Commissie onderzoekt of werkterrein Bemiddelingsraad kan worden uitgebreid naar publieke sectorIn het kader van de modernisering van de arbeidswetgeving wordt ook de Arbeidsgeschillenwet van 1946 herzien. Hiertoe heeft minister Soewarto Moestadja van Arbeid, na goedkeuring verkregen te hebben van de Raad van Ministers, een commissie geïnstalleerd bestaande uit deskundigen, aldus het Nationaal Informatie Instituut, NII, dinsdag 13 november 2018.
Deze wet is vooral van belang voor de Bemiddelingsraad voor Geheel Suriname (BR), omdat zijn mandaat hieraan wordt ontleend. De wet heeft tot doel geschillen tussen vakbonden en werkgevers te voorkomen. Als deze er eenmaal zijn biedt de wet handvatten om ze vreedzaam bij te leggen. Het gaat in deze vooral om verschillen van mening die uitmonden tot staking of uitsluiting van het personeel.
Arbeidsonrust is volgens de minister niet bevorderlijk voor de economie, daarom ziet hij graag dat de verbeterde wet de basis legt voor een goed functionerend effectief en efficiënt systeem van arbeidsgeschillenpreventie.
De bewindsman vroeg de commissie om de mogelijkheid te bekijken of het werkterrein van de Bemiddelingsraad kan worden uitgebreid naar de publieke sector toe, die al decennialang veel arbeidsconflicten kent die verlammend werken op de economie. Volgens de huidige wet is de Bemiddelingsraad niet bevoegd zich in te laten in arbeidsgeschillen bij de overheid. De commissie dient volgens de minister de wet dusdanig te herzien, dat deze tenminste een bijdrage levert aan harmonieuze arbeidsverhoudingen in zowel de private als publieke sector.
De Arbeidsgeschillenwet dateert van 1946 in een tijd toen er veel arbeidsonrust heerste in de kolonie Suriname. Gouverneur Johannes Brons zag deze wet als een effectief wapen om ongevraagd te bemiddelen in arbeidsgeschillen als het conflict uit de hand dreigde te lopen. Op 26 september 1946 werd de eerste Bemiddelingsraad bemenst met als voorzitter de Nederlander mr. dr. Buiskool.
De Arbeidsgeschillenwet is de eerste wet in de reeks van nieuwe generatie arbeidswetten die in de tweede helft van de jaren veertig zijn aangenomen door de Koloniale Staten. Deze wetten markeren een tijdperk in de geschiedenis van Suriname, waarbij de eerste stappen werden gezet om aspecten van mensenrechten op te nemen in de arbeidswetgeving. Nu worden al deze oude wetten herzien op basis van de beginselen van decent work.
De commissie Herziening Arbeidsgeschillenwet zal in de komende vijf maanden verscheidene belanghebbenden consulteren met de bedoeling de huidige wet af te stemmen op de economische ontwikkeling van ons land, met als basis de waarborging van evenwichtige arbeidsverhoudingen. Ook zal de wet in lijn gebracht worden met standaarden van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), die wij als lidland hebben erkend.
De commissie bestaat uit Glenn Piroe (voorzitter), Meena Kandhai-Ramai, Maisa Wijngaarde, Helen Doelwijt, Glenn van der San, Donaghy Malone en Jane Moerawi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten