen wordt aan een onderzoek en de belasting daadwerkelijk aangewend wordt voor herstel van de wegen en bermen. De meeste Surinaamse wegen zijn momenteel namelijk zeer deplorabel.
Alhoewel Stephen Tsang, minister van Handel, Industrie en Toerisme, verduidelijkt heeft dat de rij- en voertuigenbelasting niet is opgenomen in de government take op brandstof, beschouwt Binda het wel als een dubbele heffing. 'De Wegenautoriteit zou ook geld krijgen uit de government take om de wegen te onderhouden, maar uiteindelijk is er daarvan niets terechtgekomen.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten